Column | Duizenden euro’s door de brievenbus

Kaas, komkommer, hagelslag, bij ieder bord een eitje. Enike van der Kuijl (32), de vrouw van dominee Leendert van der Kuijl (33), heeft haar vier jongste kinderen uit school gehaald en nu zitten ze aan tafel voor de middagboterham. De oudste twee, vijftien en dertien, gaan naar de middelbare school en komen tussen de middag niet thuis. „Heere, zegen deze spijze”, bidt Jesse (4) en Enike bidt het Onzevader, vol aandacht, alsof ze de woorden nooit eerder heeft uitgesproken. „Eet smakelijk.”

De dominee heeft me net verteld over zijn viswinkel vroeger in Hendrik-Ido-Ambacht – „liep als een tierelier” – en de omslag in zijn leven op zijn eenentwintigste. Hij stond bij het graf van Enikes grootvader en keek in zijn eigen graf. „Het Woord sprak tot me: ik zou ook een keer moeten sterven. En dan? Hoe moest ik voor God verschijnen?” Vanaf dat moment kon hij niet meer zonder Hem. En ondanks alle twijfels voelde hij in zichzelf een begeerte groeien om Hem te dienen. Lang verhaal kort: hij werd na een strenge selectie toegelaten tot de Theologische School in Rotterdam om te worden opgeleid tot predikant bij de Gereformeerde Gemeenten. Daarna maakte het Woord hem duidelijk dat hij naar Waarde moest, op Zuid-Beveland. „Aan het eind van de wereld”, zegt Enike. „En dan rechtsaf.” Dat was in 2021. Jesse was net geboren, ernstig beperkt door spina bifida, en ze moest drie, vier keer per week met hem naar het Erasmus MC. „Toen voelde ik wel een lichte opstandigheid”, zegt ze. „Hóé dan? Ik zei tegen de Heere: U vraagt te veel van me.”

„En tóéhoen…”, zegt Loïs (8) terwijl ze een beschuitje pakt. Enike: „Toen las ik Jesaja 55 vers 8: ‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en…’ Hoho Timon, dat is genoeg.” Timon (6) is zijn boterham aan het volstapelen met plakjes worst. „Er kwam rust over me”, zegt ze. „Het zou goed komen.” Probeerde ze haar man er niet toe te bewegen om voor een gemeente dichter bij Rotterdam te kiezen? Door de lach op hun gezichten weet ik dat ik ernaast zit. „Nee”, zegt Enike. „Dit was Gods weg. Als het Leenderts weg was geweest, had ik mijn mond wel opengetrokken.”

Dit is het dus, denk ik. Dit is het houvast in een dwaze wereld waarover de dominee sprak toen ik vroeg waarom jonge mensen zich meer dan voorheen aangetrokken voelen tot het orthodoxe geloof. Enike: „Je leven is niet per se gemakkelijker, maar je hebt een basis.”

Dus nee, voor haar geen twijfel toen ze op haar zestiende, in 4 havo, zwanger bleek te zijn. Voor Leendert ook niet. „Natuurlijk waren onze ouders in ons teleurgesteld”, zegt ze. „Ze hadden verdriet omdat we een deel van onze jeugd zouden missen. Maar de verbondenheid overheerste. We kregen alle steun.”

Ook van de school, het reformatorische Guido de Brès in Rotterdam. Klasgenoten zamelden geld in voor een stofzuiger en een wipstoeltje voor de baby. Ze deden een toneelstukje op hun bruiloft: Kikker is verliefd. En de kerk? „O”, zegt Enike. „Er werd verschrikkelijk veel over ons gepraat, want zo gaat dat. Maar weet je hoe het ook gaat in een christelijke gemeenschap? We kregen enveloppen met geld in de brievenbus, anoniem. Duizenden euro’s.”