Dit weekend bezocht ik een boekpresentatie en op een gegeven moment liep ik daar Sorry tegen het lijf, een jeugdvriend die net zoals de oehoe, de koekoek en de Pikachu zijn naam dankt aan de klanken die hij het vaakst uitstoot. Al zo lang als dat ik hem ken, begint Sorry bijna elke zin met het aanbieden van excuses.
„Heej Sorry!”, zei ik stralend. „Wat leuk dat jij er ook bent, hoe is het?”
Hij trok een beetje wit weg.
„Eigenlijk”, fluisterde hij, „heb ik liever dat je me bij mijn echte naam noemt.”
„Oeh, ja”, stamelde ik. „Natuurlijk, eh…”
„Jasper.”
„Jásper, dat was het, shit, ik dacht dat je het oké vond wanneer ik je met Sorry aansprak, ik gebruikte het als een soort koosnaam.”
„Zo vatte ik het ook op hoor”, zei hij glimlachend. „En met de naam zelf had ik ook niet de grootste problemen, het zat hem meer in het gedrag waar ik die naam aan dankte, dat onophoudelijke excuseren. Ik verontschuldigde me zo vaak dat ik op een gegeven moment niet eens meer wist wat ik met ‘sorry’ bedoelde.”
„Nou ja, dat woord heeft ook zo veel verschillende betekenissen”, begon ik. „Als je het zegt nadat je een kleuter omver hebt gelopen bedoel je er ‘pardon’ mee, in de supermarkt staat het voor „ga aan de kant” en uit de mond van een leerling betekent het weer „ik wil mijn telefoon terug”. De mogelijkheden zijn eindeloos.”
„Eigenlijk”, fluisterde hij, „heb ik liever dat je me bij mijn echte naam noemt”
‘Op een zeker moment”, zei Jasper, „ontdekte ik dat ‘sorry’ voor mij ‘het spijt me dat ik er ben, gedoog me asjeblieft’ betekende.” „Maar iedereen is dol op je!” „Misschien, maar daar heb je niets aan als je niet van jezelf houdt en dus maar de hele tijd je excuses aanbiedt, zelfs voor zaken waar je niets aan kan doen. Tot ik besefte dat ik me daardoor altijd in een onderdanige positie ten opzichte van de ander plaatste. Toen ben ik er maar mee gestopt.”
Hij nam een grote slok van zijn bier.
„En overigens niet alleen daarom”, vervolgde hij. „Ook omdat er nog iets veel belangrijkers tot me was doorgedrongen.”
„Namelijk?”
„Dat iedere keer wanneer je sorry zegt voor iets dat niet jouw schuld is, je jezelf laat vallen.”
Hij keek naar de uitgelaten mensen om hem heen.
„Elk onterecht excuus dat je maakt,” zei hij ten slotte zacht, „is een fuck you aan jezelf.”
Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.
Het was de week van respijt. Niet voor de burgers in Gaza en Oekraïne, maar voor de staten – Israël en Rusland – die hen onophoudelijk bestoken. De Amerikaanse president Donald Trump besloot maandag weliswaar dat er toch weer Amerikaanse wapens richting Oekraïne kunnen (zolang Europa er maar voor betaalt) maar kwam ook met een nogal tam ultimatum richting Rusland: de Russische president Vladimir Poetin krijgt maar liefst vijftig dagen om na te denken over een staakt-het-vuren. En iedereen weet wat dat betekent: tot in ieder geval begin september, de hele zomer lang, zal Moskou doorgaan met bombarderen, en zullen er burgerdoden vallen in Oekraïense steden.
