Column | Ik zie bloed, en dat heb ik vaker

Ben ik een snob? Ik zit in het theater en vermoed van wel. Ik zie een voorstelling van het theatergezelschap Dood Paard. Ik houd van ze, ook al voert hun naam me elke keer terug naar de scène in The Godfather met die afgehakte paardenkop in dat bed (die associatie alleen al zou snobistisch kunnen zijn). Hoe dan ook, ik waardeer Dood Paard zelfs zo dat ik hun voorstellingen geweldig wíl vinden.

Nu spelen ze Lear, naar Shakespeares King Lear, en ik zit gretig in de zaal. Het begint meteen goed: een vracht ouderwetse schoolkaarten zakt het decor in. Prachtig beeld. Dit is het rijk van koning Lear, te verdelen onder zijn drie dochters. Het beslaat de hele wereld, er is genoeg voor iedereen, maar ik weet wat er komen gaat. Lear zet zijn dochters tegen elkaar op: wie het meest van hem houdt, krijgt het grootste stuk. De jongste weigert pluim te strijken, zij verklaart dat ze van haar vader houdt zoals dochters doen en daar laat ze het bij.

Dood Paard ook. De personages zitten statisch op een rijtje – klopt: hun posities zijn onwrikbaar. Alleen Lear, gespeeld door een razende Manja Topper, valt van haar stoel – klopt ook: de machtverdwaasde Lear zit fout. Maar verder… hoe ik ook mijn best doe, en ook al wil ik het niet weten, ik raak van ergernis de draad kwijt.

Een bewerking kan ik hebben, Shakespeare kan tegen een stootje. Schrijver Tom Lanoye katte koning Lear om tot een koningin en haar rijk tot een multinational. Ballerina-actrice Sabine Kupferberg danste Lear als een in haar spijt verstrikte koningin. Bij hen was Shakespeares taal weg, maar het meesterschap van Koning Lear spatte er onmiskenbaar vanaf.

Ook Dood Paard herformuleert de Lear, maar aftands en grof, of het een trui breit met gebruikte wol. Dat doe je niet met Shakespeare, dat kan ik niet uitstaan en ook niet dat Dood Paard me dat aandoet. Ik zie bloed.

En dat heb ik vaker.

Ik hoor een podcastmaker die ik hoog heb zitten, afgeven op Umberto Eco en vooral op diens detectiveroman De naam van de roos. Eco’s associaties noemt hij huiswerk en volgens hem heeft het boek geen clou. Laat hem, zeg ik tegen mezelf, en: je vindt dit altijd een leuke podcast, wind je niet op.

‘Lear’ van Dood Paard.

Foto Sanne Peper

Lukt niet. Eco viel niemand lastig met zijn eruditie, wel schiep hij smikkelend genoegen in curieuze feiten (was huiswerk maar zo leuk). De naam van de roos heeft geen ontknoping? Wél! De moordenaar heeft het gemunt op Aristoteles’ poëtica van de komedie. Die zou de Katholieke Kerk in levensgevaar brengen, net als de gedachte dat Jezus ooit gelachen zou hebben.

En daar moet ik dan weer zo om lachen.

Oh help, Aristoteles. ‘Moeilijk’. Ben ik nou een snob? Ik vind van niet. Maar dat maak ik zelf niet uit, dat bepalen anderen.

Dan maar een snob. Wat dan nog.