Wat nu Duitsland is, het grootste land van Europa, was in de middeleeuwen één grote lappendeken van autonome bisdommen, vorstendommen en stadstaatjes. Allemaal waren ze apetrots en soeverein. Maar vanaf de zeventiende eeuw kregen ze het moeilijk. Ze werden omringd door alsmaar sterkere, grotere staten en imperia. Die centraliseerden hun macht, hieven steeds meer belasting, veroverden koloniën, bouwden imposante vloten en gebruikten handelsondernemingen om hun macht ver buiten hun landsgrenzen te projecteren. Ze gunden elkaar het licht in de ogen niet. De Duitse ministaatjes hadden geen verweer. Ze werden gebullied, genegeerd, onder de voet gelopen, weggeconcurreerd.
Ingeklemd tussen het imperiale Amerika van Donald Trump, het imperiale Rusland onder Vladimir Poetin en het imperiale China onder Xi Jinping, zitten Europese landen een beetje in de situatie van die Duitse staatjes destijds. Met één verschil gelukkig: deze staatjes waren verenigd in het Heilige Roomse Rijk, dat zo machteloos en vastgeroest was dat het zich nooit kon meten met zijn ambitieuze buren, laat staan zich kon aanpassen aan een veranderende wereld. Europese landen doen dat in de EU ook niet perfect, maar wel een stuk beter.
De Duitse ministaatjes hadden zich al in de middeleeuwen verenigd in het Heilige Roomse Rijk, om de onderlinge vrede te bewaren. Maar dat Rijk bleef los zand omdat geen van die (honderden!) staatjes bereid was macht af te staan aan een centrale autoriteit en geld te steken in gemeenschappelijke voorzieningen. Het Rijk had prachtige rituelen, maar was geen staat en had geen ambtenaren, geen leger en geen belastingen – deze dingen werden soms besproken, maar de meeste staatjes schoten het meteen af. Voltaire zei eens dat dit rijk noch heilig was, noch Rooms, noch een rijk. Daardoor telden deze ministaatjes amper mee in Europa en waren ze overgeleverd aan de grillen van machthebbers als Napoleon, de tsaar of de sultan.
Ten slotte hield zelfs hun keizer het voor gezien. Die focuste liever op zijn ándere rijk, het Habsburgse Rijk, dat wel een staat was, een leger(tje) had en een functionerende bureaucratie. Bij het Congres van Wenen, in 1814-1815, hield het Heilige Roomse Rijk op met bestaan. Het verdampte gewoon. De staatjes werden in 1871 ingelijfd bij het Duitse keizerrijk.
De EU lijkt een beetje op het Heilige Roomse Rijk: het is evenmin een staat en de lidstaten zijn ongelooflijk dominant en machtig in Brussel. Ook hun weerzin tegen een overkoepelende autoriteit met een flink budget is een overeenkomst. Maar het verschil is dat de EU het roer afgelopen jaren meermalen radicaal heeft omgegooid, als het niet anders kon. Ze lijkt amper nog op haar voorloper uit de jaren vijftig. Toen, na de oorlog, draaide alles om wederopbouw, handel en hongerbestrijding. Meer was niet nodig, vond men. De Amerikanen zorgden voor veiligheid en defensie. Plannen voor een politieke unie en defensie-unie werden van tafel geveegd.
De Amerikanen azen zelfs op Europees grondgebied
Maar nu om Europa heen oude imperiale impulsen weer de kop opsteken, zijn die dingen wél nodig. Juist nu vinden de Amerikanen dat Europa zichzelf maar eens moet verdedigen, en Oekraïne erbij. Ze azen zelfs op Europees grondgebied. Terwijl ze in de jaren vijftig West-Europa hielpen een open, geïntegreerde economie op te zetten (als stootwil tegen het communisme: welvarende arbeiders stemmen gematigd), ondermijnen en verzwakken ze nu de Europese interne markt.
De voorstellen die de Europese Commissie deze week heeft gedaan om de markt te beschermen, onder meer met ‘Koop-Europees’-achtige aanbestedingsregels en tegemoetkomingen aan Europese bedrijven, waren zeventig jaar geleden als puur protectionisme afgedaan. Nu moeten we wel. Hetzelfde geldt voor de onderhandelingen over een Europese defensie: dat is geen luxe meer, maar noodzaak. Er komt nog meer: een sterkere euro (andere munten worden als wapen ingezet), een groter budget, Europese belastingen. In een mercantilistische wereld is het pompen of verzuipen.
