Column | Het pistool, het café en het snoekduikje

Mijn lievelingscafé in Rotterdam-West was twee weken dicht. Een hele stoet buurtgenoten baalde. Een café is voor hen een soort huiskamer waarin altijd wel iemand zit voor een babbeltje. Koffie, krantje, biertje. Voetbalwedstrijd. Eens in de maand karaoke. De bonte diversiteit van de buurt komt binnen, saai is het nooit. Gezellig heel vaak.

Het café was dicht vanwege een schietpartij op een vrijdagnacht, vorige maand. Die had niets van doen met het café, vertelt de eigenaar Dogan Korkmaz. Bezoekers zeggen hetzelfde.

Twee mannen hadden rond middernacht buiten ruzie gekregen, op het plein schuin voor het café waar net die avond de maandelijkse karaoke werd gezongen. Een ruzie kan gebeuren, maar wat erop volgde was gewoon lijp: de een ging thuis een mes halen. De ander had een pistool in de koffer van zijn scooter. Toen ze elkaar weer troffen, vluchtte de man van het mes het café in. De tweede man wilde achter hem aan.

Dogan Korkmaz, de eigenaar, vertelt hoe hij de deur probeerde dicht te houden zodat de tweede man niet naar binnen kon. Hij wil geen heibel in zijn zaak. Hij zag niet meteen dat de man een pistool in zijn hand had. Toen hij dat wel zag door de glazen ruit in de deur, zocht hij dekking.

Hij doet het voor bij de deur en maakt zijwaarts een grappig soort snoekduikje.

Een van de klanten vanaf de barkruk: „Hij heeft op toneel gezeten.”

Een ander: „Niet heel lang. Haha.”

Dogan Korkmaz vertelt hoe de schutter zijn arm door de deur stak en twee keer vuurde. Vanwege de karaoke zat de zaak vol. Twee gasten raakten gewond.

Een van de klanten vanaf de barkruk: „Hij heeft op toneel gezeten.” Een ander: „Niet heel lang. Haha.”

Lang verhaal kort: overal politieauto’s, ambulances. Mes-man en pistool-man allebei opgepakt, gewonden naar het ziekenhuis. En: de horecagelegenheid ging op last van de burgemeester dicht voor onderzoek.

Na een week begon de café-eigenaar het omzetverlies te voelen. Zijn vaste lasten liepen gewoon door. Bezoekers begonnen te morren. Alternatieven zijn er hier steeds minder; cafés zijn vervangen door dure koffietentjes en lunchrooms. Dogan is een van de weinigen die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat open is. Niemand wist wanneer hij weer open mocht.

Het lijkt op de explosief in de portiek – in Rotterdam schering en inslag. Aanvankelijk hingen drugscriminelen cobra’s bij elkaar aan de deur om te intimideren. Tegenwoordig worden die ook vaak aan de deur geplakt bij vechtscheidingen, broodnijd, arbeidsconflicten en andere onenigheid, dat zei de ombudsman van Rotterdam ook al. Soms ook ontploft het verkeerde pand en is de eigenaar niet eens doelwit. Of is het om de concurrent dwars te zitten. Het huis of de zaak wordt wel gesloten, de eigenaar van de deur zit met de gebakken peren.

Het café kon twee weken later weer open. Korkmaz is nóg alerter op misstanden die zijn zaak schaden. Op zijn verzoek schreef zijn zoon stevige teksten die hij op het raam, de deur en zelfs op de bar heeft geplakt: ‘Het is streng verboden om met drank naar buiten te gaan, of daar te groeperen. Bij overtreding volgen direct passende maatregelen.’

Over de passende maatregelen gaat hij nog prakkeseren.