Column | Kom niet aan Joost

Is ‘TRAFIK!’, de nieuwste release van Joost en Käärijä, zo sterk dankzij de knuffelfries zelf? Of is dat de verdienste van de Fin, de publiekswinnaar van Eurovisie 2023 (met ‘Cha Cha Cha’). Voor de kinderen een uitgemaakte zaak. Kom niet aan Joost. Ik moest even aan Joost Klein wennen, maar ook ik vind hem groots. Eerst was er de aanloop naar het Songfestival, waarvoor de voorbereiding bij ons thuis al in februari begint. Vrijwel direct konden de jongens (7 en 10) de tekst van ‘Europapa’ woordelijk meezingen en hakken op de hardcorebeats.

Dat bleek geen geïsoleerd voorbeeld. Tijdens Koningsdag werd op straat op ‘Europapa’ gedanst. En heel groep drie begon te springen als de leerkracht op verzoek Joost Klein aanzette. Bij een uitstapje naar een boerderij met lammetjes, kort voordat in mei het Songfestival zou beginnen, was ik rijouder. Een van de Syrische klasgenootjes zat bij mij in de auto. Het is een bewegelijk en vrolijk meisje dat in de regel weinig zegt. Althans, niet tegen volwassenen. Mijn zoon was dashboard-dj en ‘Europapa’ ging op vol volume. De hele achterbank deinde terwijl we over de dijk slingerden. Noem me een sentimentele dweil, maar ik schoot vol toen ook zij keihard „ik heb geen visum nodig om bij je te zijn” meebrulde.

Maar toen begon het festival. En kwamen de berichten. Joost was stout geweest. Joost kreeg straf en mocht niet meedoen in de finale. We waren op familieweekend en ik wilde niet te veel op mijn telefoon zitten, maar ik bleef verversen. Wat had hij gedaan? En vooral, hoe zou hij daarop reageren?

De kinderen volgden het nieuws ook. In de berichtgeving vanuit Malmö overheerste teleurstelling en bij sommige verslaggevers een verongelijkte ondertoon. Wát kon nou zó erg zijn dat hij zo’n tik op zijn vingers verdiende?

In mijn hoofd sorteerde ik alvast voor op een ingewikkeld gesprek als opvoeder. Ik zag voor me hoe Joost op z’n Nederlands verontwaardigd en hooghartig van zich af zou bijten. Wij hebben altijd gelijk en de rest van de wereld bestaat uit aanstellers. Wie is die EBU dat ze denken hém, nota bene de populaire übereuropeaan, te kunnen bestraffen?

Maar dat deed hij niet. Joost bleef stil. Joost gaf geen persconferentie. Joost wentelde zich niet in zijn pech. Joost accepteerde de straf, een kleine „fuck EBU” tijdens een buitenlands optreden daargelaten.

Zijn teleurstelling bracht hij in de weken daarna onder woorden in liedjes, vol ironie, verwijzingen, grapjes en boodschappen die iedereen, van groep drie tot de tachtigjarige, kan begrijpen. „Je vraagt me waarom, maar ik ben niet dom. Laat me maar vliegen in m’n luchtballon.” En in ‘Een Rare Vogel’ over gepest worden en je daar niets van aantrekken.

Iedereen maakt fouten, spreekt uit zijn teksten. „Het verleden doet zeer, maar heb ervan geleerd.” Dat moet je dan verwerken. „Geef me even, geef me effe.”

Daar kunnen we wel wat mee aan de keukentafel.

Marloes de Koning vervangt Petra de Koning.