Trumps geflirt met gewelddadige autocraten; het ontbreken van een moreel kompas bij de Amerikaanse president; het gemak waarmee hij het multilateralisme overboord zet: het wordt in Europese hoofdsteden met ontstemming aanschouwd. Juist als het om Oekraïne gaat, lijken Europese beleidsmakers vastbesloten om het goede te willen doen, in weerwil van de Amerikaanse opstelling. In officiële toespraken wordt gehamerd op de vrijheidsstrijd die Oekraïne niet alleen voor zichzelf voert, maar voor héél Europa. Europese burgers wordt gevraagd om moed en weerbaarheid in deze geopolitiek roerige tijden. Daarom is het des te schokkender dat EU-landen zelf dinsdag besloten om voorlopig niet in actie te komen tegen Israëls genadeloze oorlog tegen de Palestijnse bevolking. Israël, klonk het, moet nog een kans krijgen om te bewijzen dat het wel bereid is om hulpgoederen naar Gaza toe te laten, ook al heeft het land op dat vlak tot nu toe overduidelijk gefaald.
Lees ook
Een dodelijke val: hoe Israël met gemilitariseerde ‘voedselhulp’ Palestijnen in Gaza samendrijft
Op aangeven van minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) werd onlangs in Brussel een onderzoek ingesteld naar de vraag of Israël de voorwaarden schendt uit het associatieverdrag dat het met de EU heeft, zoals het respect voor humanitair recht. De conclusie: ja, Israël schendt die voorwaarden. Een logische, coherente vervolgstap zouden sancties zijn geweest, en niet het totale gebrek aan daadkracht dat de EU nu laat zien. Vergeleken hiermee voelt Trumps slappe ultimatum richting Poetin opeens als een krachtig statement.
Wat het inmiddels ontmantelde USAID was voor de VS, is het internationaal recht voor de EU: waardevolle soft power, waarmee invloed en moreel leiderschap kan worden uitgeoefend in de wereld. De EU heeft geen grote legers, geen dominante techbedrijven, geen omvangrijke olievelden, maar dwingt wel gezag af via de regels die zij hoog houdt en de wetten en afspraken waarop die zijn gebaseerd. Met het besluit om Israël vooralsnog niet onder druk te zetten, geeft de EU een gevaarlijk signaal af, vooral ook voor zichzelf, dat internationale normen en universele waarden een keuzemenu zijn. Soms heb je er zin in, soms niet.
Vorige week werd door de EU al een akkoord bereikt met Israël over het hervatten van hulp. Volgens Veldkamp toont Israël alweer wat goede wil, omdat het dagelijks een flink aantal vrachtwagens met hulp zou doorlaten, al kan niemand de cijfers van de minister bevestigen. EU-landen spraken af dat ze aan het eind van de zomer de balans gaan opmaken. Iedereen weet wat dat betekent: de komende tijd blijven Palestijnse mannen, vrouwen, jongeren en kinderen vogelvrij. De EU-ministers waren dinsdag niet bezig met het voorkomen van genocide, zoals ze volgens het genocideverdrag verplicht zijn te doen, maar vooral met de vraag hoe voorkomen kan worden dat Israël hiervoor ter verantwoording moet worden geroepen.
Lees ook
Zeven gerenommeerde wetenschappers vrijwel eensgezind: Israël pleegt in Gaza genocide
Volgens Veldkamp zal de EU druk blijven uitoefenen op Israël om ervoor te zorgen dat de belofte van meer hulp ook echt wordt nagekomen. Het track record van Israël op dit vlak is niet hoopgevend. In de afgelopen weken werden meer dan achthonderd Palestijnen gedood bij de officiële, door Israël ingerichte voedseldistributiepunten. Voedsel halen was in Gaza nog nooit zo gevaarlijk. Woensdag, een dag ná het door de EU-ministers verleende respijt, vielen er opnieuw tientallen doden bij zo’n distributiepunt.
Dat er iets meer hulp de grens overgaat, is op zichzelf vooruitgang (als het klopt), maar dat de EU de economische drukmiddelen waarover het richting Israël beschikt niet wil inzetten, is onbegrijpelijk en misschien zelfs wel strafbaar. Een groep advocaten van de Frans-Belgische Vereniging Jurdi (advocaten voor de naleving van het internationaal recht) wil de Europese Commissie en EU-landen wegens nalatigheid voor het EU-Hof van Justitie in Luxemburg slepen. Een initiatief dat alle steun verdient en als waarschuwing zou moeten dienen voor alle politici die denken dat ze de ogen kunnen sluiten terwijl er pal voor hun neus misdaden tegen de menselijkheid worden begaan.