De Duitse ministaatjes zijn indertijd verzopen. Moderne EU-lidstaten wekken gelukkig niet de indruk hetzelfde van plan te zijn.
Zijn oud-collega’s omschrijven hem als „onzichtbaar”, een „einzelgänger” met een wat merkwaardige manier van communiceren. Maar de chipwereld zit vol technici met een gebruiksaanwijzing. Vandaar dat niemand bij ASML of NXP vermoedde dat hun collega German A., een 43-jarige Russische ingenieur, stiekem informatie verzamelde om een chipfabriek in Rusland te bouwen.
Donderdag dient in Rotterdam de rechtszaak tegen A. over het vermeende stelen van bedrijfsgeheimen van chipmachinefabrikant ASML en chipproducent NXP. Het Openbaar Ministerie beschuldigt hem ervan dat hij handleidingen voor de productie van chips en chipmachines doorspeelde.
Deze documenten, dacht A., zouden helpen bij de totstandkoming van een nieuwe chipfabriek in Rusland, die aan de oorlogsindustrie zou kunnen leveren. Raketten en drones hebben chips nodig, maar Rusland heeft amper een eigen chipindustrie. Sancties knijpen de toegang tot Westerse technologie af. A. zag een kans om wat bij te verdienen met gestolen kennis. Volgens specialisten die NRC sprak, ging het om vrij generieke en „wijdverspreide” informatie, ook al was het als ‘vertrouwelijk’ gelabeld.
A. zit sinds augustus vorig jaar in voorarrest op verdenking van verduistering en het overtreden van de sanctiewet. Uit de aanklacht blijkt dat hij ruim voor de invasie in Oekraïne in 2022 al informatie verzamelde, die hij later zou delen met een handlanger in Rusland, via appjes en een gedeelde Google-drive. Ook zou hij geld gekregen hebben toen hij in Moskou een usb-stick met documenten afgaf, na contact met de Russische inlichtingendienst SVR. Die dienst houdt zich actief bezig met het vergaren van kennis over wetenschap en technologie van buitenlandse mogendheden.
De ingenieur hangt onder meer een inreisverbod van twintig jaar boven het hoofd, opgelegd door immigratiedienst IND.
A. hangt onder meer een inreisverbod van twintig jaar boven het hoofd
Elektronenbundels
De Rus werkt sinds 2015 voor Nederlandse techbedrijven. Hoe kwam hij daar binnen? Hij liep in 2008 en 2009 stage bij het Belgische onderzoeksinstituut IMEC. Daarna ging hij aan de slag bij de Griekse onderzoeksinstelling NCSR en werkte bij GlobalFoundries, in de Dresdense fabriek van de Amerikaanse chipfabrikant.
In 2015 begon hij bij het Nederlandse Mapper, een start-up die voortkwam uit de TU Delft. Mapper werkte aan e-beam-technologie – gebundelde elektronenstralen die chippatronen kunnen schrijven. Deze methode was bedoeld om te concurreren met ASML’s lithografiemachines, die werken met licht.
Vanaf 2012 had Mapper een grote Russische investeerder, Rusnano. In ruil voor die kapitaalinjectie bouwde Mapper een fabriek in Moskou, die MEMS (micro-electromechanische systemen) ging maken – chips met kleine lensjes die elektronenstralen richten. Ze gebruikten daarvoor onder meer een ouder lithografiesysteem van ASML.
Eind 2018 ging Mapper failliet, waarna ASML op aandringen van de Nederlandse overheid de boedel overnam. Achter de schermen zette het Pentagon Nederland onder druk om te voorkomen dat de gevoelige techniek in Russische of Chinese handen zou vallen. ASML kocht de Mapper-patenten en nam begin 2019 ruim honderd Mapper-ingenieurs in dienst die vanuit Delft hun elektronenbundels inzetten voor metrologie, de inspectie van chips. Daar zaten ruim tien Russische medewerkers bij. Ook A., die vanaf dat moment onder de ASML-divisie ‘Applicaties’ werkte.
