Column | Boer Frans en zijn ambtenarenhek

Rij naar de boerderij van Frans Zanderink en zijn vrouw net buiten De Lutte, bij Oldenzaal, tegen de Duitse grens. Vlak voor je er bent stuit je op een groot, donkergroen sierhek. Dicht. Als Frans je verwacht, zal de poort langzaam opendraaien. Het is mijn anti-ambtenarenhek, onthult Frans even later. Die lui lopen te pas en te onpas zijn erf op om van alles te controleren. En hij maakt toch ook eerst een afspraak voor hij bij iemand langs gaat? Nou dan.

Frans Zanderink (45) deed in 2007 mee aan het televisieprogramma Boer zoekt vrouw. Blonde krullen, vet Twents accent. Hobby’s: (kleiduiven) schieten en motorcrossen. Geen excentrieke activiteiten op het Twentse platteland, maar stedelingen keken hun ogen uit. Een relatie via het tv-programma lukte niet, maar in 2014 ontmoette hij op eigen houtje Leonie. Ze hebben inmiddels drie kinderen.

Op persoonlijk vlak alles in orde dus. Maar voor boeren zoals Frans is Nederland steeds minder leuk. In 2017 moest hij zijn veestapel meer dan halveren om aan de fosfaatnormen te voldoen.

Ze overleefden pest en plagen! Dan zou Frans nu het bijltje erbij neergooien vanwege stikstof? Dacht het niet

Zes generaties Zanderinks boerden op dit land. Ze overleefden pest en plagen! Dan zou Frans nu het bijltje erbij neergooien vanwege stikstof? Dacht het niet. Net over de grens met Duitsland zijn de stikstofregels trouwens veel soepeler. Dan heeft hij dat maar gezegd.

En nu hij toch bezig is. Nederlanders kopen containers vol goedkope, plastic meuk dat met smerige schepen nonstop over de oceaan wordt gevaren. Kennelijk geen probleem. Passagiers vliegen aan een stuk door van en naar Schiphol. Korte stukjes. Tienduizenden tussenlandingen. Geen probleem. „Maar bij de boer wordt in Nederland elk stukje stront op het land geteld.”

Het gaat hem om mensen die nooit een vinger in de grond hebben gestoken die hem vertellen wat natuurbeheer is. Om politici die ver weg in de Randstad blablablaën maar geen heldere regels kunnen maken waar je van op aan kunt. En ondertussen eten ze van zijn land.

Zijn pa bouwde die stal die je vanuit het keukenraam ziet in 1979 met natuurvergunning. Sindsdien hebben ze een vergunning voor alles wat is aangepast, uitgebreid, ingekrompen. Alles binnen de regels. Schrijf dat even op alsjeblieft.

Terug naar ambtenaren. Hij weet, ze doen wat hen wordt opgedragen. Maar goed, ze komen controleren. Dit voorjaar nog. Of hij er in zijn stal voor 150 koeien niet 300 had gepropt. Terechte vraag. Het zag er goed uit, vonden ze. Ze hadden wel een paar overtredingen gezien.

En die zijn, vroeg hij.

Uit de paardenstal waren drie kippen en een haan gewandeld. Die stonden niet op de milieuvergunning. Overtreding. Hij had een vergunning voor 5 paarden. Wat hadden ze gezien? Eén paard en een Shetlandpony voor de kinderen. Een Shetlandpony is geen paard. Overtreding 2. Vijf vleesstieren zijn toegestaan op zijn bedrijf. Een liep er tussen de koeien. Dan is het geen vleesstier maar een fokstier. Overtreding 3.

Frans stort een stapel rapporten uit een plastic tas op de keukentafel. 2005. 2017. 2008. „Ze liggen niet op volgorde.” Een uit 1987. „Toen waren ze al bezig.” Ontwerpplannen, nieuwe natuurprojecten, bestuursverklaringen, bufferzones. Hier zijn heel wat mensen godsgruwelijk druk mee geweest. Hoop heisa. Vaak is subsidie aangevraagd. Soms een lintje doorgeknipt. Meestal hoor je daarna niets meer.

Tot de volgende ambtenaar zijn erf op wandelt.

En dat kan dus niet meer want het hek zit dicht. Frans lacht.

Sheila Kamerman doet wekelijks ergens vanuit Nederland verslag.