Column | Evenwichtig oordeel over Bert Huisjes is aan raad van toezicht, niet aan de media

Ik volg het nieuws over de in opspraak geraakte WNL-hoofdredacteur Bert Huisjes op de voet sinds de eerste publicaties in maart. Niet alleen omdat ik soms te gast ben bij onder meer Goedemorgen Nederland, maar ook omdat het thema verbindend leiderschap mijn aandacht heeft in mijn werk als headhunter. Grensoverschrijdend gedrag speelt op veel plekken. Niet alleen mannen, ook vrouwen liggen onder vuur, zoals recent de internationaal bekende choreografe Anne Teresa de Keersmaeker (van danstheater Rosas). Naar aanleiding van anonieme meldingen van ex-medewerkers werd zij beschuldigd van ‘psychologisch geweld’. Haar recente openlijke excuses verschenen in diverse media, tot aan The New York Times toe.

Er is nog een reden voor mijn bovengemiddelde interesse. Ik ben zelf vrouw en lange tijd werknemer geweest. Rond mijn vijfendertigste hield het me nogal bezig wat voor mijn werkgever het minst onhandige moment zou zijn om zwanger te raken. Dat moment kon ik maar niet vinden. Tijdens vergaderingen spraken mijn collegamanagers over vrouwen in de ‘baarbare’ leeftijd. In alle masculiene omgevingen waar ik gewerkt heb, werd de meerwaarde van meer vrouwen op de werkvloer weliswaar beleden, maar die zwangerschappen, dat vond men toch maar lastig.

Uiteindelijk kwam dat goede moment natuurlijk nooit en werd ik op mijn achtendertigste zwanger bij een werkgever waar ik nog maar kort werkte. Onhandig. Ondanks complicaties aan het einde van mijn zwangerschap bleef ik zo lang mogelijk doorwerken. Thuis zitten gaf me meer stress en ik wilde zo min mogelijk afwezig zijn. Ik kreeg een gezonde baby, maar tijdens mijn zwangerschapsverlof begon ik alweer met werken.

Niemand is 100 procent goed, of 100 procent fout, ook Huisjes niet

Waarvoor ik bang was, gebeurde toch: de aandeelhouders wilden stoppen met mij als directeur. Ik zou als ‘last minute-mama’ snel voor een tweede en misschien zelfs derde kind gaan, was de angst, die zelfs openlijk tegen mij werd uitgesproken. Ik stond perplex dat mij zoiets overkwam. In de kwestie-WNL snap ik andere (zwangere) vrouwen die zich onheus bejegend voelen maar al te goed. Niet goed behandeld worden in zo’n kwetsbare fase in je leven, moet goed opgelost worden. Daar moeten WNL en Huisjes dus alles aan doen.

Wat ik niet volg in alle commotie is het schandpalen. Gedupeerden en tegenstanders van Huisjes zouden de media niet zo intensief moeten gebruiken om hun punt te maken. Als de kwestie was aangepakt zoals bij een ‘normaal’ bedrijf (dus buiten de publiciteit), denk ik dat de kans groot was dat er inmiddels een voor alle partijen aanvaardbare oplossing was. Er zijn bij WNL inmiddels stevige maatregelen genomen om de organisatie professioneler in te richten (verdeling van macht met oog voor gedragsregels), er worden bijvoorbeeld een HR-manager, een OR en een vertrouwenspersoon aangesteld. Er vinden ook gesprekken plaats met medewerkers over wat er is gebeurd. Nieuwe werkculturen creëer je met elkaar.

Maar als bevindingen van (ex-)presentatoren in tv-programma’s als Jinek en Renze en ook in kranten en radioprogramma’s uitgebreid van commentaar voorzien worden door recensenten als Angela de Jong, die bij mijn weten geen ervaring heeft met zulke kwesties, wordt het vinden van een oplossing wel heel lastig. Niemand is 100 procent fout of 100 procent goed, (zoals ik eerder in columns over Matthijs van Nieuwkerk en Tom Egbers ook al stelde), ook Bert Huisjes niet. Maar de beoordeling van zijn gedrag en positie hoort bij mensen te liggen die daarover weloverwogen beslissingen kunnen nemen, niet bij tv-recensenten en andere commentatoren.

Natuurlijk dient een publiek gefinancierde organisatie verantwoording af te leggen. Dat betekent dat je open bent over de besluitvorming en de onderbouwing daarvan. Die besluitvorming dient zo evenwichtig mogelijk te zijn, iets wat ontbreekt in de publieke afrekening die momenteel plaatsvindt. Daarvan mogen de media zich veel bewuster zijn.

Aylin Bilic is headhunter en publicist.