Column | De breakboys en hun pas de deux

Joyce Roodnat Waarom vindt Joyce Roodnat het adembenemende hiphopduet ‘Refraction [Breaking Light]’ zo goed? Als ze de video ‘Our Joyful Young Days’ ziet, waarin Koreaanse gepensioneerden mijmeren over vroegere liefdes, begrijpt ze het.

Joyce Roodnat

Twee jongemannen hiphoppen elkaar toe – ja, dat doen ze. Ze dansen alsof ze elkaar toelachen. Met dit verschil dat een lach zo gebeurd is, terwijl hun tollende rompen, hun bliksemen van enkels om dijen, hun abrupt stilvallen, staand op één hand, van een andere orde is. Ik zie hun voorstelling in Maastricht, waar hij is geprogrammeerd door de Nederlandse Dansdagen. Hij heet Refraction [Breaking Light] en zit vol dans die ik niet voor mogelijk houd, met een snelheid die ik óók niet voor mogelijk houd.

Hiphop bestaat nu vijftig jaar en is bezig zich weg te ontwikkelen van muzische krachtsport die drijft op de suggestie van onderlinge competitie en de salon-flirt met geweld. Het ontwikkelt zich tot serieuze dans, hiphoppers en hun kunst worden zelfs ingelijfd door het eerbiedwaardige Nationale Ballet.

Die ontwikkeling herinnert aan de tapdance (al heeft die het, helaas!, nooit geschopt tot Het Nationale Ballet). Ook de tapdance kwam aanvankelijk vooral met virtuoos spektakel – tot er ernst werd gemaakt met gevoel en tederheid. Weg met de circus-act, voilà Fred Astaire en Gene Kelly.

Niet te vergelijken maar toch, Liam McCall en Oscar Starink doen iets vergelijkbaars. Allebei zijn ze Bboys (breakboys) van de hiphopgroep Underdogz Crew en ook zij stonden al op het podium met Het Nationale Ballet. In hun duet-voorstelling op de Dansdagen zijn ze echter pure breakers. Ze geven alles voor hun kunst, deze twee zwetende jongens in hun hoodies. Ik kijk en zie ze hun eigen wereld uitvogelen: dit kan mijn lichaam, dit kan ik. Dit ben ik. Dit ben jij. Dit zijn wij.

Maar het barst in de danskunst van de adembenemende duetten, ik zag ze bij bosjes. Waarom vind ik dan juist dit zo goed?

https://youtu.be/XfIJEBWjlsY?feature=shared Lees ook: Ineens is hiphop 50 jaar. Hoezo?

Aangezien ik toch in Maastricht ben, ga ik naar cultuurhuis Marres. Daar is net de expositie Goodbye to Love losgegaan. En voor ik weet wat me gebeurt, ben ik opgeslokt door de video-installatie (titel: Our Joyful Young Days) van Hyesoo Park. Zij filmde gepensioneerde fabrieksarbeiders uit Seoul terwijl ze haar vertellen over hun eerste liefde. „Ik zag haar in de bus, het was liefde op het eerste gezicht” (maar het werd niets, de ouders lagen dwars). „Ik was meer zijn eerste liefde dan hij de mijne.” „We zagen elkaar twee keer, de derde keer was op onze trouwdag.” „Ik had een grote liefde, maar met hem ben ik niet getrouwd.” „Als ik haar nu terug zou zien, zou ik echt gelukkig kunnen zijn, denk ik.”

Door de mijmeringen uit Seoul dringt tot me door dat het duet van de Bboys in hun Refraction zo bijzonder is, omdat het onmiskenbaar een duet is, een klassieke pas de deux, ook al dansen ze zelden samen. De ene doet, de ander kijkt. Keurt. Adoreert. En omgekeerd. In tweezaamheid.