Column | Een zwak democratiebesef

Direct na Donald Trumps overwinning stormden de duiders tevoorschijn. Hoe had Harris zo kunnen verliezen? De duiders wisten het: het was de schuld van de inflatie, Bidenomics, trans sporters, Koude Oorlog-liberalen, Harris’ oppervlakkigheid en het neoliberalisme. Onder andere.

Vraag twee: wat betekent Trumps overwinning? „Een grote nederlaag voor de democratie”, schreef Vrij Nederland meteen. Bij Ewald Engelen, officieel financieel geograaf maar in de (sociale) media bekender als establishment-criticus, schoot dit in het verkeerde keelgat. „Die eerste zin, hoe krijg je hem uit je pen: de uitslag van een keurig verlopen democratische verkiezing ‘een grote nederlaag van de democratie’ noemen…”, schreef hij op X.

Engelen toonde hier een minimalistische democratieopvatting: keurig verlopen verkiezingen vindt hij genoeg om iets een democratie te noemen. Maar de liberale democratie omvat meer dan dat: onafhankelijke rechtspraak, vrije pers, en idealiter ook een ‘democratisch ethos’. CDA-leider Henri Bontenbal omschreef dat begin dit jaar als „de wil en de inzet om de instituties die de samenleving en de rechtsstaat stutten, te koesteren”. De vraag is: blijven die onder Trump intact? En zo niet, vinden zijn kiezers dat erg?

Wat verstaan Trumps kiezers eigenlijk onder democratie?

Wat verstaan Trumps kiezers eigenlijk onder democratie, vroeg iemand zich woensdag af in een webinar van Harvard. Historicus Daniel Ziblatt en politicologen Joshua Kertzer en Pippa Norris reageerden daarin op de verkiezingsuitslag. Kertzer wees op een paper in Science dat net is uitgekomen, waarvoor burgers in zes landen (Egypte, India, Italië, Japan, Thailand en de VS) waren gevraagd naar hun democratieopvatting. In alle landen bleken burgers vrije verkiezingen en individuele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting cruciaal te vinden voor een democratie. Minder belangrijk vonden ze de instituties die de politieke macht begrenzen, zoals de rechterlijke macht. „Dit impliceert dat het ondermijnen van checks and balances minder snel tot een publieke backlash zal leiden dan het aantasten van verkiezingen of burgerlijke vrijheden”, aldus de auteurs.

Dit is zorgelijk, want die checks and balances zijn noodzakelijk in een democratie. Zonder onafhankelijke pers en rechterlijke macht zijn eerlijke verkiezingen en burgerlijke vrijheden immers niet gegarandeerd. Begrijpen burgers dat wel?

Nee, zei Pippa Norris, al decennialang een van de meest toonaangevende politicologen ter wereld, in de webinar. „Mensen begrijpen niet veel van democratie.” Kiezers bewijzen wel lippendienst aan de democratie: in onderzoeken laten ze zich er positief over uit, maar vraag je ze bijvoorbeeld of het leger de macht moet grijpen in noodsituaties, dan antwoorden ze doodleuk ‘ja’. In plaats van ze te vragen naar hun visie op „het d-woord” moet je onderzoeken hoe ze denken over autoritaire normen en praktijken, aldus Norris. Pas dan krijg je een beeld van wat democratie voor hen betekent.

De autoritaire normen en praktijken van Trump zijn niet subtiel: hij noemt zijn politieke tegenstanders „the enemy from within” en wil ze achter de tralies krijgen, althans dat zegt hij. Schokkend was zijn uitspraak, vorige week, dat een potentiële schutter eerst door een haag van „fake news”-media zou moeten schieten om hem te bereiken: „Dat zou ik niet zo erg vinden.”

Uit voxpops met Trump-stemmers blijkt dat zijn kiezers niet zitten met dit soort uitspraken. Het is blijkbaar geen dealbreaker als een presidentskandidaat aanmoedigt journalisten dood te schieten. Misschien nemen ze dit soort uitspraken niet serieus, of zijn ze het er zelfs mee eens. Hoe dat laatste werkt schreef The Economist vorige week: „Als politici hun aanhangers ervan kunnen overtuigen dat het karakter van hun tegenstanders de natie bedreigt, kunnen ze het breken van normen en het oprekken van regels framen als lef en sterk leiderschap, in plaats van constitutioneel vandalisme.”

Wat kun je doen tegen dit zwakke democratiebesef? Belangrijk lijkt me dat niet alleen opiniemakers, maar ook politici keer op keer duidelijk maken waarom bepaalde acties en uitlatingen onverenigbaar zijn met de liberale democratie, én waarom dat erg is. Een cruciale rol is dus weggelegd voor ‘loyale democraten’, zoals Daniel Ziblatt ze noemt in zijn boek The Tyranny of the Minority: politici die ondemocratisch gedrag ondubbelzinnig veroordelen, ook als het plaatsvindt in hun eigen kringen. Zonder loyale democraten heeft een democratie weinig overlevingskans. In de Republikeinse Partij bleken ze helaas beperkt voorradig.

Hoe is dat in Nederland? Uitspraken van Geert Wilders over D66-rechters, een nepparlement en journalisten als „tuig van de richel” hebben VVD, NSC en BBB er niet van weerhouden met hem te gaan regeren. Op de loyale-democratenindex scoor je dan niet hoog. Hoopgevend is wel de brede weerstand, uiteindelijk ook bij NSC, tegen de inzet van het noodrecht om de asielinstroom te verminderen. Hiermee heeft een Kamermeerderheid niet alleen misbruik van het noodrecht voorkomen, maar ook laten zien wat wel en niet acceptabel is in een liberale democratie.

„Het verdedigen van de democratie is vermoeiend werk”, schrijft Ziblatt in zijn boek. Het is ook nog eens ondankbaar werk, want antidemocraten als Trump en Wilders schilderen juist loyale democraten af als vijanden van het volk. Die valse omkering moet bestreden blijven worden.