‘Ik vond het heerlijk in Amerika, ook voor mij als vrouw was het een verademing”, zegt Ruth Oldenziel. „Ik kon er ontdekken wie ik was, wie ik kon zijn.”
Oldenziel is hoogleraar aan de technische universiteit Eindhoven en hoofdredacteur van een Amerikaans wetenschappelijk tijdschrift, Technology and Culture. Tien jaar woonde ze in de Verenigde Staten. Ze promoveerde er en doceerde Amerikaanse geschiedenis aan Yale, een van de beste universiteiten van het land. „Ik ben daar echt tot bloei gekomen, politiek, maar ook cultureel en intellectueel volwassen geworden. Yale is een elite- universiteit, maar helemaal geen ivoren toren”, vertelt ze in haar appartement in Amsterdam.
Nadat ze in 1991 was teruggekeerd naar Nederland, was Ruth Oldenziel jarenlang een veelgevraagd Amerika-expert op televisie. Ze bleef vaak naar Amerika gaan en onderhoudt nog altijd nauwe banden met het land, zowel privé als professioneel.
Dit jaar aarzelt ze of ze weer zal gaan. Sinds Trump opnieuw aan de macht is worden topuniversiteiten aangevallen, drogen fondsen op en worden databases ontoegankelijk gemaakt. Bevriende academici overwegen uit de VS te vertrekken of doen dat daadwerkelijk. Ruth Oldenziel: „Alle waarden en normen van de democratie, van de rechtsstaat, van kennis, worden ondermijnd. Eigenlijk van alles waar ik voor sta.”
Oldenziel vertrok in 1981 als jonge vrouw naar Amerika, met wat ze achteraf omschrijft als een „typisch Europees superioriteitsgevoel’’. Ze was een „gymnasiummeisje’’ uit het Amsterdam van de jaren zeventig. Linksig. Doordrenkt van kennis over de klassieken. Ze sprak bij vertrek beter Frans en Duits dan Engels.
Amerika, dat was oppervlakkig. Dat was fout in Vietnam. Het stond gelijk aan populaire cultuur zonder diepgang. Het continent waar Europa zich tegen kon afzetten. Haar plan was om er een jaar te gaan studeren, vooral om haar Engels te verbeteren. Het bracht Oldenziel veel meer.
„In Amerika leerde ik, er niet vanuit te gaan dat de ander dom is. Wat in Europa wél de intellectuele houding is. Ik werd er gestimuleerd mijn potentieel helemaal uit te buiten. Ook mannelijke docenten omarmden vrouwenstudies, mijn mond viel open. Ze stimuleerden me alles uit mezelf te halen, zonder allerlei MeToo-achtige situaties.
„In Nederland had ik op dat vlak verschrikkelijke dingen meegemaakt op de middelbare school. Daar had je toen geen woorden voor, dus je probeerde er maar mee om te gaan. Je werd weggezet als leuk ding, of als te ambitieus. Omdat we allemaal links en progressief waren, hoefden we zogenaamd niet aan feminisme te doen. Toen ik in 1991 weer terugkwam vond ik het waanzinnig hoe Nederland achterliep in de omgang met seksisme en ook racisme.”
Toch bent u niet in Amerika gebleven.
„Een universiteit had me een vaste baan aangeboden. Maar ik dacht: als ik blijf, ben ik geamerikaniseerd. Dan heb ik geen kritische blik meer.
„Ik wist ook: kinderen opvoeden in Amerika, dat is een soort gouden strop. Je moet voortdurend geld verzamelen om ze een goede opleiding te kunnen geven. Ik kende de waarde van de Nederlandse publieke sector. Met de opleiding die ik had gehad stond ik al 10-0 voor op mijn leeftijdgenoten in Amerika, die met enorme studieschulden zaten.
„Toen ik terugkwam was de Europese integratie een enorm thema, met het verdrag van Maastricht en allerlei vragen waarvoor Amerika ook had gestaan, zoals de verhouding tussen de deelstaten en het geheel. Dat vond ik erg leuk. Het was een goede tijd om terug te komen.”
