Column | Kunst is de perfecte prestigeverstuiver

‘Alles van waarde is weerloos’ schreef Lucebert. Klinkt goed, maar de dichter had het mis. Het lijkt maar zo. In februari 1933 maaide de Gestapo het oeuvre van de Joodse schrijver Joseph Roth weg. Dachten ze. Nu verschijnt zijn Aardbeien in vertaling – ik zal het gretig lezen, het zal prachtig zijn.

Kunst is aantrekkelijk, ook voor hen die erop afgeven, want kunst is de perfecte prestigeverstuiver. Al maalde president Trump nooit om de kunsten (tenzij je de ont-queerde versie van The Village People meerekent), nu kondigde hij aan de macht te grijpen in het John F. Kennedy Center for the Performing Arts in Washington. Hoezo? Nou… „We are going to make the Kennedy Center […] GREAT AGAIN.” Ja, dat weten we nu wel. Maar de lava van Trumps besluiten schroeit uitgekiend – dat Kennedy Center moet iets hebben wat hem en zijn paladijnen uitkomt in termen van propaganda.

Propaganda moet het hebben van ‘Mag niet, vernietig!’ Maar wat valt er te halen? Het Center programmeert bedaagd. Geen woke popgroepen, geen avant-gardedans, geen insubordinerend toneel. De muziektheatervoorstelling Schmigadoon wordt zelfs aangeprezen als ‘a classic Golden Age musical come to life’, wat rijmt met de ‘Vision for a Golden Age in Arts and Culture’ die Trump voor het Center voor zich ziet.

Alarm. Voor de maand maart staat het Earth to Space Festival op het programma. Echt iets voor Marsman Musk, toch? Zou je denken. Maar het Kennedy Center verwacht gedachten over het behoud van planeet Aarde te stimuleren door kunstenaars, astronauten en wetenschappers samen de wonderen van het universum te laten beschouwen. Dat is kunst over de klimaatcrisis. Hier openen zich mogelijkheden voor Trump. Vervang het door kunst over de zegenrijke opwarming van de Noordpool. Of zoiets. Ik vrees het ergste.

President Donald Trump danst met de Village People, januari 2025. Foto REUTERS/Brian Snyder

Bestaat er kunst die zich schuldig maakt aan hulp bij misbruik en intimidatie? Jawel. Machtsdronken natieleiders lijven graag kunstenaars in, hoe beroemder hoe beter. Maar het liefst hebben ze de kunsten als boksbal. Het is makkelijk meppen. Evenementen afblazen is fijn theatraal, net als het verbieden van boeken en het afknijpen van kunst omdat die ‘elitair’ is en het arresteren van kunstenaars (want daar loopt het op uit). Onder hun aanval zijn de kunsten inderdaad weerloos, en het effect is fiks. Maar het werkt niet.

Uiteindelijk gaan de kunstlakeien watertrappelend in het moeras kopje-onder. Alleen hun modderfiguur laten ze na.

Intussen zijn gedichten uit het hoofd geleerd, schilderijen verstopt, manuscripten weggesmokkeld. Illegale huiskamerconcerten onthouden de noten. De Sovjet-Unie verklaarde de overgelopen Rudolf Noerejev dood. En terwijl de Russen het zonder hem moesten doen, genoot de rest van de wereld van zijn uitzonderlijke danstalent.

Je krijgt kunst wel klein maar niet weg.