Column | Het lievelingsdier van Caroline van der Plas

Petra de Koning

Leerlingen van groep 8, uit Papendrecht, vroegen een paar jaar geleden in de Tweede Kamer aan Sybrand Buma wat zijn lievelingsdier was. Een medewerker van de Tweede Kamer had het bezoek geregeld en hij weet nog wat Buma zei: het konijn. De kinderen vonden het geweldig. Op dinsdag zit er in de Tweede Kamer weer een klas uit Papendrecht en deze keer mogen ze vragen stellen aan Caroline van der Plas. Maar van hun juf hebben ze gehoord dat het serieuze vragen moeten zijn. En als je kinderen wilt leren dat politiek saai en onbegrijpelijk is: zo lukt dat vast wel. Op hun briefjes staan vragen over „de stikstofregels” en ook: „Wat wilt u de komende jaren bereiken met BBB?”

Er wordt gegaapt, een paar jongens leggen hun hoofd op tafel. Van der Plas lijkt zich er niet goed raad mee te weten. Uit onderzoek van I&O Research bleek vorige week nog dat kiezers vooral haar ‘duidelijke taal’ waarderen, maar tegen deze elf- en twaalfjarigen begint ze over „het energieplafond”. Ze heeft het over „beleidsregels” en over een wet die „voorligt”. Als de klas na drie kwartier met haar op de foto mag, zijn ze allemaal weer wakker. „Mijn vader was zo jaloers”, zegt een meisje dat dicht bij Van der Plas gaat staan. „Hij wilde met mij mee, hij stemt op u.”

Mark Thiessen, oud-campagnestrateeg van de VVD, schreef vorige week op de website van denktank De Nieuwe Vrije Eeuw over de „marketing-operaties” van politici van de middenpartijen die op hun kiezers willen lijken. Volgens hem krijg je daar „totale onechtheid” van. Hij schreef ook: „Mensen zijn niet gek. Ze gaan dan vanzelf naar iemand die daar níét zijn best voor hoeft te doen: Caroline van der Plas.” Als ik hem vraag of haar taalgebruik daarbij helpt, of het een risico zou zijn als ze ambtelijk of in jargon gaat praten, zegt hij dat veel mensen simpele taal „fijn” vinden. Maar dat iemand als D66-leider Sigrid Kaag er niets aan zou hebben omdat het niet bij haar past. „Mensen willen dat een politicus écht is.” Hij noemt de VVD-campagne voor de provinciale verkiezingen, tegen de ‘linkse wolk’ van GroenLinks en PvdA. „Was er iemand, denk jij, die dacht dat Mark Rutte en Edith Schippers écht ’s nachts wakker schrokken van de dreiging van links?”

Als mensen een politicus wél oprecht vinden, roept dat volgens Mark Thiessen de associatie op van betrouwbaarheid. En als kiezers denken dat een politicus op hen lijkt, vinden ze die sneller aardig. „De Amerikaanse psycholoog Robert Cialdini schreef over de ‘Seven Principles of Persuasion’ en een daarvan is liking. Daarom willen politici zo graag leuk gevonden worden.”

In de rokershoek van de Tweede Kamer zegt Van der Plas dat ze de volgende keer tegen zo’n klas zal zeggen dat ze hun briefjes moeten wegleggen. „Dan zeg ik: je kunt mij álles vragen, het mag ook persoonlijk zijn.” Haar lievelingsdier is een hond.