Column | De ‘manfluencer’ voert achterhoedegevecht

De eerste keer dat ik over Andrew Tate hoorde, was toen hij zich zogenaamd tot de islam had bekeerd. Uit de berichtgeving erover begreep ik dat hij een gewelddadige manfluencer is die zijn miljoenenpubliek via sociale media bespeelt met giftige en seksistische praatjes over mannelijkheid en vrouwen.

Hij houdt het niet bij praatjes, samen met zijn broer is hij gearresteerd en aangeklaagd voor verkrachting, vrouwenhandel en seks met minderjarige meisjes. Alsof de islamitische wereld niet genoeg problemen heeft, krijgen we er ook nog eens het grootste geteisem bij.

Vorige week was hij weer in het nieuws; vrouwen in Australië verlaten het onderwijs, omdat jongens in de klas onder zijn invloed niet te handhaven zijn. De leerlingen papegaaien zijn uitspraken en accepteren het gezag van vrouwen niet.

Nu zijn de ideeën van Tate weinig origineel: vrouwen zijn objecten, horen achter het aanrecht, moeten de man dienstbaar verzorgen en mag je slaan. En dat brengt hij in een zenuwachtig, opgewonden hoog toontje dat ik persoonlijk weinig mannelijk of aantrekkelijk vind, maar ik ben een vrouw, mijn mening doet er in zijn universum niet toe.

Of zoals hij dat zo eloquent zegt: „There’s no such thing as girl power outside of birthing children. It’s literally all they can do. Anything else is better left to men.” Alleen plaatst hij op zijn Twitter-account wel een filmpje van een jongedame die zijn workshop aanbeveelt, dus zo nutteloos zijn vrouwen toch ook weer niet.

Criminele parasieten als Tate zijn helemaal niet begaan met mannen

Tate is niet de enige die zijn waarde uit archaïsche ideeën, dat mannen als vanzelfsprekend leider en gezinshoofd zijn en recht hebben op respect, haalt. Ook in Nederland is er een heuse manfluencer-industrie van ijdele types die hun volgers opjutten dat ze sukkels zijn als ze hun emoties tonen, hun vrouw toestaan een mannelijke vriend te hebben, die hun trots uit hun spierballen of dure auto halen en met tegeltjeswijsheden strooien als ‘een high value vrouw heeft geen afschuwelijk verleden om zich zorgen over te maken’. Of die de stelling dat school belangrijk is pareren met: ‘Heb je ooit een docent in een Porsche gezien?’.

Maar achter die stoere praatjes en strak gecoiffeerde kapsels schuilen bange mannen die alleen aanspraak kunnen maken op macht door op een verleden terug te grijpen waarin de wereld onderverdeeld was in mannen en vrouwen, mannen autoriteit hadden, kostwinnaar waren en de eer van vrouwen bewaakten.

Mannelijkheid domineert de wereld nog wel, maar is niet langer het hoogst haalbare. De Marlboro-man is dood, grenzen tussen de seksen vervagen en vrouwen zijn niet langer afhankelijk van mannen. Ze hebben hun eigen levens, voorkeuren én geld.

Wat is je relevantie dan nog als man? Genoeg, lijkt me, maar dan moet je werken, overtuigen, verleiden. Op inhoud en op basis van gelijkwaardigheid relaties aangaan. Daar hebben die types in hun virtuele man cave helemaal geen zin in. Zij willen het makkelijk, snel, zonder weerstand. Vrouwen moeten bevallig klaar liggen en mannen het gevoel krijgen dat ze de grootste, sterkste, lekkerste zijn.

Het leven is geen suikerspin, vrouwen zijn geen dingen die je kunt claimen en mannen geen superhelden die geen pijn voelen. Criminele parasieten als Tate zijn helemaal niet begaan met mannen. Ze maken misbruik van hun onzekerheden om ze geld afhandig te maken en een verknipt beeld van mannelijkheid te verkopen.

Mannen verdienen beter dan deze charlatans. Vrouwen ook.

Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker.