
We zijn bijna het land uit, honderd zeemijl voor de boeg, over de Noordzee naar Harwich. We, dat zijn drie mannen op een zeilboot van net geen tien meter lengte. Vroeger kon je vanuit de Oosterschelde of vanaf Scheveningen min of meer rechtdoor varen. In 24 uur zette de getijdenstroom je om en om naar het noorden en zuiden en dan kwam je voor Harwich uit. Maar intussen ligt de zee vol windparken waar je omheen moet, en drukke scheepvaartroutes die je onder een haakse koers moet oversteken.
Het moeilijkste stukje komt na een mijl of dertig. Daar moeten we, ingeklemd tussen windpark Borssele en de snelweg met grote schepen, een tijdje naar het zuidwesten varen met weinig manoeuvreerruimte. Bij de oostelijke wind van dit moment zal dat geen probleem zijn, het wordt wel zaak daar voorbij te zijn als de wind zuidwestelijk wordt, zoals het KNMI en de Britse weerdienst voorspellen voor later op de dag.
Om kwart voor zes, precies als de zon opgaat, zijn we de sluis in de Oosterscheldekering door, riant voor de meute met sportvissers die ‘op de makreel’ gaan. Maar we lopen vertraging op omdat er iets met de koeling van de motor lijkt te zijn. Als dat is verholpen en we alsnog willen vertrekken, zijn we twee uur verder.
Matige wind, kracht 3 à 5 Beaufort, plus een bui met kans op onweer; dat was de voorspelling. Nu geven de Britten er een amber alert (code oranje) bij, met een windwaarschuwing van 8 Beaufort en extreem slecht zicht. Op de weerradar begint uit het zuiden inderdaad een band regen omhoog te kruipen waarin nare rode bellen verschijnen.
Één keer heb ik op zee het pandemonium van een nachtelijk onweer meegemaakt, met links en rechts inslaande bliksems, en dat wil ik niet nog eens. Onverwacht veel wind hoeft geen probleem te zijn, maar de vlagen onder zo’n bui, waarbij horen en zien je vergaan, zijn van een andere orde.
Vrij naar Prediker: ook wie digitale kennis vermeerdert, vermeerdert smart
Er is een kans dat het allemaal losloopt, dat het niet uitkomt, of niet daar en niet dan of niet zo. Als je in apps als Windy en PredictWind en good old buienradar.nl de tijdlijn naar voren schuift, zie je immers niet meer dan een voorspelling; het blijven modellen, al ziet het er bedrieglijk precies uit. Maar de modellen worden wel steeds beter en de voorspelde thundery showers blijven thundery showers. Willen we dit risico lopen? Wat als het weer zich juist op dat lastigste stukje tegen ons keert? Is het niet hoogmoedig, dom, om dit te negeren? Ik las ook net dat de Schotse reddingsdienst drie mensen van de berg Ben Nevis had gehaald die het weerbericht niet hadden gelezen. Of zijn we onnodig voorzichtig, bang? Vrij naar Prediker: ook wie digitale kennis vermeerdert, vermeerdert smart.
Als je zeilt zijn er makkelijke beslissingen en moeilijke. Prachtig weer: gaan. Slecht weer: niet gaan. Helder. Vaker ligt het moeilijker, het afwegen van kansen en risico’s en dan een besluit nemen, dat misschien het goede blijkt te zijn geweest of een misrekening. Maar dat weet je pas achteraf. Of nooit.
We overleggen en hakken de knoop door. We gaan terug, met een zwaar gemoed, door de sluis, de Oosterschelde weer op, terug naar de thuishaven. We blijven in het land.
