Column | Een rechtsstaat heeft journalisten hard nodig

Niets moeilijker dan jezelf als journalist in de spiegel bekijken. Maar de WRR hielp deze maand een handje mee. In een rapport, dat ik voor de zomer in concept mocht becommentariëren, werd een poging gedaan om het denken in politiek Den Haag over ‘de media’ een niveautje op te tillen. Het stormt immers in de publieke ruimte, door de opmars van technologie, ‘sociale’ media en informatie-overdaad.

De journalistiek heeft een „bijzondere veerkracht getoond” in de tech-revolutie die alles op z’n kop heeft gezet, zo werd bij de presentatie troostend gezegd. Tegelijk zijn de veranderingen in de laatste decennia ronduit hallucinant en ook niet heel bemoedigend. Nieuwsdistributie, -selectie, het bepalen van urgentie, het bieden van toegang – het zijn niet meer de onafhankelijke nieuwsuitgevers of redacties die de toon zetten. Iedere krant valt online in duizend stukjes uit elkaar – wat er wordt ‘gedeeld’, waarop wordt geklikt, wie er wat krijgt voorgeschoteld, het is volkomen ongewis. Ooit had de krant een voorpagina met alles op volgorde en met een eigen prioriteit – nu heerst het algoritme. Iedereen z’n eigen werkelijkheid. Waarheid en bullshit door elkaar.

Die veerkracht van de journalistiek zat ‘m vooral in het überhaupt weten te overleven, door te consolideren in digitale vorm, het toevoegen van data- en onderzoeksjournalistiek, het verbreden naar nieuwe groepen, het investeren in beeld, graphics en audio. Tegelijk is de journalistiek ook uitgekleed, functioneel overgenomen en veelal verdrongen door alternatieve ‘contentleveranciers’, velen met dubieuze bedoelingen. ‘Fill the internet with bullshit’, bleek een succesvolle strategie waarmee kwaadaardige afzenders de Brexit aanjoegen, verkiezingen in de VS manipuleerden, woede, (vrouwen)haat en discriminatie aanmoedigen. Er is inmiddels een informatie-oorlog gaande, waarin democratie en burger kanonnenvoer zijn en populisme en haat veelal het resultaat. De publieke ruimte is er hoogst onveilig door geworden. Vindbaarheid en bereik van betrouwbare informatie nemen ook af.

Of professionele journalistiek de digitale burger bereikt is in handen van zoekmachines en algoritmen, die uw data kennen, voorkeuren, smaak en leeftijd. Met advertentieopbrengst, ophef en emotie als criteria voor wat u te zien krijgt en in welke volgorde. De grote Amerikaanse techbedrijven aan deze knoppen interesseren zich intussen geen bal voor journalistiek of de democratische rechtsstaat. Soms zelfs integendeel, geïnspireerd door de anarchistische techcultuur of gewoon uit opportunisme. De rol van de journalistiek in een (digitale) democratische rechtsstaat neemt zienderogen af, constateerde de WRR, die dat nogal een bedreiging vindt. De burger kan almaar moeilijker onderscheiden wat echt is en wat niet – en ook wat professionele journalistiek is en wat niet, voeg ik eraan toe.

Het Commissariaat voor de Media rapporteerde deze maand dat de jongeren van nu zich vrijwel uitsluitend met sociale media informeren. Wat media tot een digitale (gratis?) ‘jongerenaanpak’ zou verplichten. En Den Haag dient „zo snel mogelijk” de techbedrijven te reguleren. „Zodat nieuws prominenter wordt.”

Hoe kan professionele journalistiek in de (digitale) democratische rechtsstaat weerstand bieden aan de overmacht van de platformbedrijven? De WRR zocht de oplossing elders. „Geef EU-regelgeving in Nederland meer handen en voeten”, luidde advies één, wat helemaal waar is. En niet alleen voor mediabeleid. Rem de voortgaande persconcentratie af, perk influencers op sociale media in, versterk regionale journalistiek, waar de verschraling het meest zichtbaar is. Heel goed allemaal.

Net als het Commissariaat zegt de WRR ook dat techbedrijven in hun zoekresultaten gedwongen moeten worden betrouwbare informatie voorrang te geven. Dus altijd bovenaan de resultatenlijst. En niet per se die informatie met de grootste potentiële advertentieomzet of ophefpotentieel. ‘Due prominence bieden’ luidt de vakterm. Zie de tv-afstandsbedieningen waar Netflix een ‘eigen knop’ heeft, maar de NPO (nog) niet. De digitale omgeving kan dus niet ongereguleerd afgestaan worden aan de grootverdieners, de manipulanten en andere artiesten van het eigen gelijk. De professionele journalistiek hangt aan een dun draadje.

En dan nog dit: 67 worden betekent verplicht pensioen. Voortaan is mijn beroep m’n hobby en schrijf ik deze rubriek freelance.

Folkert Jensma is jurist en journalist en schrijft om de week op maandag.