Column | Het treurige lot van een mini-Carl Bernstein

We waren een soort persiflage op het legendarische duo Woodward en Bernstein. De brave werker versus de flamboyante zwerfkei (hij). Vier jaar lang zaten Paul Damen (1954-2024) en ik (1960) in de jaren tachtig als redacteuren van het universiteitsblad Folia wekelijks tegenover elkaar aan het bureau te tikken – en praten. We leerden er langschrijven – uit kopijnood– en visten primeurs op uit het Maagdenhuis en Den Haag, waar ambtenaren toen nog gewoon de telefoon opnamen en hun mond open deden.

Treurig dus dat deze irritante, aandoenlijke spring-in-het-veld nu postuum te boek staat als een Kostümjude, iemand die, zoals ook NRC meldde, in latere jaren een Joodse afkomst bij elkaar fabuleerde. Nooit iets van die wortels gemerkt, destijds. Ik hou het er maar op dat hij werd aangetrokken door de zelfspot en het buitenstaandersgevoel dat hij herkende in het Jodendom, eerder dan door een omarming van andermans oorlogsleed.

Leefden we toen in de tijd dat klassieke media nog wél „de prioriteiten aangeven en onzin wegfilteren”, zoals oud-hoofdredacteur Folkert Jensma memoreerde in een openhartig interview? Het leek er sterk op, want Folia zorgde geregeld voor ophef – en soms vertier – in bestuurlijke kringen. Redacties van bladen als Folia en het Leidse Mare, waren wervingsgebied voor landelijke dagbladen.

Niet voor Paul, voor wie soms eerder ontslag dreigde. In oude paperassen vond ik een noodkreet van de eindredactie aan de stichting die het blad uitgaf. Verslaggever Damen had zich onmogelijk gemaakt en moest op zijn minst leren „enig normaal gedrag te vertonen”. Al stelden de twee eindredacteuren ook, uitgeput, vast: „Het perspectief op harmonieuze verhoudingen is miniem.”

Wat had deze mini-Carl Bernstein misdaan, behalve het gebruikelijke ontlopen van vergaderingen en deadlines? De casus belli stond in zijn verweerschrift. Bij de bezetting van een bestuursgebouw had participerend reporter Damen de telex gebruikt (we schrijven 1986) om de voorlichters van de universiteit de groeten te sturen. Geintje.

Hij werd uiteindelijk niet ontslagen en eigenlijk was hij zijn tijd vooruit, dacht ik jaloers: een blogger en vlogger avant la lettre – compleet met knipperlichtjes op zijn das.

Nog iets over die oude tijden. Je hoort wel eens dat de mainstream media de spreekbuis zijn van ‘de elite’. Ironisch, want sinds hun ontzuiling en commercialisering is de afstand van media tot de elite alleen maar groter geworden, zoals ook blijkt uit het interview met Jensma. Geen minister of hoogleraar belt ’s avonds nog naar een hoofdredacteur om iets te regelen – hij kijkt wel uit, het staat binnen een uur online.

Als het aan Paul had gelegen binnen een half uur – het liefst natuurlijk zonder eindredactie.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.