Column | Gevaar is sexy – en vraagt om controle. Maar stuntlieden zijn iets van vroeger

‘Stuntmensen’ schrijft NRC, maar zodra ik dat woord optik, verandert de spellingscorrectie dat in ‘stuntmannen’. NRC zelf ook. Ter gelegenheid van een nieuwe, per 2028 in te stellen, Oscar voor de beste stuntpersoon, presenteerde onze filmredactie vijf voorbeelden van baanbrekende filmstunts van mannen, in auto’s, op paarden en onderaan vliegtuigen.

Mag ik die top-5 uitbreiden met Esther Williams? Waarom? Wel eens een film van Esther Williams gezien? Wel eens álle films van Esther Williams gezien? Ze was een zwemmende film- en musicalster en ze deed bijna al haar stunts zelf. Ze zwomdanste ademstokkend lang onder water (en liet bijna het leven toen de ‘oesterschelp’ waar ze in zat niet op tijd openging). Diepte-dook van grote hoogten het water in, bijvoorbeeld 15 meter voor Million Dollar Mermaid (1952). Haar perfecte sprong zit in die film, ze brak haar nekwervels niet door het gewicht van de kroon die de kostuumafdeling haar had opgezet.

Esther was een ster. Maar van de meeste stuntmensen rollen de namen ongelezen op de slottitels voorbij. Wat drijft hen? In de serie Only Murders in the Building (DisneyPlus) legt stuntvrouw Sazz het puntgaaf uit: „Gevaar is sexy. We flirten ermee, we bieden het een drankje aan. Maar we laten het niet in onze broek komen.”

Esther Williams in ‘This Time For Keeps’, 1947.

Foto Hulton Archive/Getty Images)

Zelfbeheersing

Precies. De stuntpersoon gaat gretig risico’s aan – en houdt ze onder controle. Elke stunt vraagt om zelfbeheersing, en soms is die zelfbeheersing zelf de stunt. Terecht opent de filmredactie haar lijstje met de stunt van Buster Keaton die in 1928 stoïcijns de complete gevel van een huis over zich heen liet vallen. Strikt genomen was er geen gevaar. Zijn positie was secuur berekend, waar hij stond zou de gevel hem net niet raken. Niks aan de hand kun je zeggen, maar daarvoor mocht Keaton nog geen pink bewegen, waarvoor bovenmenselijke koelbloedigheid nodig was. Die bracht Keaton op, en dát maakt die stunt zo goed.

Ik bewonder de onverschrokken Keaton, maar net zo goed bewonder ik de vindingrijkheid van iemand als Charles Chaplin. Die dreigde met een geblinddoekte rolschaatsact meters omlaag te zullen storten. Doodeng, maar niet heus. Een gewiekste combinatie van decor en camerastandpunt sloot het gevaar uit.

Acteur Tom Cruise doet zijn stunts zelf, dat wordt in aanloop naar elke Mission Impossible-film breed uitgemeten. Volgende maand komt er weer een in de bioscopen, het slotakkoord van de reeks, dus biedt de trailer een bloemlezing van Cruise’s stunts uit de eerdere films, van het hangen aan een vliegtuig tot het neerstorten met zijn motorfiets. Vindt hij leuk, vindt hij lekker. Mag hij doen. En ik mag zijn ostentatieve doodsverachting opgefokt en treurig vinden. Want die hoeft niet, aangezien creatieve computerkunstenaars via AI elke actiescène kunnen suggereren. Grandiozer dan Cruise het ooit voor elkaar krijgt en bovendien gevaarloos. Die nieuwe Oscar voor de beste stunt is al achterhaald. Stuntlieden zijn iets van vroeger.