Column | Ik wil net zo’n nerderig Kamerlid zijn als hij

Column

Rosanne Hertzberger

Rosanne Hertzberger

Zoals bij zoveel mensen begon er bij mij iets te schuiven toen de coronapandemie uitbrak. Vanaf dag één voelde ik de onbedwingbare behoefte om naar het front te gaan. Ik wilde me nuttig maken en niet alleen aan de zijlijn commentaar leveren. Natuurlijk betekende ik hier als columnist ook heus iets. Ik droeg bij aan menig publiek debat. Maar ik droeg nooit de verantwoordelijkheid zoals je die draagt bij het schrijven van een amendement, bij het controleren van de regering of bij het stemmen voor een motie.

Ik had steeds vaker de behoefte om mijn column als Kamervraag in te dienen. Ik wilde antwoord, gevolg, actie. En de vraag was: ga ik nou nog veertig jaar zijlijnroepen of ren ik het veld in?

In juni ging ik op snuffelstage bij de eenmansfractie van Pieter Omtzigt. Even rustig de sfeer proeven in Den Haag, kijken of het iets voor mij was. Het beviel me zeer. De bevlogenheid van de mensen, de urgentie van de voorliggende problematiek, maar vooral dat je er daadwerkelijk in de positie verkeert om Nederland ten goede te veranderen.

Ik zag Pieter op een dinsdagmiddag aan een tafeltje zich door een grote stapel moties worstelen. Sommige waren simpel, een duidelijk voor of tegen, maar ook op de grote politieke dilemma’s moest telkens weer een beslissing komen. Ik had behoefte aan die rol met een veel grotere verantwoordelijkheid. En ik wilde me aansluiten bij het nieuwe morele leiderschap van Pieter en net zo’n vasthoudend, inhoudelijk en nerderig Kamerlid worden als hij.

Die nieuwe rol komt mogelijk sneller dan ik dacht. Niet in 2025, maar dit jaar al. Ik solliciteerde en kreeg plek 17 aangeboden op de lijst. Er is een gerede kans dat ik na de verkiezingen Tweede Kamerlid ben.

Dit betekent dat ik met pijn in mijn hart afscheid van u neem als columnist. Het valt me zwaar. Ik schrijf bijna mijn hele volwassen leven columns. Frank Provoost vroeg me ooit als 21-jarig studentje om te gaan schrijven voor Leids Universiteit Weekblad Mare, in 2009 volgde nrc.next en in 2012 NRC Handelsblad. Dit hoekje is onderdeel geworden van mijn identiteit. Ik ben met dit format vergroeid. Ik merk hoe ik na 600 woorden schrijven standaard denk ‘klaar’. Ik heb mijn leven ingericht rondom de wekelijkse cyclus van denken, typen en de golven van reacties die altijd komen.

De column reisde met mij mee, van Leiden, naar Parijs en Lausanne, naar Amsterdam, naar St. Louis en Rotterdam. Ik schreef columns met tranen in mijn ogen en columns waar ik me om kon verkneukelen. Ik schreef ‘zesjes’ en columns waar ik achteraf ronduit spijt van had, maar ook columns waar ondanks de grote ophef ik zelf toch erg mee in mijn nopjes was. Ik ging in mijn onderwerpkeuze altijd op zoek naar waar er wrijving was, vanuit de diepe overtuiging dat wij het beschaafd met elkaar oneens kunnen, nee, moeten zijn. Dat ik me nuttig maakte door iets te schrijven wat u nog niet eerder las. Bijvoorbeeld door een steekhoudend tegenargument uit te werken wanneer de kudde weer eens één kant op galoppeerde. Met de woorden van Karel van het Reve als motto: er moet nu eenmaal af en toe iemand zijn die iets zegt.

Ik vroeg me altijd af of het ooit op zo houden, of ik bijvoorbeeld als jonge moeder zou verslappen, of dat de ideeën domweg zouden opdrogen. Maar dat gebeurde nooit. En gelukkig kregen ze er bij NRC ook nooit genoeg van. Ik kon bij de opinieredactie altijd rekenen op vertrouwen en steun, wat er ook gebeurde. Dat heeft heel veel betekend.

Ik heb het als een groot voorrecht beschouwd om uw columnist te zijn. Dat ik wekelijks uw ontbijttafel mocht opschudden en ik met mijn volle gewicht tegen uw overtuigingen mocht duwen. Het is tijd om een nieuw vak te leren en mezelf te heruitvinden. Mocht Nieuw Sociaal Contract genoeg stemmen halen, dan heb ik vanaf 22 november vrij letterlijk een representatieve functie, die wezenlijk verschilt van de verantwoordelijkheid van columnist. U verdient iemand die politici hier scherp becommentarieert en bekritiseert. Het is heel goed dat die rollen helder gescheiden blijven.

Ik sla een nieuwe weg in en ik weet niet wat die gaat brengen. Ik kan alleen maar zeggen: hineni, hier ben ik. Met al mijn vermogens, mijn goede en slechte kanten, met al wat ik ben, en al wat ik kan zijn. Van u neem ik afscheid met een buiging. Dank dat u mij las.

Dit was de laatste column van Rosanne Hertzberger. De hoofdredactie is haar erkentelijk voor haar bijdragen.