Al was A. geen hoogvlieger, zijn naam staat toch onder vier ASML-patenten
Patenten
A.’s carrière raakte echter in het slop, blijkt uit gesprekken die NRC voerde met personen die hem kennen. Vanwege de gevoeligheid van de zaak willen ze niet met hun naam in de krant. De verdachte wordt omschreven als „onzichtbaar” en „geen groot licht”. Maar dat hij informatie zou stelen, vermoedde niemand.
A. was een operator, iemand die de chipmachines bediende die elektro-optieken maken. ASML besloot de productie van die onderdelen echter uit te besteden en A. bleek niet de geschikte persoon om de toeleveranciers aan te sturen. Hij probeerde zich te „verbreden” maar ontbeerde de nodige theoretische kennis. De chipmachinemaker besloot zijn contract na 2021 niet meer te verlengen.
Al was hij geen hoogvlieger, A.’s naam staat wel onder vier ASML-patenten, waarvan de laatste nog afgelopen maand werd gepubliceerd. Hoe dat kan? Doordat patenten in meerdere landen worden ingediend zit er veel tijd tussen de eerste indiening en indiening in andere landen. De bewuste uitvindingen staan op naam van meerdere personen en het is niet duidelijk of A. de hoofduitvinder was.
Hoger op de ladder
Na ASML ging A. via detacheringsbureaus op zoek naar een nieuwe baan. Hij gaf aan meer aan onderzoek te willen doen – een stapje hoger op de ladder in de wereld van de chiptechnologie. Dat lukte niet, maar hij kon in januari 2022, midden in de coronatijd, als ingehuurde procesmedewerker aan de slag bij NXP in Nijmegen. Tijdens de kennismakingsgesprekken kwam hij over als een betrokken maar introverte technicus, die moeizaam communiceerde. „Hoekig en langdradig”, zeggen mensen die hem kennen.
In het jaar dat NXP A. inhuurde, maakte hij weinig contact met zijn collega’s. Hij vroeg in mei 2022 bij een Nijmeegs bedrijf een offerte voor een tweedehands chipmachine van ASM International. Het ging om een opdampoven, waarmee je nieuwe lagen op een chip kunt aanbrengen. Deze machine was eerst bestemd voor een fabriek in Duitsland, maar daarna veranderde A. het afleveradres naar Israël. Het apparaat werd echter nooit geleverd. Het lijkt erop dat hij probeerde ingrediënten te kopen voor een chipfabriek.
Volgens een verklaring van German A.’s ex-vrouw had hij in eind 2023 contact met Russische wetenschappers om een nieuwe chipfabriek in Rusland te bouwen. De bedoeling was om daar 28 nm-chips te maken (nanometer, een miljoenste van een millimeter). Dat is een vrij gangbare technologie; voor militaire toepassingen zijn namelijk doorgaans geen geavanceerde chips nodig.
In 2023 had A. inmiddels een jaarcontract bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen van de TU Delft. Ook daar leefde hij een teruggetrokken bestaan, maar uit onderzoek is niet gebleken dat hij documenten bij de TU stal.
Wel stonden er op de harddisks van A. bestanden van chipfabrikanten GlobalFoundries en TSMC. In het geval van TSMC, de grootste chipmaker ter wereld, zou het gaan om 88 verschillende documenten. Welke precies, dat is niet bekend. NXP is een klant van dit Taiwanese bedrijf, ASML levert chipmachines aan TSMC. De chipgigant wil desgevraagd geen commentaar geven.
Geen blauwdruk
Op 28 augustus 2024 werd German A. aangehouden na een ambtsbericht van inlichtingendienst AIVD. In oktober 2024 kregen de juridische afdelingen van ASML en NXP het bericht dat A. wordt verdacht van spionage. Beide bedrijven werken mee aan het onderzoek en deden aangifte tegen de ex-werknemer.
Volgens experts van NXP vallen de meeste fabrieksgeheimen in de categorie ‘technische bijstand’. Op de computers en telefoons van A. werden ook 105 documenten van ASML teruggevonden. Sommige daarvan zijn vertrouwelijke presentaties, maar het zijn geen blauwdrukken om chipmachines te bouwen, laat staan een hele chipfabriek.
