Column | Dank, Hertzberger

Stephan Sanders

Dat was dringen bij Vermeer, en de Amerikaanse filosoof Susan Neiman was net iets beter in dat dringen dan ik. Voorkomend maar volhoudend. Een paar weken geleden was ze in Amsterdam, een nieuw boek, ze deed wat interviews, maar vooral toch: ze moest naar de Vermeertentoonstelling, want die schilder was haar all time favorite.

Ik mee. We stonden ten slotte vooraan bij de Brieflezende vrouw in het blauw en Het Melkmeisje en heel zachtjes vertelde ze over haar fascinatie: Vermeer als de man die de gewone burger portretteerde, gewone vrouwen, brief of kan in hand, niks bijzonders, en toch zo waanzinnig anders, omdat hier alledaagse mensen werden vastgelegd, zonder een prinses of admiraal in zicht.

Vermeer als de schilder van de opkomende burgerij, sterk in opkomst in het zeventiende-eeuwse Amsterdam: maar ook schilder van hun dienstboden. Nee, aan de verfbehandeling van Vermeer is niets ‘gewoon’, maar zijn onderwerpkeuze was origineel.

Alsof er geen eeuwen tussen liggen, nu over naar de opzienbarende column van Rosanne Hertzberger van de vorige week. Die column „verdeelde de krant” schreef ombudsman Fortuin. Dat is altijd een goed idee. Vooropgesteld: ik lees Hertzberger al jaren, ze lijkt in haar flair en eigenzinnigheid een beetje op wijlen Renate Rubinstein, en dat is geen ongunstige vergelijking. Ook Rubinstein schreef als niet-deskundige over zaken als vormgeving, kunst en architectuur, net als Hertzberger, helemaal zonder kunsthistorisch einddiploma. Zo hoort het, want het land of de krant die enkel deskundigen het woord gunt, loopt een enorm deficit op.

Ik begin bij het beeld zelf dat kunstenaar Price in Rotterdam liet neerzetten, en mijn lekenoog zegt: geweldig werk, traditionele techniek, maar opzienbarend in z’n uitvoering. Ik heb dus een geheel ander smaakoordeel dan Hertzberger, maar dat er mensen zijn die daar een reden in zien hun krantenabonnement op te zeggen: mij is het een raadsel. Wat is er nu aardiger dan het met een column beargumenteerd oneens te kunnen zijn? Het scherpt je eigen denken, en dat wordt je door die columnist zomaar in de schoot geworpen.

Hertzberger zag nog een breder, filosofisch verband: „Alleen maar vrouw zijn, een beperking hebben, een hoofddoek dragen, een donkere huidskleur of liefst een combinatie hiervan is genoeg om op het schild gehesen te worden.” Ze vreest voor het primaat van „traumakunst”, ik vat het zo samen. Hoe meer pijn, hoe standbeeldwaardiger.

Maar deze bronzen vrouw op Nikes in Rotterdam straalt een en al veerkracht uit en levenslust. Het is een beeld dat van een gewone zwarte vrouw iets bijzonders maakt. Die Price lijkt wel een hedendaagse opvolger van Vermeer.

Dank Hertzberger, zonder jou had ik eraan voorbijgezien.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.