
Het hoge woord is eruit: Dilan Yesilgöz wil niet meer met de PVV regeren. Maar, let op: ze vindt GroenLinks-PvdA óók heel vervelend. De PvdA is door GroenLinks „uit het midden van de Nederlandse politiek gerukt”, aldus Yesilgöz maandag in een stuk op de VVD-site. Een krasse uitspraak, want is niet juist de VVD door de PVV uit het midden van de Nederlandse politiek gerukt? Had Yesilgöz vorige week niet gezegd het „helemaal eens” te zijn met het ‘tienpuntenplan’ van Geert Wilders, waaronder het denaturaliseren van mensen die al hun hele leven in Nederland wonen?
Goed, terug naar het stuk. Op die krasse uitspraak volgt een alinea over GroenLinks-PvdA: „Zo zien we bij radicaal-links steun voor campusbezettingen met alle vernielingen en kosten van dien, wordt door sommigen gezegd dat 7 oktober een daad van verzet was, en wordt geweld dus genuanceerd wanneer het in het ideologische straatje past. Er wordt geëist dat gewone, hardwerkende Nederlanders hun leven aanpassen naar hoe de radicalen het willen. Dit is niet de beweging die het in Nederland voor het zeggen moet krijgen.”
Een verwarrende tekst. Welke mensen binnen GroenLinks-PvdA steunen de vernielingen op campussen, en hoeveel invloed hebben zij? Wie zeggen dat 7 oktober een daad van verzet was? Niet de partijleiding, in elk geval. En wie eist dat gewone, hardwerkende Nederlanders hun leven aanpassen? Op welk vlak? Gaat het hier nog steeds over steun voor Hamas, of is Yesilgöz afgedwaald naar andere ‘radicale’ eisen zoals vegetarisch eten en minder vliegen? En hoe wordt dat dan precies geëist? Rationeel gezien valt er aan deze alinea geen touw vast te knopen: ze is een belediging voor iedereen met een IQ boven de 70. Het roept de vraag op wat er aan de hand is met de liberale partij, die zich altijd heeft gepresenteerd als een kind van de Verlichting.
Even voor de duidelijkheid: ik ben geen VVD-hater. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in het liberalisme, en heb ooit voor mijn bachelorscriptie vijfentwintig jaargangen van Liberaal Reveil doorgeploegd, het tijdschrift van het wetenschappelijk bureau van de VVD. Juist daarom ben ik extra verbaasd over het dédain voor denken dat blijkt uit teksten als deze.
Dinsdagochtend werd duidelijk wat er aan de hand was: sinds 2016 mikt de VVD niet meer op de ratio, maar op het intuïtieve deel van ons brein. Voormalig campagnestrateeg Bas Erlings vertelde in NRC over deze strategie, gebaseerd op het werk van de gedragspsycholoog Daniel Kahneman. Volgens Kahneman zijn er in onze hersenen twee systemen actief, het snelle en het trage. Verreweg de meeste beslissingen worden genomen door Systeem 1, het terrein van de emoties, intuïtie en automatische piloot. Systeem 2, dat van de ratio, wordt pas ingeschakeld als Systeem 1 er niet uitkomt. Vaak zoekt het trage systeem achteraf argumenten bij wat het snelle al besloten heeft.
Op basis van deze bevindingen ontwierp Erlings de ‘Pleur op’-campagne, met als hoogtepunt de brief ‘Aan alle Nederlanders’, die begin 2017 werd afgedrukt in verschillende kranten. „Soms lijkt het wel alsof niemand meer normaal doet”, schreef Mark Rutte, waarna hij vaag hintte naar nieuwkomers die hier de sfeer verpesten. Er stond verder niks concreets in, maar daarvoor was de brief ook niet bedoeld, schrijft Erlings in zijn deze week verschenen boek Het spel van de populist: Rutte wilde zich een weg banen naar het snelle brein. „Bewust kozen we voor een scherpe tweedeling, wij versus zij.” Door vaag te verwijzen naar een bedreiging van het ‘wij’, wist Rutte emoties als angst te activeren en zichzelf op de kaart te zetten als leider bij wie het land in goede handen was.
Rutte won de verkiezingen in 2017 glansrijk. Achteraf heeft Erlings dubbele gevoelens over de polariserende campagne, zei hij in NRC, „omdat nu veel duidelijker is wat de gevolgen zijn van polarisatie, en hoe snel het kan gaan”. Toch blijft hij erbij dat je niet van populisten als Wilders wint zonder inzet van de gedragspsychologie. In zijn boek adviseert hij de campagneleiders van nu om niet emoties als angst te activeren, maar positieve emoties zoals hoop en optimisme. Als lichtend voorbeeld noemt hij Obama en, hou je vast, Jesse Klaver.
Het zou hilarisch zijn als het niet zo treurig was: de man die in 2017 alles op alles zette om de kiezer bang te maken, begint acht jaar later, als het hele debat draait om angst, over de kracht van hoop. Een beetje laat, en aan dovemansoren gericht, afgaande op het laatste schrijfsel van Yesilgöz.
Er is één vraag die Erlings niet behandelt. Kan een campagne ook op beide denksystemen gericht zijn? Oftewel, is er een strategie mogelijk die de emoties bespeelt, maar geen middelvinger opsteekt naar de ratio? Dat zou een liberale partij, die zich ziet als verdediger van de rede en het vrije individu, toch moeten nastreven. Yesilgöz zou haar afkeer van links kunnen verwoorden op een manier die zowel rationeel als emotioneel hout snijdt. In plaats daarvan neemt ze zo’n lompe shortcut naar het snelle brein dat zelfs dat snelle brein hopelijk denkt: hier trap ik niet in. Is er nou niemand bij de VVD die dit gênant vindt?
Floor Rusman ([email protected]) is redacteur van NRC
