Column | Kiezen voor een ander

Misschien moeten we morgen allemaal voor een ander stemmen. Voor een echte ander, misschien je buurvrouw, je kind, of een stadsduif. Of voor een abstracte ander, zoals iemand die nog niet bestaat. Om te bepalen wat rechtvaardig is, schrijft filosoof John Rawls, kun je een gedachte-experiment uitvoeren: stel je voor dat je bij de keuze die je moet maken achter een sluier van onwetendheid over je eigen positie zit. Gender, kleur, economische status, leeftijd (en, zo voeg ik toe: soort), je weet niet hoe je eraan toe bent. Vanuit dat uitgangspunt zul je kiezen voor het algemeen belang, de meest rechtvaardige uitkomst voor iedereen. Dit is een goede oefening voor het stemmen. Het tilt je even boven je eigen positie uit zodat je kunt zien wat er eigenlijk op het spel staat.

Maar stemmen gaat niet over rechtvaardigheid, zullen sommigen onder u nu tegenwerpen. Het gaat om onze belangen! Die moeten we beschermen! Onze belangen zijn natuurlijk altijd verweven met die van anderen (en je eigen positie voor de sluier kan ook ineens veranderen). Maar er zijn ook verschillende manieren om na te denken over politiek.

De Nederlandse verkiezingen worden voorgesteld als een strijd, waarin belangen tegenover elkaar worden gezet en kiezers ingedeeld worden in groepen. Je bent een boer of een stedeling, rechts of links, oud of jong, voor of tegen. Dat is een heel specifieke opvatting van democratie, gevormd door onze geschiedenis, cultuur, economische belangen en andere zaken. Er zijn andere modellen mogelijk. En die moeten we nadrukkelijker gaan verkennen.

Een voorbeeld hiervan zijn burgerberaden. De representatieve democratie, met vierjaarlijkse verkiezingen, is niet zo geschikt om adequaat klimaatbeleid te ontwerpen en uit te voeren, vanwege de gerichtheid op eigenbelang en kiezers. Daarom worden op verschillende plekken door toeval gekozen burgers geconsulteerd, die in een uitgebreide procedure met elkaar in gesprek gaan. Die beraden kunnen zorgen voor sterker klimaatbeleid, mits hun aanbevelingen worden overgenomen, en hebben als bijkomend voordeel dat ze democratischer zijn dan een politiek systeem waarbij mensen eenmaal per vier jaar stemmen. Om echt democratisch te zijn moeten burgerberaden overigens meersoortig zijn, maar daar schrijf ik een andere keer over.

Een ander voorbeeld zijn anarchistische gemeenschappen. Neem de Zapatistas. De Zapatistas zijn oorspronkelijke bewoners van Mexico die na een opstand in 1994 hun eigen bewind oprichtten, los van de staat. Ze ontwierpen een alternatief politiek model gebaseerd op andere waarden, waaronder vrouwenrechten en ecologie, en zorgen zelf voor gezondheidszorg en onderwijs. Iedereen praat mee over politieke besluiten.

Het lijkt alsof ons politieke model noodzakelijk is omdat we eraan gewend zijn. Maar het was ooit anders en kan weer anders. Staten beschermen de rechten en belangen van sommige wezens beter dan die van anderen, en leiden voor velen tot ellende. Voor vluchtelingen, in Gaza en elders. Niets is van ons, zeker het land niet.

Misschien is dit meer iets voor de lange termijn, werpt u nu tegen. Eerst moeten we stemmen. Dat is zo. Ook daarin kunnen we leren van andere politieke systemen, waarin ervan wordt uitgaan dat het eigenbelang altijd verbonden is met het algemeen belang. We hebben allemaal gezonde lucht nodig, goede gezondheidszorg en onderwijs.

Ik stem morgen in elk geval voor de dieren en de kinderen, omdat zij geen stembiljet ontvangen en omdat wat goed is voor hen ook het algemeen belang het meest dient. Kijk zelf in elk geval maar even rond achter die sluier. Dat kan nooit kwaad.

Eva Meijer is schrijver en filosoof. Ze schrijft om de week een column.