Oud-collega’s schatten A. niet in als een gewiekste meesterspion, maar als iemand die zijn al wat moeizame carrière vergooide voor contant geld – volgens ingewijden zou het gaan om ongeveer 40.000 euro. Dat geld kreeg hij vermoedelijk van een Russisch bedrijf of de Russische inlichtingendienst. Zijn eigen woning is hij inmiddels kwijt, omdat de huur van zijn woonruimte in Hilversum is beëindigd.
Afgaande op eerdere strafzaken tegen overtreding van de sanctiewet loopt A. de kans op een gevangenisstraf van 18 tot 32 maanden. Het Openbaar Ministerie wil met de zaak een voorbeeld stellen: de Nederlandse economie is sterk afhankelijk van hightechbedrijven en die kennis moet beschermd worden.
ASML en NXP waren eerder al het slachtoffer van spionage. Eind 2023 berichtte NRC dat een aan China gelieerde hackersgroep jarenlang in het NXP-netwerk schuilde. ASML ligt voortdurend onder vuur van hackers en moet zich weren tegen diefstal ‘van binnenuit’. Zo ging een Chinese oud-medewerker er begin 2022 met bedrijfsgeheimen vandoor.
Zowel NXP als ASML hebben de afgelopen jaren de beveiliging van hun interne netwerken opgevoerd. Er zitten digitale ‘muren’ tussen de verschillende afdelingen, zodat medewerkers maar een beperkte hoeveelheid data kunnen inzien en een intern monitoringsysteem registreert verdachte handelingen.
Uit de logbestanden van dat systeem blijkt, vier jaar na dato, dat A. op 16 en 17 december 2020 documenten downloadde die hij helemaal niet nodig had voor zijn werk. Er ging toen echter geen alarm af.
Met de seksuele gezondheid van jongeren en volwassenen in de Lage Landen en Scandinavië is het minder slecht gesteld dan in de rest van de wereld. Maar sinds een jaar of drie, en ook nu weer, is er aan het begin van de Week van de Lentekriebels nogal wat onrust. Tijdens die week geven basisscholen in Nederland gericht aandacht aan het verplichte vak seksuele en relationele vorming. Door die onrust twijfelen sommige ouders of zij hun kinderen wel willen blootstellen aan de manier waarop scholen invulling geven aan hun verplichting. Met die leeftijdsspecifieke seksuele en relationele vorming in Nederland en België is dus door gezamenlijke inspanning van ouders en scholen echter niet zoveel mis.
Kinderen hier beginnen beter voorbereid, met meer plezier, meer in hun eigen tempo en later dan waar dan ook aan hun seksuele carrière. Seksuele en relationele vorming op school gaat, zeker in de lagere klassen, niet over seksuele handelingen, maar over wat je ervoor nodig hebt om als kind en volwassene in wording te zijner tijd je weg te vinden in een levensgebied waar plezier, intimiteit en veiligheid voorop dienen te staan. Daarnaast moet je leren de grenzen van jezelf en van een ander te respecteren en te leren omgaan met alles over je lijf en over seks wat je in de lange weg richting volwassenheid tegenkomt, zowel in werkelijkheid als in de virtuele wereld.
Leugens en laster
Wat er wel mis is, is de sinds een paar jaar terugkerende, bizarre en verwarring zaaiende onrust rond de week van de lentekriebels. Die onrust berust volledig op leugens en laster van kringen rond Forum voor Democratie (FVD) en het sektarische Civitas Christiana. Die bewuste desinformatie doet ouders geloven dat hun kind op vroege leeftijd van alles moet leren over seksuele handelingen als masturbatie, pijpen en beffen. Dergelijke onzin en ook volslagen idiote beweringen over scholen die verplichte lespakketten door de strot zou worden geduwd, maken veel ouders begrijpelijk ongerust. Dat is precies de enige bedoeling van de rechtsextremistische en fundamentalistische religieuze krachten die achter deze slim opgezette anti-campagnes zitten.
De week van de lentekriebels is al twintig jaar een door veel scholen met enthousiasme ingevulde week bedoeld om relationele en seksuele vorming (een wettelijke verplichting) gestalte te geven met als doel om – naast wat ouders thuis op dit gebied wel of niet doen – kinderen bij te staan bij al die leeftijdsspecifieke vragen en uitdagingen die zij tegenkomen bij het ontwikkelen van een autonome persoonlijkheid die later in staat zal zijn om op een gezonde manier om te gaan met de eigen wensen en grenzen en die van de ander.
