Column | Bevorderde Hollywood de polarisatie in de VS?

Voor een boodschap ga je maar naar de supermarkt. Het is een vrije vertaling voor het dictum „If you have a message, send it to Western Union” dat wordt toegeschreven aan studiobaas Samuel Goldwyn. Hollywood afficheert zichzelf van oudsher als a-politiek, ook al huivert het als verondersteld woke broeinest nu over de terugkeer van een wrokkige Donald Trump. Geen wonder dat de filmdistributeurs niet in de rij stonden om Ali Abbasi’s biopic The Apprentice te vertonen, waarin de jonge Trump amfetamine-pillen slikt als ware het smarties, een liposuctie ondergaat en zijn echtgenote verkracht.

Maar in hoeverre heeft Hollywood aan het extremistische politieke klimaat in de VS bijgedragen? Doorgaans wordt polarisering toegeschreven aan sociale media, die mensen opsluiten in echokamers, bubbels en zelfgeschapen realiteiten. Film zou eerder een antigif zijn. Het lokt mensen weg van het beeldscherm naar een gedeelde ervaring en doet een beroep op empathie. Preken werkt niet in films, politiek zijn ze zelden eenduidig. Zo geldt de klassieker Citizen Kane als een linksige film, maar Donald Trump is een groot fan.

Hollywoods veronderstelde nieuwe centrisme heeft geen wortel geschoten

Toch stelde mediajournalist Peter Biskind in 2018 in zijn boek The Sky is Falling dat Hollywoods blockbusters met superhelden, zombies en aliens wel degelijk bijdroegen aan een extremistisch klimaat. Extremisme kwam aanvankelijk van links: bij Spielberg en Lucas figureert de overheid post-Watergate steevast als misleider en onderdrukker. Dat ‘linkse extremisme’ vond in 2009 volgens Biskind een hoogtepunt in Avatar, de grootste filmhit ooit die de kijker in de Na’vi verplaatste, nobele, primitieve aliens die in harmonie met de natuur leven en Afro- en inheems-Amerikaanse trekjes vertonen. De mensheid is een gemilitariseerde, gemechaniseerde koloniale multinational. De VS, zeg maar.

Het kwartje kan evengoed naar rechts vallen. In Hollywoodfilms is elke samenzweringstheorie per definitie waar, wat paranoia tegen de overheid – of ‘deep state’ – bevordert. Biskind richtte zich vooral op de wijze waarop Hollywood na 11 september 2001 politiek de regering-Bush steunde met shows als 24, waarin Kiefer Sutherland telkens opnieuw de waarheid uit terroristen martelt om het land te redden. Politieke series als House of Cards ondergroeven elk vertrouwen in Washington, de hausse aan (post)apocalyptische films leerde dat alleen tot de tanden bewapende ‘survivalists’ het bolwerken. Zij weten dat er geen samenleving bestaat, alleen familie, clan of vijand.

Biskind was in 2018 hoopvol na anderhalf jaar Trump als president. Hij zag een ‘centristische’ tegenbeweging in Hollywood, films als Contagion, World War Z, The Martian en Hidden Figures straalden vertrouwen uit in de overheid, de wetenschap en samenwerking. Feministisch en raciaal Hollywoodactivisme – #OscarsSoWhite, #MeToo – zouden een welkome tegenbeweging op het trumpisme zijn. Superheldenfilms als Black Panther – met een zwarte cast – en het feministische Wonder Woman triomfeerden met een in wezen brave centristische boodschap.

Toch woedt de cultuuroorlog in de VS feller dan ooit, Biskinds nieuwe Hollywood-centrisme heeft geen wortel geschoten. Misschien omdat Hollywood politiek sowieso niet leidt, maar volgt. Voor een boodschap moet je nog steeds elders zijn.

Coen van Zwol is filmrecensent.