
Vanuit het Estádio Jornalista Mário Filho, beter bekend als het Maracanã Stadion in Rio de Janeiro, ontving ik van mijn moeder een kiekje met haar levensgezel. „Als jullie wil ik zijn wanneer ik ouder ben, genieten van de liefde en het leven met elkaar”, stuurde ik terug. Een reactie bleef uit, waarschijnlijk omdat ik de woorden ‘jullie’ en ‘oud’ in één zin gebruikte, no pun intended. Maar kort na deze uitwisseling spraken wij elkaar telefonisch, en net voor we het gesprek tot z’n einde lieten lopen kwam zij plots terug op mijn opmerking: „Trouwens, wat je laatst zei, wat betreft liefde in het leven komt iedereen aan de beurt die zijn hart ervoor openstelt.”
„In de liefde zal ik altijd geloven, moeders”, zei ik. Mom dukes is als geen ander op de hoogte van mijn wens om een liefdevol gezin te stichten. Bij vlagen heb ik wel het idee gehad dat het vinden van de juiste is als zoeken naar een naald in een hooiberg. En als ik één ding geloof met betrekking tot de liefde, is het dat je er niet naar moet zoeken.
Hoe ik er meer in sta is dat wij mensen allemaal radiatoren zijn die liefde uitstoten, en dat de innerlijke verlangens die wij in ons hebben als het ware worden uitgezonden naar een collectieve zendmast die al onze verlanglijstjes in ontvangst neemt. De signalen die deze zendmast ontvangt kunnen wij dan weer op den duur retour ontvangen. Met dit in mind ben ik mezelf onlangs gaan herprogrammeren, want het idee dat het vinden van de juiste als een naald in een hooiberg zoeken is komt volgens deze theorie door niemand anders dan mezelf.
Na de zomer van het afgelopen jaar zei ik tegen mezelf dat het nu echt weer tijd wordt voor een echte relatie. De tweede helft van mijn twintiger jaren was ik meer van de friends-with-benefits-verstandhoudingen. Ik stond simpel gezegd „niet open voor een relatie”, zoals ik zei tegen de dames die ik trof. Maar naarmate je de rust in jezelf meer en meer begint te koesteren, serieuzer aan de gang gaat met dit gegeven bestaan en structureel voor elven in bed ligt, rijmen die friends-with-benefits-verhoudingen niet meer met je lifestyle. Die shit is ook gewoon banaal, man. Ik kwam tot de realisatie dat je ook eigenlijk in een soort vicieuze cirkel verkeert met zo’n mentaliteit. Je leert iemand kennen, flirt je weg naar binnen, doet de do, en vanaf dat moment draait alles nog om de do. Vervolgens ga je daar net iets te lang mee door, tot een van beiden – in mijn geval nooit ik – de befaamde ‘wat zijn wij nou eigenlijk?’-vraag over de tong laat glijden. Die vraag is het begin van ’t einde, want als je die moet stellen weet je al hoe laat het is.
Je leert iemand kennen, flirt je weg naar binnen, doet de do, en vanaf dat moment draait alles nog om de do
At some point begon ik mij af te vragen waarom ik de juiste niet trof, tot ik mij begon te realiseren dat dit alles uiteindelijk een manifestatie was van mijn instelling, en wat ik zelf de wereld in riep. Is mijn standpunt inmiddels niet over datum, en sta ik nu nog steeds niet open voor een relatie begon ik mij af te vragen. Sindsdien ben ik gaan afkicken van die oppervlakkige instelling, en begon ik mijn vernieuwde intentie te omarmen.
De laatste relatie waarin ik zat was tot 2018. Dit zie ik nog steeds als mijn enige echte liefdesrelatie. Toen m’n ex en ik besloten uit elkaar te gaan, zeiden we tegen elkaar dat we ooit misschien nog wel zouden samenkomen, alleen moesten we beiden nog even ‘leven’, was het idee. Ik was er heilig van overtuigd dat er nog een toekomst voor ons in ’t verschiet lag, maar naarmate die jaren verstreken nam onwaarschijnlijkheid de overhand. Onlangs werd ze dertig, en vroeg zij of ik aan wilde schuiven bij haar verjaardagsdiner. En hoewel we door de jaren heen elkaar nog weleens zagen, was dit de eerste keer na een lange tijd. Nadien besloten we om wat te drinken en sindsdien zien we wel. Ik ben oprecht benieuwd hoe dit verder zal lopen. Wat ik wel zeker weet is het volgende: wie zich intentioneel voor de liefde openstelt, zal wat dat betreft altijd leven met de wind in de rug.