Het duurde wel even voor Oldenziel in Nederland haar stem als Amerikaduider had gevonden. „Amerika is als vrouwen en voetbal: iedereen hier heeft er een mening over, iedereen is deskundig. Dat is lastig als je er een academische graad in hebt. Daar wordt wat lacherig over gedaan: haha, jij bent expert. Als mensen dingen over Amerika beweerden waar ik veel over wist, dan dacht ik: ik houd m’n mond maar, want waar moet ik beginnen?”
Hoe bent u vaste gast geworden op televisie en radio?
„In 1997 kwam president Clinton naar Nederland, voor de viering van vijftig jaar Marshall-hulp. Ik zat in een middagprogramma toen er breaking news kwam over een aanklacht tegen Clinton wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag. [Historicus] Maarten van Rossem naast me deed het lacherig af. Ik schatte dat heel anders in, doordat ik in Amerika les had gegeven en weet wat seksuele intimidatie op de werkplek daar betekent. Het werd een van de grootste zaken van politiek Amerika.
„Vanaf dat moment werd ik vaak gevraagd. Vanwege het contrast ook vaak met Van Rossem: hij de man met die stoppelige baard, en ik het leuke plaatje ernaast. Daar was de televisie dol op. Ik probeerde altijd analytisch te zijn, geen commentator. Zo ontdekte ik hoe ik over Amerika kon praten, zo heb ik mijn stem gevonden.”
Maar de afgelopen jaren horen we die stem niet meer.
„In 2016, toen Trump voor het eerst gekozen werd, heb ik de avond ervoor op een bijeenkomst van hogere ambtenaren gezegd: hier is een fascist. En ik liet me bij een paneldiscussie verleiden om te zeggen: ik denk dat Hillary Clinton wint. Daar werd ik de volgende dag, toen Trump gewonnen bleek te hebben, op aangesproken.
„Daarna werd ik nog wel voor een aantal programma’s gevraagd, maar ook heel snel afgeserveerd en als vrouw geïdentificeerd met Hillary. Terwijl het natuurlijk onbegrijpelijk was, dat Trump was gekozen. Ik werd niet meer als deskundige gezien, maar als vrouw. En fascisme, dat kon je niet zeggen, want het viel toch allemaal wel mee met Trump, hij meende het toch niet?
„Dat Biden in 2020 werd gekozen, begreep ik eigenlijk ook niet. Toen realiseerde ik me: kan ik nog wel deskundige zijn? Toen ben ik gestopt.
Ik heb ooit voor iemand gewerkt die dezelfde persoonlijkheid had als Trump, dus ik herkende zijn pathologie onmiddellijk
Bent u als hoogleraar Amerikaans-Europese Techniekgeschiedenis niet bij uitstek geschikt om het Amerika van Trump, met de invloed van de masculiene techbros, te duiden?
„Ik heb ooit voor iemand gewerkt die dezelfde persoonlijkheid had als Trump, dus ik herkende zijn pathologie onmiddellijk. Zo iemand is onvoorspelbaar en irrationeel: leeft van het misleiden van anderen, gedijt bij chaos en put zich uit in het ontregelen. Analytisch commentaar is zinloos – al was het maar omdat de huidige mediaformats daar niet meer op toegerust zijn.”
Hoe bent u omgegaan met die man die zich op het werk net als Trump gedroeg?
„Het was een vrouw. Het is onmogelijk om met rede van zo iemand te winnen. In die situatie zitten we nu allemaal. We hebben niets te kiezen. Trump zit daar als president en wij kunnen geen ontslag nemen, we kunnen geen andere baan zoeken om ervan af te zijn.
„Collega’s zeggen vaak: ach, het is een pendule. Er komt altijd een tegenbeweging. Ja, totdat het niet zo is. Dat is ook in Duitsland gebleken. En welke krachten zorgden ervoor dat Hitler uiteindelijk toch verloor? Dat kon alleen omdat Amerika daarvoor de intellectuele, logistieke en militaire kracht had. Dat was het democratisch en academisch superieure Amerika waar ik in de jaren tachtig, nog maar 35 jaar na het einde van de oorlog, naartoe trok.