Lees ook
Tegen alle revoluties, voor Christus en Zwarte Piet
Uiteindelijk hoeven kinderen maar één ding te leren: mijn lijf en (en dus later ook mijn seksualiteit) zijn van mij en van niemand anders. De wetenschap heeft ons geleerd dat hoe autonomer (en met respect voor anderen) iemand zich kan ontwikkelen en hoe meer iemand de kans krijgt om eigen lijf en seksualiteit spelenderwijs te ontdekken, des te groter is de kans op een plezierig seksleven later en des te kleiner de kans op rampen als onbedoelde zwangerschap, soa’s of het ervaren van seksuele grensoverschrijding.
De week van de lentekriebels gaat zeker in de lagere klassen niet expliciet over seks, maar wel over al die vaardigheden, kennis, normen en waarden, die kinderen zich moeten eigen maken om seksueel gezond op te groeien.
Wat de wetenschap ons heeft geleerd, is dat sekspositieve opvoeding en voorlichting de belangrijkste instrumenten zijn bij het ondersteunen van die gezonde seksuele ontwikkeling. Het belang van een sekspositief opvoedingsklimaat wordt langzaam maar zeker door de meeste scholen onderschreven en hoe zij daaraan willen bijdragen is aan die scholen.
Niemand wordt ergens toe gedwongen en kinderen al helemaal niet
Ook volgens veel onderwijsgevenden zelf ontbreekt het hen echter vaak aan vaardigheden, middelen en methoden om daar effectief vorm aan te geven. Om hen daarbij te ondersteunen heeft onder andere Rutgers lespakketten en trainingen ontwikkeld. Veel scholen maken daar in goed overleg met ouders dankbaar gebruik van. Andere scholen geven op een manier die hen beter dunkt vorm aan hun taken op dit gebied.
Open dialoog
Niemand wordt ergens toe gedwongen en kinderen al helemaal niet. Zeventien jaar is dat allemaal probleemloos verlopen, maar nu worden helaas veel scholen geconfronteerd met kleine groepjes ouders die de laster en leugens over de week van de lentekriebels zijn gaan geloven. Terecht dus dat Rutgers ook via de rechter een eind wil maken aan de lastercampagnes van Civitas Christiana. Die getuigen allerminst van goed burgerschap en al helemaal niet van Christelijke verdraagzaamheid. Laten we vooral doorgaan met een open dialoog tussen professionele voorlichters, kennisinstituten als Rutgers en betrokken ouders. Alleen dan voorkomen we dat we qua seksuele gezondheid terugvallen naar de jaren vijftig van de vorige eeuw.
Het geniale van de Europese integratie was de ‘depolitisering’: politieke problemen werden omgevormd tot technische vraagstukken. Dit maakte het mogelijk voor landen om ondanks grote meningsverschillen samen te werken. Door kwesties klein en technisch te houden, en door onafhankelijke instellingen het algemeen belang te laten bewaken. Dit verklaart waarom we richtlijnen hebben in plaats van wetten, waarom er een ‘hoge vertegenwoordiger’ is en geen EU-minister van Buitenlandse Zaken, en waarom de eurobiljetten bruggen tonen die niet bestaan – op een continent met een rijk historisch erfgoed.
Die depolitisering hield de boel bij elkaar. Er was nooit echt een politieke winnaar of duidelijke verliezer. Misschien weinig pathos en passie, maar wel vooruitgang. En, belangrijk, het stelde Europese landen in staat om elke keer weer door een crisis te komen.
Maar nu Trump Europa politiek aanvalt, zal deze technocratische reflex niet volstaan. Trump wil niet alleen specifieke concessies op handel, defensie of regelgeving, maar de EU zelf veranderen. Zijn doel is het verzwakken van centrale EU-instellingen en het versterken van populistisch rechts. Dit is een gevecht om macht, niet om beleid.
