Column | Boycot Qatar

Marcel van Roosmalen

Vanwege doden bij de bouw van voetbalstadions en zorgen over de mensenrechten werd het WK voetbal in Qatar nog bijna geboycot. Bijna, want iedereen ging zoals te verwachten was toch, de sportjournalisten voorop. Hoogtepunt van het protest: Minister van Sport Conny Helder die op de tribune tijdens Nederland-Qatar een regenboogspeldje verstopt hield onder haar oranje shawl.

We leerden Qatar vorige winter kennen als een goede organisator. Een voetbalsfeer ontbrak bijna volledig, maar de faciliteiten waren geweldig.

Inmiddels is Qatar organisator van alles waar in het Westen graag naar gekeken wordt. Ze kopen nog steeds voor te veel geld voetballers voor hun belachelijke competitie, ze kopen voetbalclubs (Paris Saint-Germain), Max Verstappen werd er wereldkampioen en de wereldtour van padel verhuist volgend jaar van Amsterdam naar Doha. Ze willen alles: van het turnen, basketbal, ijshockey, de wk schaatsen en het darten tot de start van de Tour de France. En dat is dan nog maar de sportieve fetisj. Het is niet uitgesloten dat ze onze musea en theaters ook gaan leegkopen, want in de culturele sector doen ze ook alles voor geld.

Dit weekeinde bezocht de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken het politieke gezicht van Hamas, Ismail Hayineh, in diens villa in Doha. Volgens een verklaring van Hamas werd afgesproken „de samenwerking voort te zetten” om de groepering te helpen zijn doelen te bereiken. Een van die doelen is de vernietiging van Israël.

Ze voelen zich er schijnbaar veilig.

Qatar heeft zich informeel opgedrongen als mogelijke onderhandelaar, het is de Willem Endstra van het Midden-Oosten: de bankier van de as van het kwaad. De sport was slechts het voorafje om te kijken hoe ver je kunt komen met te veel oliedollars in de tas. Ze staken de middelvinger in een kom hete soep en likten die ongegeneerd af. Nu beginnen ze aan het hoofdgerecht: ze melden zich ongevraagd als onderhandelaar op het politieke wereldtoneel.

De sjeiks hebben vorig jaar gemerkt hoe slap de westerse moraal is, hoe klein onze principes zijn. Ze hebben nul last gehad van ‘de grote verontwaardiging’. Na het wereldkampioenschap voetbal heeft ook niemand het meer gehad over de mensenrechten in Qatar. Wat zullen ze gelachen hebben om onze principiële leiders met hun statements en hun speldjes onder de shawl of achter de stropdas als ze daarna in een ander luxe hotel aan tafel zaten met de terroristen van Hamas of die van Iran.

Sporters, toeristen en congressen hebben helemaal niets te zoeken in Doha, als er ooit een moment is om dat kunstmatige landje alsnog de rug toe te keren is het nu.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.