Column | Het einde van de cancelcultuur

Tristan Theirlynck Er groeit een rechtse tegencultuur waar het een pre is om gecanceld te zijn, ziet Tristan Theirlynck: entertainers die uit de gratie raken, pakken simpelweg hun boeltje en ploffen neer bij een ander publiek, aan de schaduwkant van de showbusiness.

Tristan Theirlynck

De #MeToo-beweging lijkt tegen zijn einde te lopen. De noodklok wordt geluid door niemand minder dan Mel Gibson. Want hij is terug. Weer. In de jaren negentig zei hij over homoseksuelen: „They take it up the ass!” Waarna hij naar zijn anus wees: „This is only for taking a shit.” In 2006 werd hij gearresteerd wegens dronken rijden. Tegen de agent zei hij: „ Fucking Joden. De Joden zijn verantwoordelijk voor alle oorlogen. Ben jij een Jood?” In 2010 mishandelde hij Oksana Grigorieva en zei hij dat als ze verkracht zou worden door „een roedel negers”, het haar schuld zou zijn. Zij is de moeder van een van zijn negen kinderen.

En tóch kwam hij keer op keer terug en won Gibsons oorlogsfilm Hacksaw Ridge in 2016 twee Oscars. Gibson is de koning van de wederopstanding, Jezus en Lazarus vinden hem een uitslover.

Na #MeToo leek het even alsof de filmindustrie echt klaar was met mensen als Gibson. Hij speelde kleine rolletjes in erbarmelijke films met titels als Fatman, Daddy’s Home, en Agent Game, het publiek bleef weg. Afgelopen week werd echter duidelijk dat Gibson aan een nieuwe comeback werkt: een vierdelige documentaire over pedonetwerken, met een focus op Oekraïne als as van het kwaad.

Gibson is de koning van de wederopstanding, Jezus en Lazarus vinden hem een uitslover

Eerst moest ik erom lachen. Ik zag het als de vervolmaking van Gibsons transformatie van onaangepaste bad boy naar paranoïde christengek. Niets om serieus te nemen: hij ontmaskert zichzelf. Maar er lijkt sprake van een patroon: uit de gratie geraakte entertainers pakken simpelweg hun boeltje en ploffen neer bij een ander publiek, aan een radicaal-rechtse schaduwkant van de showbusiness.

Op elke actie volgt een reactie. Al sinds Weinstein groeit de aversie tegen #MeToo: de boeman is inmiddels ‘de cancelcultuur’. Niet altijd onterecht: de mazen van het cancelnet werden zó klein dat mensen oneerlijk hard gestraft werden: zie Aziz Ansari, wiens fenomenale serie Master of None bijna geschrapt werd omdat iemand spijt had van seks met hem. Het filmpubliek lijkt na vijf jaar wel klaar met #MeToo, en ook de industrie wil gecancelden na de strafbank wel weer een nieuwe kans geven. Cancelduo Kevin Spacey en Faye Dunaway speelden vorig jaar bijvoorbeeld hoofdrollen in een Italiaanse film. Johnny Depp maakte zijn comeback dit jaar in Cannes.

Maar er is nu ook een alternatief buiten de mainstream. Omdat ‘cancellen’ gepolitiseerd raakte, groeit onder invloed van sociale media een tegencultuur zonder poortwachters. Daarvan wordt gretig gebruikgemaakt. Komiek en filmmaker Louis C.K. werd in 2016 gecanceld wegens seksuele misdragingen. Afgelopen jaar maakte hij een nieuwe film, gefinancierd door inkomsten van zijn website. En hij verkocht Madison Square Garden uit. Voor extreem-rechts is het zelfs een pre om gecanceld te zijn. Het gaat om een serieuze groeimarkt: Fox News-presentator Tucker Carlson werd dit jaar dan wel ontslagen, maar is populairder dan ooit: de eerste aflevering van zijn Twitter-show werd ruim 130 miljoen keer bekeken. Ook voormalig filmster Russell Brand predikt complottheorieën voor een miljoenenpubliek.

Ook filmstudio’s lijken te beseffen dat ophef niet automatisch leidt tot een flop. The Flash komt ondanks de stuitende misdragingen van acteur Ezra Miller uit: Warner Bros. vermoedt dat dat kijkers onverschillig laat. Zo zal Hollywood vast in rechtse tegencultuur stappen. Het is een groeimarkt immers.

Tristan Theirlynck is filmrecensent.