„Er zijn natuurlijk meerdere Amerika’s, maar dat was mijn Amerika. En mijn Amerika is nu stuurloos.”
Ik hoop dat er überhaupt nog verkiezingen komen. Dat is niet vanzelfsprekend. Die man wil niet meer weg
Heeft het u verbaasd dat mensen die redelijk weldenkend leken – in de Amerikaanse politiek, het bedrijfsleven, de advocatuur – zo snel voor Trump door de knieën gingen en doen wat Trump ze opdraagt?
„Helemaal niet. Als historicus weet ik dat het zo werkt. Duitsland was begin jaren dertig ook een rechtsstaat, natuurlijk wel een beetje wankel, maar met veel weldenkende mensen. Ik heb altijd een negatief beeld gehad van de mensheid, ik geloof niet in het goede van de mens. Je kan jezelf ook niet vertrouwen, dat je het goede doet.
„Januari dit jaar zei ik tegen iedereen in mijn kring die het horen wilde: hoe lang heeft Hitler erover gedaan om de macht naar zich toe te trekken? Nou, dat is dus drie maanden geweest, of vijftig dagen. Dus, zei ik, in maart is het zover. Wen er maar aan. Ik hoop dat er überhaupt nog verkiezingen komen. Dat is niet vanzelfsprekend. Die man wil niet meer weg.”
Is die parallel met het fascisme voor u extra belangrijk, omdat u uit een Joods gezin komt?
„Ik ben opgevoed door een onderduikmoeder. Het is niet voor niets dat ik voorzitter ben geworden van een vluchtelingenorganisatie, TakeCareBnB, nadat Trump de eerste keer gekozen was. Het gaat om de strijd tegen fascisme en racisme. Om democratie en rechtsstaat. Grote woorden, maar nu ze opeens ter discussie staan weten we weer wat hun betekenis is.
Ik ben ermee opgevoed dat het zomaar weer kan gebeuren. Daarom ben ik ook geschiedenis gaan studeren, met specialisatie twintigste eeuw, vooral tussen de twee wereldoorlogen.”
Foto Jagoda Lasota
„Nu zeg ik tegen mijn vrienden in Amerika: hou op met zeggen dat het niet erger kan”
Wat betekenden de verheven idealen uit bijvoorbeeld de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring voor u?
„Ik ben niet naar Amerika vertrokken omdat ik het land zo geweldig vond. Ik kwam uit een kritische traditie. Het idee van Amerika als democratisch gidsland, als City upon a Hill , is natuurlijk altijd omstreden geweest. Maar toen Obama in 2008 werd gekozen, nadat het land zichzelf in de Irak-oorlog helemaal was kwijtgeraakt, dacht ik wel … wow! Het kan dus toch!
„Nu zeg ik tegen mijn vrienden in Amerika – hou op met zeggen dat het niet erger kan.
„Als voorzitter van een vluchtelingenorganisatie ken ik genoeg verhalen van mensen die denken, nee, dat gebeurt niet. En van de ene dag op de andere moeten ze toch die beslissing nemen te vluchten.”
Hoe verlopen dat soort gesprekken?
„Drie voorbeelden uit mijn netwerk. Eén koppel van een topuniversiteit is bezig met het Franse programma om academici daarheen te laten verhuizen. Het zijn kritisch denkende mensen, ze hebben een transkind. Global citizens, voor hen is die stap niet zo groot.
„Dan heb ik een geweldige collega, die zit bij een B-universiteit in een B-baan. Onder zijn studenten zijn heel veel Trump-stemmers. Hij zegt: ik blijf op mijn post, ik ga met mijn studenten in gesprek, dat vind ik mijn morele plicht. Als ik mijn baan verlies, is dat een onderdeel daarvan.
„En dan heb ik vrienden in Washington, om de hoek bij het Witte Huis, die ook de hele wereld rondtrekken. Maar zij willen het gesprek niet aan.”
Bent u in de rouw, over uw Amerika?
