Column | Geloven in een complot is ook een reddingsboei

Een maandje geleden haalde de president van de Hoge Raad der Nederlanden, Dineke de Groot, Nieuwsuur. De hoogste rechter ontvangt, net als andere overheidsinstanties, duizenden brieven van burgers die zich ‘afmelden’. En wel omdat ze zich ‘autonoom’ verklaarden en daarom geen belasting, premies, boetes of soms zelfs huur meer wensen te betalen. Daarin worden ze gesteund (en misleid) door adviseurs die er juridische argumenten bij fabuleren. Die zijn veelal zó bizar dat het OM tegen een enkeling vervolging voorbereidt wegens oplichting en fraude.

Deze burgers zijn de facto slachtoffer – ze lopen moedwillig problematische schulden op en verzamelen afwijzingen van overheidsorganen als trofeeën van hun eigen gelijk. De Hoge Raad had inmiddels negentien verhuisdozen vol. Niemand in Den Haag weet écht wat ermee aan te vangen. Zijn deze burgers nog voor rede vatbaar? Hebben ze hulp nodig, begeleiding of correctie? Het arsenaal van aanmanen, naheffen, uitzetten of intrekken blijkt zinloos. Is dit dan werk voor de wijkagent, Veilig Thuis, de wijkzuster of GGZ? Burgers die dementeren, tijdelijk overspannen raken of psychisch de weg kwijt, vallen nog wel onder bewind of curatele te stellen. Al dan niet tijdelijk. Maar als er duizenden georganiseerd dus kenbaar een dwaalroute nemen, wat dan?

Die negentien dozen bij de Hoge Raad vormen de vloedlijn van de crisis burger-overheid. Ontlokt door de ‘vaccinatiedwang’, avondklok, mondkapjesplicht en de sluimerende surveillancestaat. Aangewakkerd door het wangedrag in het Toeslagenschandaal, het terugtreden van de overheid, die tegelijk harder én anoniemer handhaaft. Opgejut door afkeer van ‘fraudeurs’ en profiteurs in politiek en media. De AIVD waarschuwt dat van „anti-institutioneel extremisme” ook al agressie verwacht kan worden.

In een vrij vol vergaderzaaltje in de nok van het Speelklokmuseum in Utrecht, kon ik er onlangs rustig over nadenken. Er was een boekpresentatie, een selectie uit het oeuvre van Alex Brenninkmeijer, de voormalige nationale ombudsman. Deze ‘beminnelijke radicaal’, bijna twee jaar geleden overleden, was feitelijk al klokkenluider in deze crisis. Incidenteel interrumpeerde een dansorgel, ergens daar beneden, wat ook iets toepasselijks had. Alex speelde zeker een nootje mee. Wat wordt deze man gemist.

Komt het vertrouwen in de rechtsstaat te voet en gaat het te paard, net als het gezag, zoals de tegeltjeswijsheid wil? Van spreker Kees van den Bos, sociaal psycholoog van de rechtsstaat, leerde ik dat complotdenken vooral kiemt in maatschappelijke angst en onzekerheid, in combinatie met gebrek aan betrouwbare informatie. En dat complotdenken ook lekker is – je snapt opeens alles, je hoort ergens bij waar iedereen het onderling ook eens is. Een complot als een reddingboei in de chaos. Het troost, het lucht op, het verbindt en geeft zelfvertrouwen.

Sociale identificatie met de groep is er de bron van, zegt Van den Bos. Het middel om het vertrouwen te herwinnen is dan „ervaren procedurele rechtvaardigheid” met de overheid. Ofwel „hoe autoriteiten met je omgaan”. Dat bepaalt ook hoe de groep naar jou kijkt. „Justice is where the individual meets the group”, citeerde Van den Bos z’n Amerikaanse collega’s Tyler & Lind. Zij definieerden wat de burger toekomt in contact met de overheid. Eerlijkheid in procedures. Transparantie in het handelen. De mogelijkheid van wederhoor. Onpartijdigheid bij beslissingen.

Zoals Van den Bos het samenvatte: beleefdheid, respect, competentie, professionaliteit, eerlijkheid, oprechte belangstelling. Burgers willen het gevoel hebben dat ze ertoe doen, dat ze ‘er mogen zijn’. Complotdenkers zijn dat gevoel kwijt. Intussen kunnen complotgroepen ook weer verzwakken. Er ontstaat dan tóch intern tegenspraak, niet álle feiten blijken om te draaien of weg te redeneren; er sluipt twijfel binnen. Juist dan moet de deur van de procedureel rechtvaardige overheid open zijn – voor misleide burgers die negentien dozen vullen met zinloze post zou dan eerder een didactische, empathische aanpak functioneel zijn. Kill them with kindness, heet dat ook wel. Brenninkmeijer, kampioen van het ‘burgerperspectief’ zou het ermee eens zijn, stel ik me voor. Professioneel, oprecht en geduldig uitleggen hoe het in elkaar zit. Netjes blijven, onpartijdig, beleefd, eerlijk et cetera. Aan complotten moet de burger uiteindelijk zelf zien te ontkomen, net als aan sektes. Of anders wordt het toch verhuizen naar een onbewoond eiland.

Folkert Jensma is juridisch redacteur en schrijft om de week op maandag.