Column | Een ‘nee’ kan iets in gang zetten tegen censuur

De vrijheid van meningsuiting staarde me aan toen een van mijn kinderboeken een aantal jaren geleden in het Chinees werd vertaald. Er zouden een aantal passages over gender worden geschrapt, of dat een bezwaar was? Ik ging akkoord, zij het met een ongemakkelijk gevoel. Maar: zonder vertaling geen verspreiding van de rest van het boek én geen betaling.

Natuurlijk was mijn besluit slap. Stel dat het nu om een Amerikaanse editie zou gaan. Men zou de progressieve (‘woke’) passages willen schrappen. Dan zou ik me keren tegen de censuur, in plaats van die te exotiseren of te bagatelliseren zoals destijds bij China (‘Daar gaat alles nu eenmaal anders, het merendeel van het boek blijf intact’). Mijn nee zal niet de wereldgeschiedenis veranderen, maar een nee kan wel iets in gang zetten.

Zoals het ‘nee’ van cartoonist Ann Telnaes. Zij zegde afgelopen januari haar jarenlange samenwerking met The Washington Post op, nadat een opinieredacteur een cartoon had geweigerd. Op de ruwe schets was te zien hoe Jeff Bezos (eigenaar van The Washingon Post), Mark Zuckerberg (Facebook en Meta) en Sam Altman (OpenAI) knielen voor een standbeeld van Trump. Telnaes’ nee tegen censuur werd wereldnieuws, én het symbool voor de teloorgang van de vrijheid van de pers en expressie in Amerika.

Afgelopen maandag was Telnaes in Den Haag om de jaarlijkse persvrijheidslezing te geven, in aanloop naar 3 mei, de Internationale Dag van de Persvrijheid. Een uitstekende keuze, want cartoonisten zijn de barometer van de persvrijheid. Telnaes vertelde dat ze het nee van de opinieredacteur beschouwt als het ‘vooruit gehoorzamen’: je alvast dienend opstellen aan de machthebber om je eigen hachje zeker te stellen. Of ze juridische stappen nam? „Wel nee, cartoonisten hebben geen geld, we kunnen ons geen advocaten veroorloven.”

Cartoonisten zijn de barometer van de persvrijheid

Haar terloopse opmerking maakt een lachsalvo los onder de toehoorders, overwegend collega-cartoonisten. Als ik enkelen van hen er later naar vraag, onderschrijven ze die kwetsbare financiële positie. Je kunt je opwinden over de staat van een land met toenemende censuur, je bekommeren om de democratische en visuele ongeletterdheid waardoor het belang van politieke cartoons en satire niet wordt (h)erkend, maar er is een veel grotere bedreiging voor politieke tekenaars: de deplorabele economische situatie. Vaste posities zijn er nauwelijks, het aantal cartoonisten in dienst daalde alleen al in Amerika in 2023 van 2000 naar minder dan 20.

Sinds haar opzegging koos Telnaes om haar publicaties naar het platform Substack te verplaatsen, waar je een betaald abonnement kunt afsluiten. Ze heeft 92.000 leden, van wie er 5500 betalen: 8 dollar per maand, of 215 dollars per jaar als ‘founding member’, 10 procent daarvan gaat naar Substack.

Dat klinkt lucratief, maar zoiets werkt alleen als je al veel bekendheid hebt, zoals meervoudig Pulitzer Prize winnaar Telnaes, die overigens ruimhartig doneert aan Cartoons Rights-organisaties. Een cartoonist grapt dat van zijn 21 abonnees er drie betalen (vriendin, moeder en schoonmoeder). Een ander wijst me op nadelen: omdat opdrachtgevers geen zekerheid bieden, verkeer je in een voortdurende afhankelijkheids- en concurrentiepositie. Je wordt als creatieveling gedwongen tot zelfstandig ondernemerschap, altijd aan het werk. Zelf gaat hij vaak mee in een poule van tekeningen waar internationale kranten iets uitkiezen, een permanente competitie met collega’s dus. En dan blijft het opletten of ze je publiceren, zodat je het beetje geld niet misloopt. Het maakt, zoals hoogleraar mediastudies Mark Deuze onlangs aantoonde in zijn boek Well-Being and Creative Careers – What Makes You Happy Can Also Make You Sick, mensen uit de creatieve sector extra gevoelig voor vormen van uitputting en uitbuiting.

Het miskent ook het belang en de rol van politieke tekeningen voor een vitale democratie. Er is dus een belangrijke rol weggelegd voor de pers die zich als hoeders van de vrijheid van expressie en van meningsuiting opwerpen. Zie cartoons als een belangrijke signatuur van de krant, koester je tekenaars, betaal ze naar behoren. Intussen moet je als individu sterk blijven, de volgende keer nee zeggen tegen censuur. Zoals George Orwell zei: „Don’t let it happen, it depends on you.”

Na de persvrijheidslezing duwt een cartoonist mij nog een boekje in handen, formaat Nijntje. Het heet Trumps ABC en is in 2016 gemaakt door Ann Telnaes, tijdens de eerste termijn van Trump. Een a-b-c boekje op rijm. „A is for Americans who Elected this Guy…” Scherpe satire, geweldige tekeningen. Moed, moedig, moedigst. Telnaes toont dat je in verzet kan komen. Hoe? Door vooruit te ongehoorzamen.

Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.