Weerbaarheid
In november 2024 had de Europese Commissie draaiboeken klaarliggen voor verhoogde handelstarieven, minder steun aan Oekraïne en Amerikaanse druk om meer te investeren in defensie. De strategie: blijven benadrukken dat Europa wilde onderhandelen, ‘sweeteners’ zoals extra LNG-aankopen aanbieden, en beloftes doen over meer defensie-uitgaven en steun aan Oekraïne. Intussen werkte men aan eigen Europese weerbaarheid, mocht de situatie escaleren. Men hoopte op tegenwicht vanuit het Amerikaanse bedrijfsleven en gematigde Republikeinen, zoals tijdens Trumps eerste termijn.
Twee maanden later blijkt dat we in een totaal andere dynamiek zitten. Trump heeft de EU omschreven als een organisatie die de VS „oplicht” – niet als verkiezingsretoriek, maar officieel vanuit het Witte Huis. Vicepresident J.D. Vance gaf in februari in München een toespraak die de Europese middenpartijen aanviel en populistisch rechts openlijk steunde, vlak voor de Duitse verkiezingen.
Vorige week richtte hij zich op Denemarken, noemde het land een „slechte bondgenoot” en beweerde ten onrechte dat de bevolking van Groenland liever bij de VS zou horen. Intussen wordt Oekraïne afgeperst en krijgt Rusland het ene strategische cadeau na het anderen. En uit ‘signalgate’ hebben we nogmaals geleerd hoe diep de minachting is voor Europa binnen Trumps regering.
Lees ook
De nieuwe Europese defensie-industrie moet sneller, onafhankelijker, groter
Temidden van zoveel politiek vuurwerk valt op dat er nauwelijks echte onderhandelingen zijn tussen Trump en Europa. Over een mogelijk staakt-het-vuren in Oekraïne wordt gesproken met Rusland en soms Oekraïne, maar Europa is afwezig. Binnen de NAVO probeert men Amerikaanse signalen te interpreteren, maar serieuze gesprekken over een herschikking van de taakverdeling binnen het bondgenootschap blijven uit.
Op handelsgebied bezocht EU-commissaris Maros Sefcovic Washington, maar ondanks Europese aandrang kwam het nooit tot onderhandelingen. Beslissingen over handelstarieven worden intern binnen de VS genomen.
Dit is een gevecht om macht, niet om beleid
Bovendien: er is een rolverdeling tussen Brussel en de hoofdsteden. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen spreekt meestal in sussende gemeenplaatsen. In lijn met de depolitiserende traditie houdt ze zich retorisch op de vlakte. Maar nationale leiders als de Franse president Emmanuel Macron, de Duitse kandidaat bondskanselier Friedrich Merz en de Poolse premier Donald Tusk benoemen de situatie in politieke termen. Macron stelde in januari: „Als wij er voor kiezen om zwak en defaitistisch te zijn, zal Trump ons nooit respecteren.” Merz verklaarde na zijn verkiezingsoverwinning: „Europa moet onafhankelijk worden van de VS; het is duidelijk dat de Amerikanen zich niet bekommeren om het lot van Europa.” Tusk vatte de situatie scherp samen: „Hoe is het mogelijk dat 450 miljoen Europeanen aan 300 miljoen Amerikanen vragen hen te beschermen tegen 140 miljoen Russen, die het niet kunnen winnen van 45 miljoen Oekraïners?”
Zelfbeschikking
Deze Europese leiders benadrukken terecht de noodzaak van Europese eenheid en kracht. Daarom moet ook Brussel de technocratische reflex overstijgen en laten zien dat men beseft wat er historisch op het spel staat. Een van de weinige EU-commissarissen die dit begreep, was Kaja Kallas. Na de vernedering van Zelensky in het Witte Huis verklaarde ze dat Europa nu de rol van leider van de vrije wereld moest overnemen. Dit leverde haar kritiek op, maar haar boodschap was de juiste.
De aanval van Trump is niet slechts een verzameling van specifieke beleidswijzigingen. Het gaat om de essentie van de politieke orde in Europa en het instandhouden van onze zelfbeschikking. Europa moet dat helder zien. Het moet spreken, denken en handelen in politieke termen en niet blijven hangen in het geloof in technocratische oplossingen en compromissen. Onder Europese burgers leeft een gevoel van onrust: wie beschermt mij, ondermeer tegen de Trump tornado en de agressie van Poetin? Daar moet een politiek antwoord op komen – en dat kan ook goed. Want diezelfde burger heeft in diverse peilingen nog nooit zoveel steun gegeven aan de EU om precies dat te doen.