Column | Een nieuwe start in het bos

Hé, het tuinhekje is weg. En de grote witte tent. De Weber-barbecue. Het keukentje. De hangmat. En ook van de zelf gevlochten takkenwal die indringers moest weren, is niets te bekennen.

De vorige keer trof ik hier, bovenop een heuveltje omringd door struikgewas, Rafal (36) uit Polen en de Nederlandse Amee (29). Het stel woonde al een poos in de Scheveningse Bosjes in Den Haag en had van dit plekje een waar paradijs gemaakt. Maar nu, twee maanden later, zijn hun spullen verdwenen en staat er een andere tent.

„Rafal? Amee?” Een man voor de tent wijst richting het struikgewas. „There! Fifteen meters.”

Het leven van daklozen is grillig. En ook de NAVO-top vorige maand hakte erin. De Scheveningse Bosjes moesten ontruimd en dat betekende voor 45 bosbewoners verhuizen met tent en al. Rafal en Amee hoopten op een hotel, maar het werd de winteropvang in een voormalig schoolgebouw tien kilometer verderop. Voor twee weken, georganiseerd door het Leger des Heils.

Dit was dé kans, klonk bij hulpverleners, om het structurele probleem van dakloosheid aan te pakken. De Scheveningse Bosjes waren de afgelopen jaren dichtgegroeid met tentjes, bewoond door Oost-Europese arbeidsmigranten (Rafal) en ook Nederlanders die wegens omstandigheden geen huis vinden (Amee). Slapen in het bos is verboden maar wordt gedoogd bij gebrek aan opvang. En nu de gemeente de populatie vanwege de NAVO-top goed in beeld had, was de oplossing wellicht nabij.

Maar na twee weken werden ze toch weer het bos in gestuurd. Met een cadeaubon van 70 euro voor de Decathlon, dat wel. Om een nieuwe tent van te kopen.

„Dat was nog best netjes”, zegt Amee, die terugbelt nadat ik een briefje bij hun tent had achtergelaten. Al had ze liever een bon voor de Action gehad want voor „een nieuwe start” is de Decathlon een dure winkel. Bovendien hadden ze nog een tent liggen, „verderop verstopt in het bos”, dus de bon heeft ze omgewisseld voor eentje voor de supermarkt. „Daar hebben we nu een barbecuetje van gedaan.”

Al weken tevoren waren Rafal en Amee door de boswachter voorbereid op de verhuizing. En toen het zover was konden ze per taxibusje met hun bagage naar de opvang. Die kenden ze wel, van de winter, als er honderd man zit. „Veel ruzies, drugs, dronkaards, paranoïde mensen. Het brandalarm gaat er om de vijf minuten af.” Maar ditmaal was de groep kleiner, veel bekenden. „Het was wel gezellig.”

Maar de terugkeer was pittig. Iedereen moest z’n plek in het bos heroveren en sommigen namen die van anderen in. Amee hoorde het aan de oplaaiende ruzies. „Mensen weten gewoon niet waar ze moeten beginnen.”

Hun plek bovenop de heuvel hebben ze afgestaan aan een bevriend Pools stel. Dat wilde weg van een kampement verderop met veel drugs en onderling gestook. En het is jammer dat ze hun paradijsje kwijt zijn, maar het trok ook wel veel bekijks.

De nieuwe spot van Rafal en Amee is goed verstopt, onzichtbaar vanaf de paden. Ze kende ’m alleen van het gehoest ’s nachts van een jongen, maar Amee kon zijn tent maar niet vinden. Tot de ontruiming. „En toen hij niet terugkeerde dacht ik: de perfecte plek voor ons.”

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.