
Op het moment van schrijven staat hij nog ongeopend aan de Boulevard de la Croisette te wachten: de verrukkelijke doos bonbons die het filmfestival van Cannes is. Directeur Thierry Frémaux mocht ze voorproeven, en zat maandag zichtbaar te glunderen op zijn persconferentie bij de 78ste jaargang van ’s werelds belangrijkste filmfestival.
De filmbranche zit nog steeds in het slop, maar Cannes is weer toonaangevend. Het afbrandrisico is enorm, met 4.200 gestresste en bloeddorstige filmjournalisten. Maar maak je het hier, dan heb je een wereldhit en mogelijk Oscars.
Of hij geen druk voelde om die formidabele vorige editie te evenaren? Frémaux, cool als een komkommer: „Het enige dat hier nu in Cannes onder druk staat zijn de biervaten.” Ruim twintig jaar staat Frémaux al aan het roer; hij laveerde Cannes door de roerige jaren tien, toen het festival het onderspit leek te delven tegen het gecombineerde gewicht van de najaarsfestivals Venetië, Toronto, Telluride en New York. De wijsheid luidde toen dat je voor Oscarglorie in Cannes „te vroeg piekte”. Cannes, waar de Franse bioscopen machtig zijn, voerde bovendien oorlog met het machtige Amerikaanse Netflix, dat zijn dure prestigefilms van Scorsese, Alfonso Cuáron en de gebroeders Coen daarom in Venetië lanceerde. En altijd was er weer gedoe rond #MeToo, hoewel rivaal Venetië bepaald niet minder hanig was dan Cannes.
Met Gerard Dépardieu voor de rechter, tweemaal achter elkaar zeven vrouwelijke regisseurs in de hoofdcompetitie en Juliette Binoche die Greta Gerwig opvolgt als juryvoorzitter lijkt #MeToo dit jaar niet zo’n punt te worden. Eerder lijkt het hectische en overvolle Cannes uit zijn jasje te groeien. Vorig jaar ontving Cannes 39.000 filmprofessionals – het is ook ’s werelds grootste filmmarkt, rekende Frémaux voor. Zijn team beoordeelde dit jaar 2.909 ingezonden films, twee keer zoveel als vóór Covid.
Geen wonder dat Cannes recent maar weer een programma toevoegde aan de vele – Un Certain Regard, Semaine de la Critique, Quinzaine des Realisateurs, ACID. ‘Cannes Premières’ biedt ruimte voor grote namen waarvoor geen plek is in de hoofdcompetitie. Te winnen valt er niets, maar ze mogen wel op de rode loper, mits chique en netjes gekleed. Het festival weert namelijk blote aandachtstrekkerij , zoals het eerder vulgaire selfies weerde. Het wachten is op een ster die de grenzen opzoekt, want een zinloos relletje hoort erbij.
Dus wat zit er dit jaar in de bonbondoos van Thierry Frémaux? Hoe goed is het tienermoederdrama van de gebroeders Dardenne, hervindt Wes Anderson zijn vorm nu hij weer een peloton supersterren in stoïcijnse centraalcomposities uitrijdt in The Phoenician Scheme? Hoe reageert de Iraanse censor op dissident Jafar Panahi’s jongste guerrillafilm, biedt Richard Linklater terugblik Nouvelle Vague op Godards baanbrekende film À Bout de Souffle uit 1960 meer dan nostalgische pastiche? Schokt Julia Ducournau ons eens te meer met haar hiv-film Alpha, en hoe bevalt het Cannes-debuut van arthorror-icoon Ari Aster? En Spike Lee, en Bi Gan, en Ethan Coen, en Kelly Reichardt, en Sergej Loznitsa, en Fatih Akin? Slagen de filmsterren Scarlett Johansson, Kirsten Stewart en Harris Dickinson ook als debuterend regisseur? Tijd om de bonbonsdoos uit te pakken.
