Column | Het tragische zit in de timing

‘Het tragische zit in de timing.’ Ik denk dit vaak, de laatste tijd. Het is een uitspraak waar ik een diepe waarheid in bespeur, al weet ik niet precies waarom. Ik weet ook niet meer precies waar ik hem voor het eerst hoorde. Maar de afgelopen maanden popt hij te pas en te onpas op in mijn hoofd. Bijvoorbeeld wanneer ik als eindredacteur een artikel online publiceer, en daarna de dt-fout ontdek. ‘Het tragische zit in de timing.’ Het komische zit ook in de timing, denk ik er dan wel achteraan.

De uitspraak schoot me ook direct te binnen toen ik las over de man in Lviv die net water was gaan halen toen een raket het trappenhuis raakte waar zijn vrouw en drie dochters op hem wachtten. Het afschuwelijke zit in de raketaanval, maar het tragische zit in de timing.

Wat bedoelen we als we iets tragisch noemen? Meestal simpelweg dat iets ‘heel erg’ is, vaak gepaard met dood en ellende. Iets is niet zomaar verdrietig, iets is een tragedie. Maar mijn terugkerende gedachte aan de timing-uitspraak geeft mij het gevoel dat er meer achter de term schuil gaat.

Als ik me probeer in te lezen over ‘de Tragedie’ als literair genre moet ik snel concluderen dat je daar niet wijs uit wordt. Een tragedie kan van alles zijn, Hegel, Nietzsche en Aristoteles hebben er allemaal hun eigen ideeën over. Maar: A very short introduction to tragedy heeft inderdaad een apart hoofdstuk over timing. „Tragedies gaan over timing”, lees ik daar, en ook „over weten wanneer de juiste tijd is om te handelen, of van handelen af te zien.” Dat klinkt logisch. Gaat Hamlet daar niet over? Wanneer moet je handelen? Je kan in Hamlet ook meteen zien wat er gebeurt als je dat verkeerd inschat: iedereen sterft.

Misschien, bedenk ik na lezing van dat hoofdstuk, voelt het leven in deze tijd wel zo tragisch omdat me vaak het gevoel bekruipt dat we op veel vlakken ons moment van handelen hebben laten schieten. Dat we simpelweg te laat zijn. Neem het bestrijden van klimaatverandering. Wat we nu ook nog doen, er zijn al processen in gang gezet die onomkeerbaar zijn. Of kijk naar de wapenleveringen aan Oekraïne. Ze komen wel op gang, maar eigenlijk te laat.

Misschien dat de vakken literatuurwetenschap die ik volgde mijn blik op de realiteit hebben verpest, en dat ik daarom alleen nog in narratieve structuren naar de wereld kijk. Maar ik zie ook de dynamiek tussen PVV en de NSC soms als een tragedie in wording. Ik zie dan voor me hoe NSC’ers ’s nachts wakker liggen, als Hamlets woelend in hun bed, terwijl ze mijmeren over hun plek in de geschiedenis. Onzeker over de vraag wat het moment is om te handelen. Wanneer is de rechtsstaat onherroepelijk beschadigd? Als het staatsnoodrecht is ingetreden? Of is het al lang te laat? Hebben ze hun ziel definitief verloren, nu er uitgeprocedeerde asielzoekers ‘grote kans’ lopen te overlijden doordat bed-bad-brood wordt opgeheven in Rotterdam? Of is dat pas definitief als deze mensen zijn overleden?

Dat naar mijn idee overigens alleen NSC’ers tragisch zijn, en een VVD’er als Yesilgöz niet, is omdat je bij de VVD niet het idee krijgt dat ze er van wakker liggen. Dat is ook waarom de PVV geen tragiek in zich draagt. Voor mij is een tragisch personage iemand die het goede wel wil doen, maar dat om allerlei redenen niet doet, of op het verkeerde moment.

Niet alle ellende is tragisch. Door te praten over ‘de tragiek’ van situatie geef je het geheel ook een zweem noodlot mee, een soort pech, die het zicht wegneemt op wie verantwoordelijkheid draagt. ‘Een tragische samenloop van omstandigheden’ – daar doe je in de regel niets aan.

Je kan de onmogelijkheid van perfecte timing dus ook gebruiken als smoes om je achter te verschuilen. En dat maakt spreken van ‘een tragische situatie’ soms volkomen misplaatst. Soms is het wél van tevoren duidelijk wat het gevolg van wel of niet handelen zou zijn. Eigenlijk is dat ook zo met ingrijpen op klimaatverandering, en met het late leveren van wapens aan Oekraïne. Zo bezien is de samenwerking van NSC met de PVV dus eigenlijk óók niet tragisch. NSC had van tevoren prima kunnen weten dat ze daar nooit aan hadden moeten beginnen. De gevolgen zijn op hun eigen manier wél tragisch. Maar dan in de simpele zin des woords: met dood en ellende tot gevolg.

Gedane zaken nemen geen keer, die onherroepelijkheid is de kern van menig tragedie. De enige troost in tragische tijden is misschien dat de geschiedenis geen toneelstuk is, en geen slotakte heeft. In de echte wereld is de komst van Fortinbras aan het slot van Hamlet niet het eind, maar een nieuw hoofdstuk. In de echte wereld zitten we altijd in de tweede akte. En dus is er altijd een nieuwe mogelijkheid tot handelen.

Eva Peek is redacteur van NRC.