Column | Er komt geen rechts kabinet, want regeren is een vak

Met een appje beëindigen millennials tegenwoordig relaties. Ook Omtzigt beëindigde de formatieonderhandelingen, na 82 dagen, met een whatsappje. „Het is niet de meest chique manier zoals het gegaan is”, gaf Omtzigt later toe. „Dat heb je weleens met een jonge partij.”

Nederland wil geregeerd worden, maar dat zou nog wel eens lang kunnen gaan duren. Niet alleen omdat er weinig eensgezindheid is tussen de rechtse partijen, maar vooral ook omdat het bij drie van die vier partijen hard zoeken is naar mensen met politieke of bestuurlijke ervaring.

Bij het nagaan van alle cv’s op parlement.com vraag ik me ernstig af waarop de partijleiders van BBB, NSC en PVV gelet hebben toen ze hun partijlijsten samenstelden. De cv’s bij NSC variëren. Een strategisch adviseur, een actuaris, een lobbyist, een consultant bij ASML, een juridisch adviseur. Allemaal deskundig op een specifiek terrein, maar op een enkeling na hebben zij nooit aan de beleidsknoppen gedraaid of een politieke antenne kunnen ontwikkelen. Om er toch wat van te maken, staat bij één cv bijvoorbeeld vermeld dat de vader van het Kamerlid gemeenteraadslid is geweest.

Hoewel de PVV veel langer bestaat, is het binnen die partij niet veel beter gesteld: een poffertjessaloneigenaar, een medewerker klantenservice opgeklommen tot marketeer, een ict-adviseur, een programmeur, een verkoper van bodycamera’s, een metaalbewerker. Bij BBB: een projectleider, een freelance tekstschrijver en communicatieadviseur die heel even geroken had aan de lokale politiek bij de VVD. Natuurlijk is zoiets voor volksvertegenwoordigers prima. Parlementariërs vertegenwoordigen immers het volk, dan is het goed dat de Kamer daarvan enigszins een afspiegeling is. In die zin zouden D66 en GroenLinks nog wel een extra havenarbeider of werkloze uit Oost-Groningen in de Kamer kunnen gebruiken.

Populistisch-rechts moet op zijn minst een paar jaar naar de schoolbankjes

Maar wie wil regeren, heeft ook andere mensen nodig. Mensen met bestuurderservaring, met politiek gevoel. Een minister of staatssecretaris moet constructief kunnen samenwerken, kunnen beslissen op basis van beperkte informatie (op beide punten blijkt Omtzigt overigens een prutser) en vertrouwen uitstralen.

Veel ervaren rotten van de brede middenpartijen hebben die eigenschappen ontwikkeld door onderaan te beginnen – in de gemeentepolitiek – en langzaam op te klimmen. Daarbij zijn veel van hun directe collega’s afgevallen of halverwege blijven hangen. Het is niet voor niets dat sommige wethouders van VVD, CDA, D66 en PvdA altijd wethouder blijven bij kleine gemeenten en niet ‘doorstromen’ richting Den Haag.

Maar bij PVV, NSC en BBB zijn er nagenoeg geen mensen die ervaring op deden in de lokale politiek. En dus hebben de partijen nauwelijks mensen die het land kunnen regeren.

Dus komt dat rechtse kabinet er niet. Voor BBB en NSC komt regeringsdeelname eenvoudig te vroeg. Die partijen moeten de komende jaren hard werken aan een brede basis. Het vak leren. Veel bekwame mensen aantrekken om mogelijk het land te dienen bij een volgende kabinetsformatie. De PVV, die veel langer bestaat, heeft die kans natuurlijk wel gehad. Maar een partij met slechts één lid en dus zonder interne democratie, is geen goede kweekvijver gebleken voor politiek talent, wel voor ja-knikkers.

Wat nu? Als een rechtse coalitie definitief mislukt, zal met name de PVV aansturen op nieuwe verkiezingen. Maar daarmee zijn de onvolwassenheidsproblemen bij PVV, BBB en NSC niet opgelost. Op dit moment lijkt er daarom maar één optie: laat opnieuw de klassieke middenpartijen een coalitie vormen. Populistisch-rechts moet op zijn minst een paar jaar naar de schoolbankjes, wie weet kunnen ze het over vier jaar dan echt proberen.

Aylin Bilic is headhunter en publicist.