Column | Er is niks tegen roze, eerder is er alles voor

Nooit had ik de eer om een Jaguar te besturen. Maar als ik er eentje zie dan kijk hem na en als ik het kon, zou ik ’m nafluiten. Nu komt Jaguar met een nieuw model: ‘Type 00’. Elektrisch. Volslank. Wild en chic en in twee kleuren: London Blue en Miami Pink. Spectaculair!

Nou, niet voor iedereen. Op de suggestie om de roze Jaguar om te dopen tot ‘Pink Panther’ na, brandde op de sociale media de haat los. Blauw, daar zit niemand mee. Maar roze! Weerzinwekkend! De horror, want Barbie!!

De haters lopen achter. Sinds de Barbiefilm weet iedereen dat roze staat voor een intelligent, streetwise, onafhankelijk en heftig type. Precies wat je van een Jaguar verwacht.

Maar nee, een roze Jaguar zou een aanfluiting zijn. Waarom? Omdat roze een vrouwenkleur is, als je het de traditionele echte man vraagt. ‘Hup, de meisjes zijn niks’ en daarmee uit. Enne… een roze trui, dan? Dat nooit! Terwijl roze de meeste mensen, van lijkbleek tot zwart, flatteert – wat weer mijn vooroordeel voedt dat bepaalde mannen te stom zijn om er goed uit te zien. Maar ik dwaal af.

Die rabiate minachting voor roze slaat nergens op. Roze is geweldig. En zonder dat ik het zoek, wordt die gedachte bevestigd in het Centraal Museum in Utrecht, waar ik ben voor een expositie over het design van Anna Aagaard Jensen. Haar noch haar werk kende ik, maar mailde iemand me: „Die zal je niet teleurstellen”. Vandaar.

Anna Aagaard Jensen: Her diva (2024, chaise longue) en Helen Verhoeven: Cosmic Nude 3 (2017).
Foto Joyce Roodnat

Op de vierde etage wandel ik binnen en het eerste wat ik zie, is een chaise longue. Hij is roze, met roze kussens. Wulps stulpt hij uit, hij lijkt bijna vloeibaar. ‘Neem gerust plaats’ lees ik op de grond en dat doe ik. Hij zit lekker en hij staat me – hij daagt uit om mooi te doen en het roze doet goed. Wat een verschil met de starre, rechtgerugde, kussenloze Gerrit-Rietveld-stoelen die elders in dit museum staan.

Welkom thuis, lieverd heet de expositie en zo voelt hij ook. Aagaard maakte ook een stoel waarop je lekker wijdbeens kunt, en mag, gaan zitten, die heet ‘Her Basic Instinct’ en is wit. Maar zacht-, bleek- en oudroze zetten de toon, voor tafels op grote dansende voeten, voor lelievormige lampen, voor de lijst rond de vulva-vormige spiegel. Rozig lever ik me uit aan Aagaards spel met smeltende vormen.

Met hulp van kunst uit het depot (hoogtepunt: Ina van Zyls raadselachtige megaportret van een chocoladesoes) richtte Aagaard allerlei interieurs in, een studeerkamer, een salon, een slaapkamer, een tuinkamer. Hups, wulps, intens. Vrouwelijk? Waarom? Dat zou zo zijn als je mannen niet serieus neemt, als je ze over een kam scheert met de eendimensionale figuren die sommigen van hen uithangen. Erken het onverschrokken roze en deze tentoonstelling is een genot. Lukt dat niet? Dan heb je pech.