Column | Een EU-lidmaatschap van Oekraïne zal Europa drastisch veranderen

In Europa

‘Als wij Albanië toelaten tot de Europese Unie, heeft Albanië recht op evenveel Europese landbouwsubsidie als Oostenrijk nu krijgt. Dat betekent dat Oostenrijk óf meer moet betalen aan de Europese begroting, of zijn landbouwsubsidie verliest aan Albanië.” Met dit voorbeeld maakte een Europese diplomaat bij een debat in Wenen laatst helder dat uitbreiding keiharde consequenties heeft voor de 27 huidige lidstaten. En hij sprak alleen maar over het kleine Albanië – apennootjes vergeleken met Oekraïne.

Een jaar nadat ze Oekraïne het kandidaat-lidmaatschap hebben aangeboden, dringt het tot Europese hoofdsteden door dat dit stevige offers gaat vergen. Van iedereen. Op drie terreinen gaat dit Europa drastisch veranderen: de financiën, de bestuurbaarheid, en de uitbreidingsprocedure. De regeringsleiders houden dit najaar een top in Granada, alleen hierover. De Franse staatssecretaris Laurence Boone noemt het „de bouwput van het decennium”. Waarschijnlijk is zelfs dat een understatement.

Allereerst het geld. Als Oekraïne nu lid werd, zou het in zijn eentje de helft van alle EU-landbouwsubsidies opslokken. Van de achttien netto-ontvangers in de EU (de rest betaalt meer dan het ontvangt) blijven er dan misschien vier over. Dat geldt ook voor andere terreinen. Er zou amper geld zijn voor iets anders dan Oekraïne, zoals Erasmusprogramma’s, grensbewaking of het Europese Hof. Dat kan niet. Dus moet de begroting op de schop. Oplossingen genoeg: de lidstaten gaan meer betalen dan de huidige, schamele 1 procent van hun nationale begroting, prioriteiten worden radicaal herzien of de EU mag eindelijk eigen inkomsten halen uit EU-belastingen. Maar wanneer moet dit ingaan? De lopende EU-begroting gaat tot 2027. Moet de volgende rekening houden met Oekraïne en anderen? Sommigen willen voor de zekerheid twéé begrotingen: één voor snelle toetreding, een voor als het langer duurt. Anderen willen een zak geld apart zetten voor Oekraïne. Als je van tevoren geen financiële oplossingen bedenkt, loopt de EU vast en gebeurt er niets meer.

Als je van tevoren geen financiële oplossingen bedenkt, loopt de EU vast en gebeurt er niets meer

Ook over de bestuurbaarheid van Europa branden intense discussies los. Komende jaren kunnen er acht of negen lidstaten bijkomen – je kunt niet Oekraïne toelaten en de rest laten bungelen. Maar als de teller op 35 of 36 komt, wordt goed bestuur in Brussel vrijwel onmogelijk door nationale veto’s. Kunnen die veto’s weg? Zijn andere hervormingen nodig? Vereist dit verdragswijzigingen en nationale referenda? Dit ligt hypergevoelig, zeker in landen waar radicaal-rechts opgang maakt.

Ten derde moet de uitbreidingsprocedure worden herzien. Vroeger kwam je als nieuweling alleen binnen als je aan alle criteria voldeed. Het was een lang, technisch procedé. Omdat Frankrijk, Nederland en anderen ‘uitbreidingsmoe’ waren, werd dit proces steeds verlengd door op alle slakken extra zout te leggen. Kandidaat-landen zaten eindeloos in de wachtkamer. Servië werd zo bitter dat het op Russische avances inging. Dat kan Europa zich niet meer permitteren. Nu is er monumentale, geopolitieke urgentie: als Oekraïne de EU in kan, heeft het de oorlog ongeveer gewonnen. De Amerikanen zien EU-toetreding als wortel, om Oekraïne bij een eventuele vredesdeal met Rusland enig terreinverlies te laten slikken. Tegelijkertijd: Europa kan geen land toelaten dat in oorlog is en niet aan de criteria voldoet. Die criteria – spelregels voor de markt, de rechtspraak, begrotingen – zijn zelfs belangrijker dan vroeger: niemand wil een herhaling van rechtsstatelijke en andere sores na de grote uitbreiding in 2004. Op dit punt zijn de hervormingen al aan de gang. EU-ambtenaren die tot voor kort zo streng en technocratisch mogelijk moesten zijn voor kandidaat-landen, moeten ineens sneller, creatiever en ‘politieker’ werken. Ook zou Oekraïne niet in één keer, maar gefaseerd moeten toetreden – druppelsgewijs. Zo zitten ze nu al op het Europese elektriciteitsnet. Zo houden Oekraïners perspectief.

Geld, stemrecht, regels versus politiek – de uitdagingen zijn gigantisch. Een alternatief is er niet. Want dit is Europa’s bijdrage aan de oorlog in zijn achtertuin.