Column | De ingetogen Zeeuwen zochten een waarnemend commissaris en kregen heel veel Hugo de Jonge

Enkele dagen voor de afspraak om te praten over ‘zijn’ Zeeland blijft waarnemend commissaris van de koning Hugo de Jonge hangen aan het nieuws op zijn telefoon: Pieter Omtzigt, de man met wie hij in 2020 streed om het leiderschap van het CDA, verlaat de politiek. De Jonge, bij een glas bronwater op een terras: „De mededeling verbaasde me niet, de timing wel.”

Hij stuurde Omtzigt een bemoedigend appje, vertelt hij. Een vriendelijke reactie volgde direct. De Jonge, glimlachend: „Anders dan ook NRC wel eens heeft geschreven, hebben Pieter en ik een goede relatie met elkaar.”

Op de vraag of hij zelf wel eens tegen een burn-out aan heeft gezeten, schudt hij resoluut het hoofd. Zelfs niet tijdens de coronapandemie als verantwoordelijk zorgminister? „Nee.” Het was een tijd van weinig slaap en veel stress, erkent hij. Maar opgebrand raakte hij naar eigen zeggen niet. „Het zwaarste waren de aanhoudende bedreigingen van mijn gezin.”

Met zijn vertrek uit Den Haag verdwenen die, grotendeels.

Wat is gebleven: zijn woordenwaterval, onbegrensde zonneschijn en onberispelijke voorkomen. De handen met gespreide vingers ondersteunen nog altijd zijn verbale promotiemateriaal. „Het Zeeland waarin wij nu mogen leven is een fantástische provincie. Veel dichter bij het paradijs kom je niet.”

De ingetogen Zeeuwen zochten eind 2024 een waarnemend commissaris, ze kregen heel veel Hugo de Jonge. „Ja, ik geloof dat ze wel even aan me moeten wennen.”

Zeeland heeft, in de ogen van de ambitieuze predikantenzoon, een impuls nodig

Het paradijs heeft, in de ogen van de ambitieuze predikantenzoon uit Bruinisse, een impuls nodig. Groei. Zo kampt het met een vergrijzende bevolking en een toenemend gebrek aan hogeropgeleiden. De Jonge (47): „Willem van Oranje heeft de Zeeuwen ooit de vraag voorgelegd: ‘Willen jullie een universiteit of belastingverlaging?’ Tja, als je zo’n vraag aan Zeeuwen stelt…” Hij moet er zelf ook om lachen. „Die keuze speelt ons nog altijd parten.”

Nóg wel, hoor je hem denken.

Neem de nieuwe kerncentrales die het kabinet wil. Het personeel dat daar komt te werken, moet in Zeeland worden opgeleid, vindt hij. „Ook als het een universitaire opleiding betreft.”

Tuurlijk, een universiteit zal er in Zeeland niet snel verrijzen, maar een dependance van de technische universiteit Delft? „Zoiets zie ik zeker voor me.” Het begint naar zijn idee met meer Zeeuws zelfbewustzijn, trots. „Daar is alle reden toe. En met die houding kun je vervolgens op de deur bonzen in Den Haag. Want wij hebben de rijksoverheid nodig, maar zij hebben Zeeland óók heel hard nodig.”

Of híj de nieuwe commissaris is die op de deuren zal kloppen? Voor het eerst valt De Jonge even stil. „Dáár kan ik nou net niets over zeggen. Dat is aan de Provinciale Staten van Zeeland.”

Hugo Logtenberg is redacteur van NRC