
Mijn vijftienjarige zoon voltooide onlangs zijn toetsweek met een boekverslag voor Engels. Het moest gaan over George Orwells 1984. De opdracht was om een essay te schrijven waarin de huidige politieke realiteit in Amerika in het licht van het boek zou worden bezien. Ik vond het een bijzonder mooi idee, hoewel al snel zou blijken dat mijn kind het niet helemaal had opgepakt zoals ik graag had gezien.
Orwell is hot stuff. De auteur overleed vijfenzeventig jaar geleden, maar dankzij autocratische leiders van vandaag die graag bepalen hoe het volk moet denken over elkaar, en over anderen, is zijn werk onverminderd actueel. Vaak genoeg wordt de schrijver aangehaald in linkse media, en even zo vaak gebeurt dat om te waarschuwen voor het gevaar van dominante leugens, verspreid door politici die het volk naar hun pijpen willen laten dansen.
Kijkend naar Donald Trump dient zich vanzelf de vergelijking met 1984 aan. Trumps onstuitbare leugenbombardement lijkt op zichzelf wel fictie in de manier waarop hij zijn publiek net zo lang met onzinnigheden bestookt tot zijn tegenstanders, murw geslagen, hun strijd staken. Het herinnert inderdaad aan wat Orwell opvoerde in zijn beroemde roman: een ministerie van Waarheid dat elke leugen kan bestempelen als werkelijkheid. Trumps leugens zijn soms ronduit grotesk, maar ook dat lijkt zijn succes niet te schaden. Een kleine samenvatting, opdat we nooit vergeten wat voor bizarre werkelijkheden hij verkoopt: huisdieren van Amerikaanse burgers worden door illegale immigranten opgegeten, Oekraïne is de oorlog met Rusland begonnen, kinderen gaan naar school en komen terug met een ander gender (omdat hun school in het geheim opdracht geeft voor geslachtsveranderende operaties ). De lijst met leugens is zo lang, dat hij zelfs een eigen Wikipediapagina heeft gekregen; False or Misleading Statements of Donald Trump. Het is een deprimerende pagina, ik zou hem niet bezoeken als ik u was.
Het onnozele, of om met Sander Schimmelpenninck te spreken, het ‘domrechtse’ deel van Trumps bewonderaars slikt die leugens voor zoete koek. Het meer geslepen deel van Trumps achterban geniet zichtbaar van de verwarring die hij zaait, en leert van hem hoe oppermachtig de leugen kan zijn, als hij maar met genoeg bravoure is gebracht.
In diezelfde waarheidsverachtende geest lijkt nu iets opvallends te gebeuren. Rechtse politici en hun ideeënfluisteraars lijven het gedachtengoed van de socialist Orwell in en spannen hem zo voor hun karretje. Thierry Baudet deed dat al in 2018, toen hij de Nederlandse politiek vergeleek met een totalitair regime dat leugens aan het publiek verkocht. In De Groene Amsterdammer van vorige week wees Thomas Heij erop dat Elon Musk organisaties die zich inzetten tegen racisme en haatspraak beschouwt als „orwelliaans omdat die hem censureerden zoals het ministerie voor Waarheid” in 1984.
Het lijkt het toppunt van cynisme dat autocratische leiders zichzelf tot slachtoffer van een fascistisch systeem bestempelen, maar niets is meer te gek tegenwoordig.
Ik wilde al deze dingen met mijn zoon bespreken, denkend dat Orwell zijn interesse had gewekt. Toen het cijfer binnenkwam, was hij blij: het was een 10. Het cijfer zou bovendien drie keer meetellen voor het eindrapport. Ik stak daarom een enthousiast verhaal af over deze grote schrijver, en dit belangrijke boek. Maar hij stopte me al vrij snel. „Laat maar, mama,” zei hij. „Ik heb dat boek niet eens gelezen.”
Ergens vond hij het extra goed van zichzelf dat hij, zonder het boek ook maar te hebben opengeslagen, zo goed had gepresteerd. Ik was verbijsterd en eigenlijk ook boos. Maar ik had natuurlijk beter moeten weten. Het is allang duidelijk dat het geen moer uitmaakt of je de feiten kent. Als je verhaal maar goed in elkaar steekt.
Karin Amatmoekrim is schrijver en letterkundige. Ze schrijft om de week op deze plek een column.
