Column | Een koor uit Urk zingt liedjes, in hal van de Tweede Kamer

In de hal van de Tweede Kamer, bij de roltrap, staan vijf lobbyisten van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Daarnaast staat de Urker Zangschool Geke’s Tiental en wat verderop: ouders van ernstig zieke kinderen. Dinsdagmiddag, vorige week. Ze hebben allemaal een eigen vak, afgezet met linten, om een petitie aan te bieden aan Kamerleden. Zo gaat het elke dinsdag, van kwart over een tot kwart voor twee.

De ouders dragen een spandoek, ze willen een speciale verlofregeling. Het groepje van VNO-NCW deelt brochures uit over regeldruk, de arbeidsmarkt, verduurzaming. Ze lobbyen ook wel door langs te gaan bij Kamerleden in hun werkkamers, een petitie draait om het beeld: de foto aan het eind, met zoveel mogelijk politici erop.

Geke van der Sloot uit Urk was er al eens eerder op een dinsdag, om te zingen over de Urker vissers. Deze keer heeft ze een koortje meegenomen van zeven érg nerveuze meisjes, ze wil aandacht voor het groeiende antisemitisme. In de hal klinkt hun lied over Anne Frank, ‘Ik las het boek wel twintig keer, het was niet groot en niet dik.’ En daarna: ‘Waar zijn ze gebleven, de Joden van ons Amsterdam.’

Bij de ouders van zieke kinderen staan veel Kamerleden. EenVandaag maakt er een uitzending over. Bij VNO-NCW staan Kamerleden van BBB, D66, PVV, SGP, GroenLinks-PvdA. En twee VVD’ers, de foto aan het eind is ook voor de Kamerleden belangrijk. Een SGP-medewerker filmt het koor uit Urk voor het SGP-journaal. Er zijn twee Kamerleden van de SGP, twee van de PVV, en verder: een BBB’er, een VVD’er, iemand van de SP, de ChristenUnie, NSC.

Chanan Hertzberger, voorzitter van het Centraal Joods Overleg, is er ook. Hij klapt voor de liedjes. „Iedereen die zich inzet om het leven van Joden in Nederland beter te maken”, zegt hij, „steunen wij. Maar ik ben hier vooral omdat mij dat is gevraagd, ik ben halvulling.” Hertzberger vindt het jammer, zegt hij, dat er niemand is van D66 en GroenLinks-PvdA. Hij wil ook met die partijen „de banden aanhalen”, om als Joodse organisatie niet in één politieke hoek te worden gezet: de rechtse hoek.

Pas daarna zie ik dat Kamerlid Mikal Tseggai van GroenLinks-PvdA er wél is. Ze kwam later. „Ik wilde me er niet tussen wurmen tijdens het zingen”, zegt ze. „Misschien had ik dat wél moeten doen?”

Op woensdag vraag ik aan Mpanzu Bamenga, die bij D66 over het thema antisemitisme gaat, waarom hij er niet was. En al probeer ik hem duidelijk te maken dat hij zich tegenover mij niet hoeft te verantwoorden, ik vraag het alleen omdat Hertzberger D66 noemde, hij doet dat toch. Hij laat me zijn agenda zien: dinsdagmiddag had hij een afspraak met staatssecretaris Jurgen Nobel van Integratie. Bamenga vindt petities „héél belangrijk”, hij is „al minstens drie keer” in Auschwitz geweest en juist deze week, ook dat laat hij me zien, had hij aan de Joodse gemeenschap in Eindhoven gevraagd of hij op werkbezoek kon komen.

En mag hij het telefoonnummer van Chanan Hertzberger? „Dan gaan we samen op de foto.”