Column | Het sadisme van de Verenigde Politie Staten

Haar paniek is hoorbaar, bijna tastbaar. Rumeysa Ozturk, student aan de Tufts-universiteit bij Boston, wordt op straat aangeklampt door een man in donkere kleding die haar handen vastpakt. Hij praat tegen haar, ze schrikt. Intussen komen andere donker geklede figuren om de Turkse studente heen staan. Eentje draagt een metalen insigne op zijn borst. Ozturk begint angstig vragen te stellen, de mannen praten sussend op haar in terwijl ze haar rugzakje afdoen – en haar in de boeien slaan. Ze wordt door het groepje naar een auto zonder merktekens geduwd, die er direct vandoor scheurt.

Een criminele ontvoering? Het filmpje van de aanhouding, gemaakt door toeschouwers, is huiveringwekkend in zijn bijna-geruisloosheid. Het zijn beelden die je kent uit politiestaten, waar burgers op klaarlichte dag worden opgepakt en met onbekende bestemming verdwijnen. Maar dit is Amerika, anno 2025. Het Amerika van Trump.

Ozturk, in de VS op een geldig studentenvisum, werd opgepakt door agenten van de immigratiedenst ICE. Binnen een etmaal belandde ze van haar woonplaats Somerville, in Massachusetts, in een detentiecentrum in Louisiana.

Haar misdrijf? Het ministerie van Homeland Security, opgericht na de terreuraanslagen van 11 september 2001, liet weten dat Ozturk betrokken was bij „acties die Hamas steunen”. Het enige motief voor die verdenking dat kennissen konden bedenken: ze schreef mee aan een pro-Palestijns opiniestuk voor de universiteitskrant.

Zo staat het er dus voor met het land of the free: een land-in-revolutie dat afglijdt naar een politiestaat, onder leiding van machtsdronken bruten die zelf roekeloos soldaatje spelen op onveilige sociale media. Of zich – zoals hun top-onderhandelaar – laten inpalmen door die jaloersmakende potentaat in het Kremlin, die zo ontroerend ging bidden voor zijn „vriend” Trump na de aanslag op diens leven – en een mooi schilderijtje voor hem liet maken. Je weet zo langzamerhand niet wat overweldigender is, het naïeve amateurisme of de arrogantie.

Trump trok een maatregel in die inheemse naties meer armslag zou geven

Of eerder de agressie tegen alles wat ‘divers’ is. Ook afgevoerd, postuum: Ira Hayes, een van de mariniers die in 1945 de Amerikaanse vlag plantten op Iwo Jima tijdens de verovering van dat eiland; een iconische foto uit de Tweede Wereldoorlog. Een webpagina over Hayes, een inheemse Akimel O’odham uit Arizona, werd door Defensie verwijderd, net als pagina’s over de Navajo-‘codetalkers’ die in de oorlog hun taal gebruikten om militaire berichten te coderen (misschien nog steeds een idee?).

Foutje, smoesde het ministerie na protesten: het anti-diversiteits-algoritme was iets te grondig te werk gegaan.

Toeval zal het niet zijn. Dat bewijst zijn nieuwe oekaze tegen het Smithsonian Instituut, dat alle „ideologie” uit zijn musea moet schrappen die Amerika „in een negatief daglicht stelt”. Slavernij en genocide zijn tenslotte maar voetnoten in de mars van de beschaving, nietwaar. Je kunt best vinden dat onderwijs enige vaderlandsliefde moet kweken, maar dit is staatscensuur uit het totalitaire boekje.

Met zijn freudiaanse viltstift maakte Trump onlangs per decreet ook een maatregel ongedaan om de 574 inheemse naties in de VS meer zeggenschap te geven bij de besteding van hun federale subsidies. Dat zou het makkelijker maken voor inheemse gemeenschappen om contracten te sluiten en economische initiatieven te ontplooien.

Je zou zeggen, een plan dat past bij de ‘efficiëntie’ die Trump en zijn Orwelliaanse uitsmijter Musk zo graag van de overheid zeggen te willen. Maar nee, niet als het om native nations gaat: die moeten vooral onder de knoet van Washington blijven. En intussen wel hun grondgebied openstellen voor rechtse hobby’s als drill, baby, drill.

Een student afvoeren, eervolle vermeldingen schrappen, inheemse naties eronder houden. Dat is geen amateurisme of willekeur meer – het is planmatig sadisme.

Sjoerd de Jong is redacteur van NRC. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.