Column | Carte blanche geven aan Israël is een blunder van formaat

Als er één moment is waarop Europa pal voor het internationale recht had moeten gaan liggen, dan was het wel toen Israël op 13 juni begon met „preventieve aanvallen” op Iran. De Europeanen hadden die aanvallen krachtig moeten veroordelen, omdat ze illegaal zijn onder het internationale recht. Helaas deden ze dat niet. Dat is een blunder van formaat. Want nu hebben de Europeanen die altijd claimen dat ze de rules-based internationale orde steunen, exact het omgekeerde gedaan. Precies op een moment waarop veel landen het internationale recht uit het raam gooien, geven zij het een trap na. Wat rest, is de rauwe macht van individuele landen die zich nergens meer iets van aantrekken.

In 2003, toen de Amerikanen en Britten Irak een „existentiële bedreiging” noemden, voerde de hele internationale gemeenschap daar juridische debatten over. Oeverloos discussieerden experts op tv-schermen en nieuwspagina’s over de vraag of dit juridisch wel in de haak was. Britse en Amerikaanse politici wrongen zich in duizend bochten om met concreet feitenmateriaal, tot in de Veiligheidsraad, te bewijzen dat Saddam ten eerste massavernietigingswapens had die hij, ten tweede, van plan was binnenkort te gebruiken. Die twee vragen moeten bevestigend worden beantwoord als een land een ander land legaal preventief wil aanvallen – in jargon heet dit „the right of preemptive self-defense”. De Irak-invasie vond plaats, waarna bleek dat die wapens er helemaal niet waren. Ruim twintig jaar na dato wordt oud-premier Tony Blair er nog in elk interview over doorgezaagd.

Die discussie ontbreekt nu ten enen male. Toch voert Israël exact hetzelfde argument aan: Iran zou een „existentiële bedreiging” zijn omdat het een kernbom zou hebben die het tegen Israël wil inzetten. Dat Israël zich bedreigd voelt, is voorstelbaar: Iran maakt Israël al decennialang het leven zuur, onder meer via terreurgroepen als Hezbollah en Hamas. Maar dat ontslaat Israël niet van de plicht om die twee cruciale vragen te beantwoorden. Het neemt de moeite niet eens. Logisch, want zelfs de nucleaire waakhond IAEA kan niet aantonen dat Iran kernwapens produceert, en dat het wapens die het niet bezit binnenkort tegen Israël wil inzetten. Iran heeft zich bovendien behoorlijk ingehouden toen Israël recentelijk Hamas, Hezbollah en zelfs het Iraanse consulaat in Damascus platbombardeerde.

Onder president Trump malen de Verenigde Staten niet om Israëlische bewijzen. Trump negeert het internationale recht. Maar dat landen als Frankrijk en Duitsland – anders dan met Irak destijds – die vragen niet stellen en enkel reppen van Israëls recht om zichzelf te verdedigen, is verbijsterend. Bondskanselier Friedrich Merz zei zelfs dat hij Israël „dankbaar” was omdat „Israël voor ons het vuile werk opknapt”. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen schaarde zich daar na een gesprek met de Israëlische premier (!) achter. De enigen die Israëls bombardementen strijdig hebben genoemd met het internationale recht zijn – behalve Rusland en China, die Iran steunen –, Japan, Noorwegen en de VN. De meeste experts internationaal recht geven hen gelijk.

Natuurlijk, Europa doet zijn best om Trump vlak voor de NAVO-top komende week niet tegen de haren in te strijken – Trumps toorn kan de Europese defensie zwaar beschadigen. Maar dit grote Europese zwijgen en Israël carte blanche geven is wel het andere uiterste.

Europa verzwakt zichzelf hiermee. In februari 2022 beriep Moskou zich eveneens op een „existentiële dreiging” vanuit Oekraïne. Europa veroordeelde de Russische invasie krachtig, met het terechte argument dat dit illegaal is onder het internationale recht. Die positie is behoorlijk uitgehold, nu de Europeanen de wettelijk zeer dubieuze aanvallen van Israël op Iran gewoon laten lopen. Anything goes, eigenlijk, vanaf nu: China kan Taiwan inpikken, Ethiopië Eritrea, de VS Groenland. Als zelfs de Europeanen dit nu toelaten bij vrienden en veroordelen bij minder goede vrienden, houdt het naoorlogse internationale regelsysteem eigenlijk op te bestaan. Er ís geen systeem meer. Alleen nog de jungle.