Column | Graalzoekers in de brokstukken van ‘9/11’

Is dat ene schroefje nou nog niet gevonden? Hét schroefje of de bout, dat brokstuk of het plasje gesmolten metaal, dat moet bewijzen dat de aanslagen op de Twin Towers niet – ‘in strijd met álle natuurwetten’ – het werk waren van een handvol religieuze fanaten maar een false flag operatie van de deep state, al dan niet in conclaaf met de Mossad, die kennelijk nog wat tijd over had tussen het aansturen van de wereldpolitiek door.

Speculeren over die aanslagen, nu bijna een kwart eeuw geleden, is nog steeds een dankbare dagbesteding voor complotdenkers, ‘alternatieve’ journalisten en zieners van diverse pluimage. Het heeft niet meer de sjeu van weleer – we hebben nu tenslotte ook corona en de MH17 – maar ‘9/11’ blijft de moeder aller complotten. De Amerikaan Richard Gage, een notoire ‘Truther’, tikt zijn vingers alweer blauw op X, sinds de overname door Elon Musk een digitale zuipkeet vol halfgare hersenspinsels, propaganda en paranoia.

Intussen drukken sociologen ons op het hart om mensen die gevoelig zijn voor complotdenken niet voor gek te verslijten, omdat ze reële politieke of sociale zorgen uitdrukken en tenminste dóórhebben dat we „genaaid worden”, in de woorden van socioloog Willem Schinkel. Complotdenken als een soort maatschappijkritiek for Dummies.

Sommige sociologen zien complotdenken als maatschapijkritiek voor Dummies

Natuurlijk zullen mensen diepere redenen hebben om te geloven – of ‘niet uit te sluiten’ – dat corona is bedacht om de wereldbevolking tot slaaf te maken. Mensen stemmen ook niet op Trump omdat ze zijn fabels geloven, zegt onderzoeker Hugo Mercier, het is andersom: ze nemen zijn leugens voor lief omdat ze hem steunen, om hun eigen redenen.

Maar soms biedt de psychiatrie toch ook nuttige inzichten, zoals het werk van de literaire dokter Freud te Wenen.

Hij schreef in 1911 een mooi essay over paranoia (de ‘zaak Schreber’). De man in kwestie zag een „wereldomspannende ramp” zich voltrekken, de instorting van alles. Volgens Freud het gevolg van een „innerlijke catastrofe”. Schrebers wereld wás ingestort, alles was zinloos geworden voor hem. De paranoïde waan was volgens Freud een poging op de brokstukken een nieuwe ordening te bouwen, „niet prachtiger weliswaar, maar in elk geval zo dat hij er weer in kan leven”.

Die diagnose is – zoals alles rond Freud – omstreden. Maar wie hard core complotdenken bekijkt, herkent al gauw zulke pogingen tot panische ‘reconstructie’.

Gelukkig is er hoop. Onderzoek wijst uit, zij het voorzichtig, dat factchecken en eerlijk in gesprek gaan helpt en dat mensen uit het konijnenhol kunnen opduiken, geconfronteerd met nieuwe feiten of argumenten. En ja, soms raakt de grimmige lol van het huiveren er gewoon af.

Inderdaad, mensen zijn niet gek – meestal niet.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een column.