Op de eerste dag van het offerfeest werd een illegale slachterij opgedoekt in Noord-Holland. Dertien schapen waren dood, bij vijfendertig dieren was de hals al kaalgeschoren maar ze leefden nog. Onder het bericht hierover op een van ’s lands grootste nieuwsplatformen was de mogelijkheid om te reageren na een dag al uitgeschakeld. Er waren ruim zevenhonderd reacties, meestal in de trant van: ritueel slachten is wreed, Nederland is een beschaafd land, hier wordt geslacht met oog op dierenwelzijn. Mensen met die mening hebben duidelijk nooit gezien hoe westerse slachthuizen te werk gaan – en dat terwijl er zoveel beeldmateriaal online staat. Varkens kun je van buiten de slachthuizen horen krijsen als ze worden vergast.
Een stukje verder op het web had Caroline van der Plas, zoals het de moderne politica betaamt, twee gehaktballen op haar sociale media gedeeld. Daarmee bedoelde ik niet metaforisch te zeggen dat ze twee incompetente zwakkelingen op ministerposten had gezet, al had dat ook gekund. Ik bedoelde het letterlijk: op haar Twitter stonden twee gehaktballen op een bord. De ruim vierhonderd reacties daaronder waren vooral in de trant van: ‘eet smakelijk’, de reactiemogelijkheid staat nog steeds open. De twee uitingen: een illegaal slachthuis opdoeken versus gehaktballen en de reacties die ze opriepen, tonen hoe mensen de gruweldaden die dieren worden aangedaan onder de eigen culturele normen prima vinden, maar soortgelijke gruwelen bij andere culturen met elke vezel afkeuren.
Volgens de Dierenbescherming komt 60 procent van het Nederlandse gehakt van afgedankte melkkoeien. Alles wordt die koeien afgenomen: de horens, hun jongen, de melk en hun leven. Van getuigenissen uit Nederlandse slachthuizen weten we dat dieren daar vechten voor hun leven en allemaal in doodsangst een gewelddadige dood sterven.
Onder het prevelen van verzen dieren een mes in de hals steken is geschift, maar minstens zo geschift is het optuigen van een organisatie die zich dierenbescherming noemt en sterren toekent aan lichaamsdelen van in stukken gehakte gezonde, jonge dieren. De ene gek maakt zichzelf wijs dat door een opgezegd gebed het dier niet lijdt, de andere dat het dier niet leed omdat het vlees sterren kreeg. In commentaarsecties lijkt het kiezen tussen twee kwaden, maar niemand hoeft te kiezen tussen rituele, industriële of welke slacht ook. Je kunt ook stoppen met slachten. Gehaktballen bestaan ook plantaardig – ook dit was letterlijk bedoeld, al had figuurlijk ook gekund.
De overlevenden uit het illegale slachthuis hadden het geluk dat ze niet bij de Dierenbescherming uitkwamen, voor je het weet eindig je als sterrenschaap op het bord bij Caroline. Het veel kleinere Comité Dierennoodhulp heeft zich over hen ontfermd, dat werkt niet mee aan slacht, ongeacht de diersoort en de hoeveelheid sterren of verzen die de dode lichamen toegedicht krijgen.
Carolina Trujillo is schrijfster.