„In januari dit jaar was ik gewoon depressief van wat er in Amerika gebeurde. Maar mijn mentale omslag is al sinds 2016 aan de gang. Ik ben nu politiek verweesd. Maar de band met mijn Amerika, in het persoonlijke, is gebleven.”
Serie De VS & wij
Deze zomer interviewt NRC Nederlanders die een sterke persoonlijke band met de VS hebben. Veranderen hun gevoelens en ideeën over het land, nu dat onder Trump zo verandert?
Worden schrijvers overbodig? Ja. Artificial Intelligence (AI) is nog in ontwikkeling, maar nu al zijn er voldoende tools, zeker als je ze in combinatie gebruikt, die een boek kunnen schrijven zonder dat je zelf creatief hoeft te zijn. Het vergt wat studie en oefening, maar het kan, en succes is zo goed als verzekerd, want er is een specifieke voorkeur ontstaan voor een soort middensegment. Daarmee bedoel ik niet zozeer ‘middelmatig’, maar ‘gemiddeld’. En dat treft, want daar moet AI het van hebben. Het creëert nieuwe tekst op basis van vergaarde informatie en gebruikt daar, zo zou je het kunnen zeggen, het gemiddelde van. Je boek is van prima kwaliteit, vol humor als je dat wilt, zonder uitgesproken gemenigheid – want AI is erop getraind om voorkomend te zijn – maar het zal niet van uitzonderlijke klasse zijn. Dat hoeft ook niet, want boeken die buiten het gemiddelde vallen, verkopen minder goed.
Kan iedereen nu boeken schrijven? Nou, dat gaat misschien twee of drie jaar goed, maar waarom zou een uitgeverij in zee gaan met een amateur van buiten, als er ook gebruik kan worden gemaakt van een redacteur die al in dienst is en dat veel beter kan?
Hoe werkt dat? Romans over moeders doen het goed in de verkoop. En dus vraagt de uitgever aan de redacteur om een roman te creëren over een vrouw met kinderwens die overhoop ligt met haar moeder. De redacteur voert de gewenste gegevens in en zet het schrijfprogramma aan het werk. Na elk stukje controleert de redacteur wat AI geschreven heeft, verbetert dat – iets wat redacteuren sowieso al gewend zijn te doen – en laat het programma of een ander programma verder schrijven. Na een paar dagen is het boek klaar en meteen ook geredigeerd. De uitgever laat AI een rechtenvrij omslag maken, compleet met belettering, en klaar is Kees. Nauwelijks kosten en geen royalty’s verschuldigd, want de redacteur is in vaste dienst.
‘Dat willen wij niet!’ hoor ik u roepen. ‘Kunnen we daar iets tegen doen?’
Nee, dat kan niet. Met zijn allen zorgen we er steeds vaker voor dat auteurs met een eigen stem en met bijzondere concepten, buiten de boot vallen. We vinden ze té bijzonder en niet geschikt voor een specifieke doelgroep of juist voor een breder publiek, of ze schrijven over een thema dat we ongewenst vinden. En zo zorgen we ervoor dat de bestsellerlijst over vijf jaar voor driekwart vol staat met boeken die door AI geschreven zijn. Omdat we nu eenmaal niet houden van buitenbeentjes.
Ted van LieshoutAmsterdam
HogesnelheidstreinenHet is geen overbodige luxe, een goed werkend ov-systeem in Europa
In zijn opiniestuk bestempelt Carlo van de Weijer een Europees hogesnelheidsnetwerk als economisch en ecologisch onverantwoord (15/7). Hij zet het collectieve ov-project weg als een dure droom en schuift de oplossing richting slimme technologieën, individuele flexibiliteit en luchtvaartinnovaties.
Maar duurzame mobiliteit draait niet alleen om innovatie: het draait om inclusie, systeemdenken en publieke regie. Het internationale spoor is geen overbodige luxe, maar een essentiële schakel in een rechtvaardig en toekomstbestendig vervoerssysteem.
