
Een wc was er niet, wel een hûske achter de stal waarin een houten troon stond met een gat boven de beerput. De koeien waren nog maar net weg toen mijn ouders ons hier voor het eerst mee naartoe namen, zomer 1968. De boerderij was door de ruilverkaveling leeg komen te staan en werd door boer Terpstra, die ernaast woonde, verhuurd aan vakantiegangers uit de Randstad. Er waren toen al hordes mensen die ’s zomers naar het buitenland gingen – de lonen waren gestegen en iedereen had recht op vakantiegeld – maar dat zag mijn vader niet zitten. Met vijf, later zes kinderen in een Daf naar de Dordogne? Gekkenwerk. Dus gingen wij jaar na jaar naar Westerein-Harich, een buurtschap in Gaasterland, Friesland. Dan konden we op zondag ook gewoon naar de protestantse dorpskerk. Voor de verhuurbaarheid liet boer Terpstra in 1969 een wc, een douche en een boiler installeren, maar verder bleef alles zoals het was toen de oude boer en boerin er nog woonden. In de keuken: hun petroleumstel. In de achterkamer: hun eettafel met hun stoffige smyrnakleed. In de voorkamer: hun kolenkachel. „Mijn oudste zus en ik”, zeg ik tegen Josien Tuinier als we de trap naar de zolder op zijn geklommen, „sliepen in hun bed.”
„Met hun matras er nog op?”, vraagt Josien.
„Hun diep doorgezakte matras, ja.” En toch: alleen maar goeie herinneringen.
Nu staat hier het met fris linnengoed opgemaakte tweepersoonsbed van Josien en haar man Jacky. Hun vier kinderen hebben ieder hun eigen slaapkamer op de verdieping die in de oude stal is gebouwd. In het midden: de met natuursteen beklede badkamer. Josien heeft me beneden al de woonkeuken met kookeiland en vloerverwarming laten zien, de loungebanken en de breedbeeldtelevisie, en ondertussen stond haar dochter Regina met de keukenmachine deeg te kneden voor brownies. „Mem”, roept ze nu naar boven. „Ik moat sûkelade smelten. Moat dat béchamel?”
‘Do bedoelst au bain marie”, zegt haar moeder. „Béchamel is saus foar lasagna.” Ik denk aan de sperziebonen die we hier vroeger aten, de Friese kleiaardappelen, de gevulde koeken van bakker Prins van wittebonenpuree met amandelessence.
Josien en Jacky Tuinier kochten de boerderij in 2020 en toen was die al verbouwd. „In mediterrane stijl”, zegt ze. „Veel zacht roze en overal ronde vormen.” Dat hebben ze er allemaal uit gesloopt. Ze zijn allebei in Harich geboren. Josien staat voor de klas en Jacky was boer, tot het werk niet meer rendeerde. En nu? „Nu melkt hij voor de boer die de pacht heeft overgenomen.” Driehonderdveertig koeien, elke ochtend. Jacky Tuinier staat élke ochtend om kwart over drie op. En na het melken, zegt Josien, gaat hij naar zijn werk. Zijn werk? „De Heus Voeders. Hij gaat bij de boeren langs om ze te adviseren.” Dat melken, zegt ze, doet haar man vooral omdat boer-zijn in zijn bloed zit.
Jannetje Koelewijn vervangt deze woensdag Gemma Venhuizen.
