Column | De ‘trumpy’ angsten in het Amerikaanse mijndorpje waar ik ooit woonde, zijn nooit gebaseerd op eigen ervaringen

Nooit ging ik terug naar het Amerikaanse bergdorpje dat in 2006 en 2007 een jaar lang mijn thuis was: Ione, Washington. Nog geen 500 mensen, met een leefwereld die ophoudt bij het tankstation. Ik weet ook niet waar ik het nu met mijn gastfamilie over zou hebben. Mijn gastvader zou zijn in het dorp vermaarde ‘sloppy joe’ maken, gehakt in tomatensaus op een broodje, en ik zou vragen of die ook vega kon. Hij zou met me willen jagen, ik zou zeggen dat ik wapens eng vind. Hij zou willen weten welke vrouw ik nou echt lekker vond en ik zou zeggen dat ik inderdaad vind dat vrouwen hetzelfde moeten verdienen als mannen.

We zouden politieke onderwerpen mijden, maar ik denk niet dat dat nog kan. De laatste toevoeging aan het Facebookrepertoire van mijn gastvader is een afbeelding van een lachende Kamala Harris die op een lekke autoband is gefotoshopt, met daarbij de tekst: „Wanneer je een lekke band hebt, vervang je die – je gaat er niet nog vier jaar op rijden in de hoop dat hij herstelt.” Deze viel nog mee.

Des te opvallender vind ik het als ik zoals deze week een oud-schoolgenootje, wiens familie nog in het dorp woont, het op Facebook opneemt voor de veelbesproken Algerijnse boksster Imane Khelif. Ik raakte met hem aan de praat, ik had hem sinds mijn jaar daar niet meer gesproken. „Sinds 2016 zijn mensen daar politiek gezien de weg kwijt”, zei hij. „Ione is nog steeds hetzelfde beschutte kleine plaatsje, maar er is weinig meer te doen dan klagen op Facebook. Dus nu is iedereen paranoïde over gays en trans personen die de wereld overnemen. Ze komen nooit in aanraking met zwarte mensen, gay mensen, trans mensen, moslims, Joden. Die kennen ze alleen van Facebook. Hun angsten komen voort uit verhalen die ze horen, nooit uit hun eigen ervaringen. Ze komen niet in de echte wereld buiten het dorp, dus ze leren het ook niet.”

Zo was het destijds ook. Er woonde één zwarte familie in het dorp, de overige diversiteit kwam van twee andere, Zuid-Koreaanse uitwisselingsstudenten. Er was destijds niemand gay – ik zat nog in de kast en dat was maar goed ook – , laat staan iemand trans. Je wordt makkelijker bang voor wat je niet kent. Ik vraag me alleen af waarom zo’n arm mijndorpje in alles beren op de weg ziet, terwijl er daar daadwerkelijk beren op de weg lopen.

Ik zeg tegen de oud-schoolgenoot dat ik het jammer vind dat mijn gastouders, altijd zo warm en open, zo ‘trumpy’ zijn geworden. Zijn ouders blijken nog veel met hen om te gaan. „Het zijn nog steeds geweldige, vriendelijke mensen. Net als de meesten daar. Ze geloven dat we allemaal politiek verschillen, maar hoe meer je graaft, hoe meer je ziet dat we op elkaar lijken. Ze zijn bereid hun kleren af te staan aan een vreemde, willen mensen helpen die ook echt hulp nodig hebben. Maar ze geloven ook dat de wereld buiten het dorp naar de hel is gegaan.”

Frank Huiskamp vervangt de komende weken Marcel van Roosmalen.