Column | De geplande bezuinigingen op de universiteiten zijn een ramp in wording

Als kind moest ik thuis Arabisch leren lezen en schrijven. Ik vond het vreselijk en wilde liever spelen, maar in plaats daarvan moest ik schrijven en hardop lezen zodat ze konden horen of ik de vervoegingen goed had. Mijn zussen en broers gaven me les. De een was vriendelijker dan de ander, dus ik had zo mijn favorieten. Dankzij de komst van satellietzenders in ons huis, leerde ik later ongemerkt de verschillende Arabische dialecten.

Ik begreep als dwars meisje de noodzaak niet, maar als volwassene besefte ik wat een enorme rijkdom mijn ouders me hadden gegeven; ik kan in alle Arabischsprekende landen vloeiend met mensen communiceren, van Algerije tot Soedan, Libanon tot de Golfstaten.

Taal opent deuren en verkleint afstanden. Taal is cultuur, geschiedenis, wetenschap en intermenselijk contact. Ik heb Engelse taal- en letterkunde gestudeerd en nadat ik binnen vier jaar mijn doctoraal haalde, heb ik nog een jaar Franse literatuur gedaan. ‘Pretstudies’ zei een vroegere docent oneerbiedig. Het echte werk deed zijn zoon die natuurkunde studeerde.

Die minachting voor de geesteswetenschappen heeft, vermengd met politieke angst voor ‘activistische’ wetenschap, inmiddels een gevaarlijk dieptepunt bereikt. Onder aanvoering van de PVV wil de nieuwe coalitie dramatisch bezuinigen op de universiteiten.

Volgens PVV-Kamerlid Reinder Blaauw is „de activistische woke-cultuur” te lang „dominant geweest in de collegezalen en onderwijsinstellingen” en „te vaak ging politiek activisme boven wetenschappelijke integriteit”. Eerst ‘woke’ aanvallen omdat het de vrijheid zou bedreigen en vervolgens de vrijheid bedreigen door in de financiering van universiteiten te snoeien.

Blaauw vraagt zich af of „kritische rassentheorieën, dekolonisatie, feminisme en global justice onze studenten tot betere analytische denkers maken”. Wat Blaauw hier bedoelt, is dat hij liever niet hoort hoe kolonialisme en machtsverhoudingen nog steeds doorwerken. Zoals de PVV ook niks wil weten van exacte wetenschappers die voorrekenen dat de aarde opwarmt door menselijk handelen, dat vinden ze eveneens activistisch; als wetenschappers onwelgevallige conclusies trekken, wordt hun integriteit in twijfel getrokken.

Dat is buitengewoon zorgelijk in een tijd dat hordes mensen wetenschap onzin vinden en hun ‘eigen onderzoek’ doen. Ze weigeren vaccins en zonnebrandcrème, maar proberen wel zwanger te worden via ivf, vertrouwen hun te vroeg geboren baby toe aan de couveuse en hun lichaam aan de arts bij een botbreuk. Doe dan ook maar je eigen onderzoek en pak een spaak erbij.

Geesteswetenschappen zijn essentieel. Om de wereld te begrijpen en betrekkingen aan te gaan, moet je het verleden kennen, culturen begrijpen, verhoudingen analyseren. We zijn niet alleen op de wereld. Bètawetenschappen doen niet veel anders: ook zij analyseren oorzaak en gevolg. Wetenschappers ontwikkelen medicatie en behandelingen op basis van eerder onderzoek waar zij op voortborduren.

Geestes- en bètawetenschappen zijn communicerende vaten. Ze zijn afhankelijk van elkaar. En wij zijn allemaal afhankelijk van de wetenschap. Politici niet in de laatste plaats.

Dan zouden ze weten dat je niet ergens met je lompe vuist op tafel kunt slaan. En je niet jarenlang op de meest aanstootgevende manier kunt ageren tegen slavernij-excuses en daarna een krans leggen tijdens de slavernijherdenking. De geplande bezuinigingen op de universiteiten zijn een ramp in wording. Duizenden getalenteerde wetenschappers dreigen hun werk te verliezen, de kenniseconomie waar Nederland zo trots op was, dondert in elkaar en Nederland loopt straks achter. Uit rancune. Zoals Martin Bosma zou zeggen: stop ermee, stop ermee, stop ermee.

Hassnae Bouazza is schrijver, journalist, columnist en programmamaker.