Column | Er zit een barst in de grafsteen van Pieter Jelles Troelstra

In de hal van de Tweede Kamer, bij de ingang, staat een bronzen beeld van Pieter Jelles Troelstra: dichter en advocaat, vanaf eind negentiende eeuw de leider van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. Er is ook een debatzaal naar hem vernoemd. Pieter Jelles Troelstra kon zijn kiezers ontroeren en opzwepen. De ellende van de arbeiders raakte hem diep, de Haagse politiek viel hem zwaar. Soms kreeg hij een zenuwinzinking, zoals een burn-out toen heette, en kon hij een tijdje niet werken. Het bronzen beeld toont een man met opvallend grote wallen, een lange snor, sikje.

In november 2023 reed Fetse Visser (43), omgevingsmanager bij een drinkwaterbedrijf, naar begraafplaats Kerkhoflaan in Den Haag om het graf te zien van Troelstra. Die hij bewonderde. Troelstra had in 1918 een revolutie uitgeroepen die er niet kwam, en die de geschiedenis in zou gaan als ‘De Vergissing van Troelstra’. Hij had de stemming in het land verkeerd ingeschat. Maar wie, dacht Fetse Visser, durfde in Den Haag nog politiek te bedrijven zoals Troelstra: met „branie” en „een gestrekt been”? In elk geval níét, vond hij, Troelstra’s verre opvolger Frans Timmermans. Die was in zijn ogen alleen uit op meedoen met de macht.

De grafsteen van Pieter Jelles Troelstra was gebarsten, uit de scheur groeide onkruid.

In café Banka in Den Haag, vrijdagochtend, vertelt Fetse Visser hoe moeilijk het was geweest om te achterhalen wie de eigenaar was van het graf: de PvdA. Hij had hulp gekregen van Marko Fehres (70), die welzijnswerker, journalist en PvdA-raadslid was geweest en elk jaar de 1 mei-viering organiseerde in het Westbroekpark in Den Haag, bij het Troelstra-monument. Samen schrobden ze het graf. Ze zetten er plantjes bij. In het voorjaar rode geraniums, in het najaar heide.

Ze probeerden de PvdA zover te krijgen dat het graf zou worden opgeknapt, maar hun e-mails aan het partijbureau leidden tot niets. Ze liepen bijeenkomsten af om PvdA-prominenten als Job Cohen, Gerdi Verbeet en Agnes Jongerius te vertellen over Troelstra’s steen. Ze praatten ook met partijvoorzitter Esther-Mirjam Sent, na een werkbezoek van haar, in februari, aan de Haagse wijk Transvaal.

En nu is het gelukt, de PvdA betaalt. Ze komen net van de steenhouwer, om de hoek bij café Banka, waar ze een steen van graniet hebben uitgezocht, uit Zuid-Afrika. De steen met de barst was Belgisch hardsteen. „Dat verkruimelt na een tijdje”, zegt Marko Fehres. Hij lacht. „Maar ik denk ook dat Troelstra zich héél vaak heeft omgedraaid, om alles wat er na zijn dood is gebeurd.”

Vlakbij Troelstra, op dezelfde rij, ligt oud-premier Hendrik Colijn van de Anti-Revolutionaire Partij. In 1936, midden in de oorlogsdreiging, had hij op de radio gezegd dat de Nederlanders „rustig” konden gaan „slapen”. Ook een vergissing. En dat kan dus élke politicus overkomen, dat je later herinnerd wordt door één verkeerde zin.

De steen van Colijn is nog heel. Maar aan de randen groeit mos, niemand komt schrobben. Er staan geen plantjes.

Petra de Koning doet elke dinsdag verslag over de Haagse politiek. ([email protected])