Column | Er bestaat geen hiërarchie van leed

Ook wie geen dierbaren, vrienden of collega’s in Israël heeft, is met stomheid geslagen door de gruwelen in Israël en Gaza. Hoe moet de beschermde naoorlogse Europeaan reageren op het gruwelijke terroristische geweld, de drang naar vergelding en de existentiële angst, behalve door het herhalen van clichés? Wat weet je er eigenlijk van in het veilige Noordwest-Europa? Hier klinkt alleen de echo, en steeds zachter, van het verhaal van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. En, iets luider nu dan vroeger, het verhaal van kolonialisme en slavernij en de verdrijving van zoveel volken van hun land. Maar dat alles blijft verhaal, hoe goed verwoord of verfilmd ook, als je zelf nooit wezenlijk bent bedreigd.

Helpt kunst? Kijk naar Goya’s schilderij El 3 de mayo en Madrid: een man in een witte kiel, de armen uitgestrekt in zijn laatste seconden voor het vuurpeloton. Of naar het marmeren beeld van Michelangelo in de Sint Pieter, de Pietà: het zware, overduidelijk levenloze lichaam op de schoot van Maria, het vergeefse gebaar van haar linkerhand. Of het beeld in Hiroshima van de aan leukemie gestorven Sasaki met haar gouden gevouwen kraanvogel. Luister naar Brittens War Requiem met de onvergetelijke woorden van Wilfred Owen: „My subject is War, and the pity of War”. Ga te rade bij de roman Zwarte doos van Amos Oz, waarin de hoofdpersoon een boek schrijft getiteld Het wanhopige geweld. Vergelijkende studie van het fanatisme. Hij mag een wetenschappelijke autoriteit zijn, zijn ex-vrouw verwijt hem dat zijn ziel bestaat uit „bevroren wanhoop”. Het is een metafoor voor Israël.

Helpt de wetenschap dan? Historici zeggen dat geweld vele oorzaken heeft, dat grote maatschappelijke veranderingen bijna altijd samengaan met geweld, en dat een polariserende (wij-zij-)ideologie of religie nodig is om geweld te sanctioneren. Maar ook dat de uitkomsten zelden gunstig zijn voor degenen die het meest onderdrukt werden, zie bijvoorbeeld de Russische revolutie. Je hoopt dat de geschiedenis aantoont dat het vernietigen van de tegenstander nooit loont, maar er zijn tal van voorbeelden waar het lange tijd lijkt te lonen, zoals bij de Armeense genocide. Het verheerlijken van geweld om de tegenstander te vernietigen leidt tot een zinloze spiraal van nog meer geweld en nog meer onschuldige doden. De wetenschap kan niet bepalen of het offeren van een mensenleven ooit gerechtvaardigd is.

Onschuldige burgers worden ook niet geholpen door religies. De teksten van de drie monotheïstische godsdiensten zijn verre van vredelievend. Oog om oog, tand om tand. Wraak. „Als iemand komt om je te vermoorden, sta dan op en dood hem eerst”, zegt de Talmoed.

Het verheerlijken van moord en offeren van mensenlevens is geen religieus monopolie. Ook ideologieën, van links en rechts, rechtvaardigen de dood. Van eigen mensen en van tegenstanders. Zie Stalin.

De lessen van het verleden en vanuit de kunst zijn echter niet mis te verstaan. Allereerst: er bestaat geen hiërarchie van leed, noch een winst- en verliesrekening. Ieder leed is uniek. Je kunt de Israëlische ontzetting en rouw over de terroristische aanvallen niet wegstrepen tegen het lijden van Palestijnse burgers. Er is geen ‘ja maar’, laat staan een ‘ze hebben het over zichzelf afgeroepen’. Ten tweede: het humanitaire heeft altijd voorrang boven de schuldvraag. Kwetsbaren, van welke kant dan ook, moeten worden beschermd, gijzelaars moeten worden vrijgelaten en een humanitaire corridor moet worden ingesteld. Ten derde: uiteindelijk verlangt iedereen naar een veilige toekomst. Daarvoor bestaat maar één uitweg, een dialoog gebaseerd op acceptatie van de wederzijdse pijn. Zoals Oz schreef: (burgers van) beide kanten hebben gelijk.