Zeker: hogesnelheidslijnen zijn kostbaar en complex. Maar dat maakt het des te belangrijker om spoor niet als op zichzelf staand project te beoordelen, maar als onderdeel van een multimodaal systeem: fiets, trein, lokaal ov en deelmobiliteit. Internationale treinverbindingen versterken dat geheel, maken reizen over langere afstanden realistischer zonder vliegtuig, en verminderen de druk op de auto die ons openbaar domein al domineert.
Caren SchipperusWijchen
Lees ook
De opinie van Carlo van de Weijer: Een Europees hogesnelheidsnetwerk is niet zo’n goed plan
‘Dutch Treat’Zo steunt Europa Trump
Wat gebeurt hier nou? Rutte en Zelensky zijn hartstikke blij met Trumps toezegging om meer wapens naar Oekraïne te sturen. Maar de Europese landen gaan ervoor betalen.
Een traktatie waarvoor je zelf mag betalen heet in Amerika een ‘Dutch treat’. Wij noemen dat een sigaar uit eigen doos. Het zijn er in dit geval zelfs twee: Trump mag zich wentelen in zijn rol als weldoener, en Amerikaanse wapenfabrikanten mogen zich heugen in forse bestellingen.
Jan WarndorffUtrecht
Lees ook
Europa mag Amerikaanse wapens kopen voor Oekraïne, maar meer details heeft Trump zelf ook niet
Religieuze scholenDe gezamenlijkheid van de samenleving lijkt aangetast te worden
Aylin Bilic schrijft over de komst van islamitische middelbare scholen in haar column (Nog meer kinderen die niet gemengd gymmen, 16/7). Ik kreeg er een beklemmend gevoel bij, met name omdat ik de segregatie herken.
Als we deze ontwikkeling (eigen basisscholen, eigen middelbare scholen, ‘eigen’ wijken met eigen regels) oogluikend blijven toestaan, is dit funest voor de gezamenlijkheid van de samenleving en een verschrikking of ronduit beangstigend voor sterke vrouwen zoals Lale Gül of mensen met een seksualiteit of gender die niet tot de meerderheid behoort. Hier mag juist gericht en kritisch beleid op komen.
Natascha MinneboUtrecht
Religieuze scholenLui en tendentieus punt
In haar column heeft Aylin Bilic een lui en tendentieus dieptepunt bereikt. Met voornamelijk hearsay uit De Telegraaf en kwalijke insinuaties over de toekomst. Voeg nog een paar sneren naar GroenLinks en D66 toe, en je hebt een stuk waar de PVV zijn vingers bij aflikt.
Ik houd ook niet van religieuze scholen, maar noem dan ook refo-scholen als je over radicale gelijkheid van man en vrouw en lhbtqi-rechten begint.
C. ThissenEde
RoboticaHoe leeft het varken verder?
NRC schrijft over een onderzoek waarin robots oefenen op het verwijderen van galblazen bij varkens, niet omdat die varkens daarmee problemen hebben maar omdat artsen willen leren hoe robots een dergelijke operatie kunnen uitvoeren op mensen (11/7).
Ik vroeg me af, en las in het artikel niet terug, hoe het nu gaat met die varkens, zonder galblaas. Kunnen die net als mensen desnoods ook zónder? Maar ik moet goed lezen: de galblazen waren al verwijderd.
Leeft bij mij nog steeds de vraag hoe dat ging, met het varken. En welke afwegingen daaraan ten grondslag liggen. Heeft de redactie hier niet een dimensie laten liggen?
Anjo RoordaUlicoten
Elektrische fietsWij hebben bio-bikes
Het stuk van Marc Oskam (Het is tijd voor wat e-bikeschaamte, 11/7) herinnerde me aan de begroeting door een Duitse hotelhoudster onlangs. Mijn vriend en ik kwamen bezweet en voldaan bij haar aan na een dag fietsen langs de Rijn. Ze vroeg of we op een e-bike waren gekomen, zoals die dingen ook in Duitsland heten. Toen wij (70 en 67) dat met tevredenheid ontkenden, complimenteerde ze ons: „Ah, sie haben bio-bikes!” Inderdaad, zonder vervuilende accu’s, met uitsluitend de energie van een bruine boterham en een stuk appeltaart.