Column | Decoratieve waarde

Als bezoekers gaan zitten en de inhoud van hun rugzakken, bigshoppers, koffers, kistjes, dozen, boterhamzakjes en portemonnees voor zijn ogen op tafel leggen, verraadt de blik van Carol Eybergen enkel kalmte. Soms gaat een onthulling gepaard met grootse verwachtingen. „En dan nu iets héél bijzonders” – over een antieke oculair. „De familie was er al op aan het jagen toen ze stervende was” – een broche. Maar slecht nieuws, weet Eybergen, taxateur, kun je beter direct brengen.

„Wij dachten: dit is best wat waard”, zegt een stel van middelbare leeftijd dat een volgnummertje in het bakje op tafel heeft gedeponeerd en met uiterste voorzichtigheid een antieke schaal uit een handdoek vouwt. Samen met tientallen anderen zijn ze afgekomen op de gratis taxatiedag van Heritage Auctions Europe, afgelopen dinsdag in de bibliotheek in Bussum.

„Ja, het wás wat waard”, zegt Eybergen, die samen met twee andere taxateurs onophoudelijk goud, zilver, sieraden, kunst en antiek langs zijn ogen zien glijden. „Eind 19de eeuw. Bekend merk”, zegt hij de schaal kort bestuderend vanachter een leesbril. „Alleen, veilinghuizen nemen zulk servies niet meer in.”

„Ow.” Stilte. „En Marktplaats?” „Ik denk weinig reacties.”

„Ow.” „Heeft u uw kinderen wel eens gevraagd” – Eybergen buigt licht voorover – „of die het zouden willen hebben?” „Nee, die willen het niet!”

Hij knikt. „Dat is nou precies het probleem.”

Goud en zilver doet het altijd goed op dit soort dagen, die het veilinghuis op locatie geregeld organiseert. Chinees porselein idem. Maar antiek…

Carel Eybergen toont een gids van de laatste kunst- en antiekveiling. Een boekwerk vol sieraden, vazen, beeldjes. Maar ook, op de cover: Disney. Lego. Pokémonkaarten. Een Game Boy. Dát zijn de voorwerpen die wat opleveren. „Het moet zeldzaam zijn én gewild als verzamelobject.” Dus „heel fraai”, zegt hij over de antieke militaire stafkaarten die twee trotse mannen voor zijn ogen uitvouwen. Maar er is niemand die ze verzamelt, dus ja. Hetzelfde geldt voor de achttiende eeuwse staartklok met handgeschilderde ornamenten. „Niet meer in de gratie.”

Was wel anders toen Eybergen veertig jaar geleden begon als antiquair. Toen bracht zo’n klok nog duizenden euro’s op, nu is het dikwijls „tientjeswerk”. Niet meer in de mode. „De jongere generatie gaat liever naar Ikea.” Terwijl het ouderlijk huis moet worden uitgeruimd en in families rondzong ‘gôh, dat is wat waard!’.

„Decoratieve waarde”, zegt Eybergen dan. Hij poogt er vaak toch nog iets aardigs over te zeggen. Of, over al die landschappen – negen van de tien keer slecht geschilderd: „Mooie lijst”.

De meeste bezoekers verbergen na zo’n oordeel hun teleurstelling. Alsof ze ’t zélf ook wel verwacht hadden. Waarna het spul weer net zo keurig in handdoeken gevouwen terug op zolder belandt. Want mensen, weet hij inmiddels, hebben met antiek een ambivalente relatie. „Ze kunnen het niet loslaten, maar ze doen er ook niks mee. Het is er gewoon.”

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.