In de „krachtigst mogelijke bewoordingen” veroordeelde de Europese Unie vrijdag het Israëlische besluit om vijf zogeheten buitenposten op de bezette Westelijke Jordaanoever te legaliseren en nog eens duizenden nieuwe woningen voor kolonisten te bouwen. „Dit is een nieuwe opzettelijke poging om vredesinspanningen te ondermijnen”, aldus de verklaring.
Zo! Dat is nog eens duidelijke taal uit Europa! Zeker als het Israël betreft dat ondanks zijn afkalvende imago in de Gaza-oorlog toch nog steeds tamelijk onaantastbaar is buiten de Global South. Maar welke vredesinspanningen eigenlijk?
Even wat achtergrond voor wie de ontwikkelingen in door Israël in de oorlog van 1967 bezet gebied niet op de voet volgt. Sinds 1967 heeft Israël op de Westelijke Jordaanoever 146 nederzettingen (cijfers Peace Now) gebouwd, legaal onder Israëlisch recht, illegaal onder het internationale. Kolonisten hebben vanaf de jaren negentig 191 buitenposten gesticht die ook onder Israëlisch recht illegaal zijn, al gebeurde dat vaak met nauwelijks verhulde steun van de regering. Buitenposten worden gesticht waar kolonisten een kans zien om hun greep op het land te versterken. Verborgen achter de bloedige beelden van de Gaza-oorlog zijn sinds oktober al ruim twintig buitenposten gelegaliseerd, en ongeveer evenveel omliggende Palestijnse gemeenschappen gewapenderhand van hun grond verdreven. Temidden van 2,7 miljoen Palestijnen leven er nu zo’n 500.000 kolonisten, plus ruim 200.000 in geannexeerd Oost-Jeruzalem.
Dit is het gebied waar de internationaal gehoopte Palestijnse staat moet komen, als die er ooit komt (en ik denk nooit). De nederzettingen moeten die „terreurstaat” verhinderen en de kolonisten zijn de grondtroepen. Het is niet alleen déze, extreemrechtse regering die van geen Palestijnse staat naast Israël wil weten en dat ook in haar coalitieakkoord heeft vastgelegd; het Land van Israël immers. Het is vanaf dag één nooit de bedoeling geweest om te bouwen voor de sloop. Protest van de buitenwereld heeft door de jaren heen nul effect gehad.
Interessant: de legalisering van deze vijf buitenposten is (behalve landjepik) bedoeld als straf, aldus verantwoordelijk minister Smotrich (Financiën). Straf voor Europa; één gelegaliseerde buitenpost voor elk land dat eind mei de virtuele staat Palestina symbolisch erkende: Noorwegen, Ierland, Spanje, Slovenië. Het vijfde zal dan Malta zijn, dat aankondigde „als de tijd rijp” is te gaan erkennen. Zou Malta’s tijd nu nog wel rijp worden? En straf voor president Abbas’ Palestijnse Autoriteit wegens haar klachten tegen Israël bij het Internationaal Gerechtshof, bij het Strafhof en bij de Verenigde Naties. In ruil schortte Smotrich wel op het laatste moment zijn financiële wurging van het wankele, onmachtige autonome Palestijnse bestuur – waarover Washington en Europa zich grote zorgen maakten uit angst voor een economische catastrofe en vervolgens ook nog oorlog op de Westoever – voor drie maanden op. Voor Smotrich zijn er nog genoeg buitenposten voorradig om straks als tegenprestatie te legaliseren.
In de tussentijd is Smotrich bezig met een in eigen woorden „dramatisch plan” om de Westelijke Jordaanoever te annexeren zonder dat er buitenlands gezeur van komt. „Ik zeg jullie, het is megadramatisch”, aldus Smotrich in een toespraak tot kolonisten vorige maand die onder andere naar The New York Times uitlekte. Jazeker, Smotrich is een extremist, maar wel een machtige van wie het overleven van de regering-Netanyahu afhangt, en hij blijkt er al in te zijn geslaagd belangrijke bestuurlijke bevoegdheden uit handen van het leger aan zich te trekken. De tijdelijke (is 57 jaar tijdelijk?) militaire bezetting verandert geleidelijk in permanent Israëlisch civiel bestuur. De overwinning van de éénstaatoplossing, oftewel de apartheidsstaat, een voor de Israëlische burgers, een voor de Palestijnse rechtelozen.
Hé Europese Unie, wat nu?
Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert. Ze schrijft om de week een column.