Afgelopen week kon je geen nieuwsprogramma aanzetten of het ging over stikstof, met de veehouderij als stralend middelpunt. Besproken werden pies, poep, ammoniak, mest en iets abstracts genaamd veestapel. Over de dieren ging het nauwelijks en dat terwijl wie ooit een betekenisvolle relatie had met een dier of daar zelfs maar oppervlakkig mee is omgegaan, weet dat in elk van hen een individu schuilgaat. Dieren hebben karakter, een eigen wil en angsten. Ze kennen vreugde, liefde en warmte.
De enorme aantallen van deze wezens die je moet opsluiten voordat hun ontlasting een landelijk probleem wordt, moeten van apocalyptische proporties zijn. Toch gaat het in de optocht van stikstof-items nooit over de ethische component: wat niet-menselijke dieren wordt aangedaan voor menselijk genot, en voor geld. Die ongemakkelijke waarheid wordt uit het zicht gehouden met collaboratie van juist diegenen die licht moeten schijnen op wantoestanden: de media.
Bij Eva zag je bij het stikstof-item koeien in weilanden. Het NOS Journaal kwam met koeien in een stal, altijd getoond aan de voederkant. Nooit zie je de mest waar de dieren in staan. Ook Nieuwsuur had koeien in de wei. Dit is Thijs deed daar blauwe lucht, een zonnetje en een kerktoren bij. Buitenhof gebruikte exact hetzelfde beeld. Geen roostervloeren boven mestkelders, geen ontstoken ogen van de ammoniakluchten, geen dieren op harde vloeren besmeurd met poep, laat staan lichamen van hen die in mestkelders verdrinken. Het is alsof bij items over werkkampen beelden van vakantiecampings worden getoond en zowel kijkers als makers en hun hoofdredacties dat acceptabel vinden.
De uitbuiting van dieren romantiseren kan echt niet meer
Zodra de veehouderij ter sprake komt, laat de journalistiek het qua kritische blik afweten. Overal mogen exploitanten van dieren aanschuiven en beweren hoe goed uitgebuite dieren het hebben. Wederhoor bij de dieren wordt niet gehaald. Laatst zakten veertig koeien door een stalvloer. Daar werd over bericht alsof dat iets bijzonders was.
In 2019 zakten dieren zo’n vijf keer per week door stalvloeren. Dit hoorde ik bij Studio Plantaardig, mijn herstelpodcast voor als ik na de Disneyverslaggeving van kwaliteitsmedia toe ben aan realistisch veehouderijnieuws. Hun cijfers kwamen uit een onderzoeksrapport van Varkens in Nood. Kennelijk tasten mestgassen beton nogal aan. Als door vloeren gezakte dieren niet meer te redden zijn, hoeft de brandweer niet uit te rukken. De nieuwswaarde komt dan te vervallen.
Wederhoor halen bij dieren is bewerkelijk, maar dat geldt ook bij politiek gevangenen, doden en baby’s. Dat individuen niet kunnen praten, betekent niet dat je hun verhaal mag wegvagen. Dan laat je belangenbehartigers aan het woord: advocaten, familieleden, vrienden. Bij dieren zijn dat mensen die zich inzetten voor dierenrechten. Toch zie je die in stikstofbesprekingen nooit verschijnen. Dieren als objecten behandelen is zo genormaliseerd, dat zelfs nieuwsredacties niet zien wie in dit verhaal het slachtoffer is. Voor redacteuren en journalisten die zelf nog dieren eten, moet het confronterend zijn om kritisch naar de veehouderij te kijken. Toch zou het hebben van bloed aan je handen geen excuus moeten zijn om ook je journalistieke plicht te verzaken.
Nieuwe regel: voor elke dierenexploitant die aan het woord komt, ook iemand uitnodigen die de belangen van dieren behartigt. Denk aan Ongehoord, Animal Rights of Varkens in Nood. Nieuwe regel twee: bij items over mest, graag beelden van dieren in mestkelders, niet van gezonde grazers in lenteweides. Het is 2025. De uitbuiting van dieren romantiseren kan echt niet meer, niet door kritische media. We hebben daar nu politici voor.
Carolina Trujillo is schrijfster.