Column | De publieke omroep, onze laatste ‘agora’

In Europa Caroline de Gruyter

In Europa

Wat de politieke ontwikkelingen in Nederland interessant maakt, is dat er een kansje is dat de politieke versplintering wordt gestopt en dat populisten even niet het hoogste woord voeren. Dat schept ruimte voor inhoudelijke debatten waar zoveel mensen naar snakken. Debatten zonder persoonlijke aanvallen of beledigingen. Zonder neuzelaars op tv die denken dat ze overal expert in zijn. En vooral zonder nóg meer afsplitsers van toch al veel te kleine partijtjes, die de verschillen met anderen benadrukken en de overeenkomsten verzwijgen.

Er ligt een kans. Maar de publiekeomroep moet hem wel pakken.

Het interview van Nieuwsuur met Pieter Omtzigt, deze week, belooft weinig goeds. Hopelijk is het een eenmalige uitglijer. Maar we zagen wat gebruinde burgers op terrassen van hem vinden, afgaand op „wat ik op TikTok heb gezien”. We hoorden hoe hij, in Normandië met de „kids”, had besloten een partij op te richten. We vernamen hoe het nou is na zijn burn-out, waarom hij „regelmatiger in de sportschool is” en waarom hij niet wil zeggen of Mona Keijzer op de lijst komt. Gekmakend, zoveel gimmicks. Omtzigt probeerde meermaals over inhoud te beginnen – belastingen, bestaanszekerheid. Antwoord: „Ja, komen we zo op.” Pas aan het eind gebeurde dat. Wat puntjes opsommen, amper tijd voor doorvragen, klaar. Wat de man wil met Europa, hoe hij meer sociale zekerheid wil betalen – het blijft gissen.

Het gaat niet om Omtzigt, of wat je van hem vindt. Het gaat om de functie van de publieke omroep in een westerse democratie als Nederland. We leven in een wereld waarin elk individu de informatie krijgt toegestuurd waarvan het algoritme denkt dat hij het wil. Iedereen krijgt ander nieuws. Dat leidt tot versplintering. Hoe erg dat is, zie je aan politici die met 18 procent van de stemmen luidkeels claimen dat ze ‘namens het volk’ spreken. In zo’n gefragmenteerd landschap zorgen weinig dingen nog voor cohesie. Eén ervan is de publieke omroep. Iedereen heeft toegang, iedereen krijgt dezelfde informatie. „De publieke omroep is onze enige ‘agora’”, zei de Zwitserse politica Flavia Kleiner in 2018, voor een referendum over het afschaffen van de eigen omroepbijdrage. „Commerciële omroepen berichten alleen over hun eigen Stationsstraat.” Zo is het: Zwitserse privékanalen cateren alleen voor hun eigen taalgroep of politieke coterie, of verdienen goud met sensatie en vertier.

Misschien moeten wij, nu het nog kan, leren van Zwitserland. De afschaffing van de omroepbijdrage, gelanceerd door extreemrechts, werd destijds verworpen: het was te extreem. Maar de omroep schrok zich te pletter, sneed prompt zèlf een kwart uit de begroting en biedt meer leuke dingen voor de mensen. Dat hielp niets, integendeel. De extreemrechtse SVP heeft net 128.000 handtekeningen ingeleverd voor een tweede referendum – ditmaal om de omroepbijdrage te halveren.

Intussen bestookt een van de initiatiefnemers, een SVP-parlementariër/bankier met financiële belangen in een commercieel kanaal, het weerbericht op de „linkse” openbare omroep dat volgens hem probeert „in een verkiezingsjaar klimaatpaniek te zaaien”. Toen de weersvoorspelling, die door algoritmes wordt gemaakt, er laatst voor Athene een paar graden naast zat, ging de directeur van Météo publiekelijk door het stof.

In Zwitserland, waar de SVP al twintig jaar de grootste is, zit de publieke omroep in het hart van een ideologisch gevecht om de openbare ruimte. In Oostenrijk, Groot-Brittannië en elders gebeurt hetzelfde. Uit angst verder gekort te worden, doen die omroepen maar één ding: bending over backwards. Niet elitair doen, alles lekker snappy, jagen op schandaaltjes, extreemrechts kietelen. Een heilloze weg.

Nederland moet, als het aan dit treurige lot wil ontsnappen, het omgekeerde doen: serieuze programma’s maken die zó knettergoed zijn dat niemand eromheen kan. Links niet, rechts niet, niemand. Burgers verdienen topkwaliteit, juist nu. Investeer in de agora, voor het te laat is.

Caroline de Gruyter schrijft wekelijks over politiek en Europa.