Column | Faber is als Musk in het klein, volstrekt uniek

Oké, we hebben de ministerraad van 7 maart dus achter de rug. De asielnoodmaatregelenwet en het wetsvoorstel tweefasenstelsel van minister Faber (migratie, PVV) is er door. Het kabinet stemde in en diende het in bij de Staten-Generaal. Die wet is dus feitelijk onuitvoerbaar, op onderdelen in strijd met grondrechten, schrijnend onrechtvaardig omdat overgangsbepalingen ontbreken en zal de opvangcrisis vergroten. Naar verwachting zal de asielopvang nog verder verstopt raken en de afhandeling nog weer langer duren. Enig effect op de ‘instroom’ is onduidelijk. De Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman waarschuwen voor structureel onbehoorlijk overheidsoptreden door de nieuwe wet. Voor een ‘buitengewone toename’ van klachten en het ‘wederom organiseren van haar eigen crisis’ door de overheid. En toch is het gebeurd. WTF.

Politiek komt het PVV-plan om het ‘strengste asielbeleid ooit’ in te voeren dus neer op chaos creëren. Wat zien we hier politiek en bestuurlijk nou eigenlijk? Een poging om mensen zoveel mogelijk leed te berokkenen om ze af te schrikken? Een voorwendsel om straks noodrecht in te kunnen voeren? Aan Faber zelf is alleen maar af te lezen dat ze volstrekt unverfroren doorzet, zich doof houdt en zich van niemand iets aantrekt. Dat kan bluf zijn of strategie, maar dat er over is nagedacht lijkt zeker.


Lees ook

Door nieuwe wetten van minister Faber zal het alleen nog maar drukker worden bij de vreemdelingenrechtbank


Staatsrechtelijk roept dat interessante, zo niet unieke vragen op. Zagen we ooit eerder ministers die met opzet onhaalbare, destructieve wetten proberen in te voeren? Nieuwe wetgeving als opzettelijke disruptie van het openbaar bestuur, van een heel beleidsterrein. Dat mensen en organisaties zal beschadigen. Wie kent er een precedent? Ik niet. Of is dit al Musk in het klein? Ontwrichting als strategie zodat op de puinhoop iets nieuws kan groeien?

Aan opzet kan alvast niet getwijfeld worden. Faber weet wat ze doet. En dat doet ze ook met animo – ze speelt de rol van ‘eenzame doorzetter’ zelfverzekerd, daarin aangemoedigd door haar politiek leider. Op tv is ze herkenbaar met haar kloeke ontkenningen, egomane zinnetjes („mijn tweet is juist”, „ik ben beleid”, „ik neem mijzelf serieus”) en dito onvervaarde optreden. Sterker, ik moet af en toe ook nog grinniken om haar poseren en eigenwijsheid. Faber is een ‘meme’ geworden – een online ironisch satirisch beeldmerk – van wie ze is en waar ze voor staat. Weinig kabinetsleden kunnen haar dat nazeggen.

Intussen is ze wel uit en te na gewaarschuwd. Het belangrijkste adviesorgaan van het kabinet, de Raad van State, adviseerde haar deze wet niet zó in te dienen. Maar eerst de vele fundamentele vragen erin te beantwoorden, de keuzes te motiveren en aannemelijk maken dat dit gaat werken. Met als tik op de vingers: u neemt ten onrechte sluipwegen, slaat consultaties over en kiest opzettelijk de onzorgvuldige route, zónder goede reden.

Repliek van de minister: koekoek, ik verander lekker niks. Nou misschien een punt of komma. Uit de stukken bij het wetsontwerp blijkt dat haar ambtenaren de brede kritiek veelal niet konden weerleggen. En dat ze overigens zó onder tijdsdruk zijn gezet dat ze het voorstel ook niet goed op z’n consequenties konden beoordelen.

Noem me ouderwets, maar hier sta ik met klapperende oren bij. Nu komt symboolwetgeving vaker voor in Den Haag, maar wat is dit? Een boobytrap? Een verkiezingsstunt? De jurist in mij begint te piepen: mág een kabinet wel een opzettelijk destructief voorstel indienen in een parlementaire democratie? Past dit binnen de eed die kabinetsleden bij installatie zweren? Trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet. Is het opzettelijk in elkaar laten klappen van de asielketen niet te beschouwen als een ambtsmisdrijf? Gelijk te stellen aan corruptie, omkoping, machtsmisbruik, staatsgeheimen publiceren – wat tot nu toe onder ambtsmisdrijven wordt verstaan.

Of is dit allemaal te juridisch bestuurlijk gedacht? En moeten we Faber anders duiden, niet als minister of bestuurder die de afgesproken rationele regels volgt, maar als stormram, politieke deurintrapper die voldongen feiten schept?

Sabotage in de vorm van een wetsvoorstel moeten de Staten-Generaal uiteindelijk zélf zien tegen te houden. De burger heeft alleen de stembus. En als dit straks écht wet wordt, dan resteert alleen de rechter. Kan die het weer opknappen.

Folkert Jensma is jurist en journalist en schrijft om de week op woensdag.